Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 40995] f. Onjuiste stikstofberekening plan-MER In de passende beoordeling is gerekend wat de effecten zijn bij de maximale invulling van de mogelijkheden die het bestemmingsplan gaat bieden. Uiteraard kan het zijn dat van deze mogelijkheden in de planperiode geen gebruik wordt gemaakt, maar conform de systematiek van de m.e.r.-procedure moet dit wel het uitgangspunt zijn. In dat geval wordt namelijk de worst case scenario bekeken, wellicht onrealistisch, maar die wel planologisch mogelijk wordt gemaakt. In het milieueffectrapport worden vier ontwikkelingen benoemd. Voor de ontwikkelingen Vierde Bergboezem, glastuinbouw en windturbines moet een m.e.r.-beoordeling worden doorlopen. Voor de ontwikkeling van de agrarische bedrijven volgt uit het Besluit m e r. en de Wet milieubeheer dat er een plan-m.e.r.-plicht is. Hierop is besloten om een plan-m.e.r. te doorlopen voor het gehele bestemmingsplan Buitengebied Noord. Op die wijze heeft dus ook meteen een beoordeling van onder andere de milieueffecten van de glastuinbouw plaatsgevonden. Op 25 april 2013 is een wijziging van artikel 19kd Natuurbeschermingswet 1998 in werking getreden, die naar het leek de vergelijkingssituatie van de passende beoordeling wijzigde Op vragen van de commissie voor de m.e.r. d.d. april 2013 aan het ministerie over de interpretatie van de wijziging van artikel 19 kd van de Natuurbeschermingswet heeft het ministerie per brief d.d. 2 juli 2013 laten weten dat voor de plantoets de huidige, feitelijk en uiteraard legale situatie het referentiekader is. Niet- benutte bouw- en gebruiksmogelijkheden die in een nieuw bestemmingsplan opnieuw worden bestemd en die kunnen leiden tot ontwikkelingen met mogelijk significante gevolgen, moeten voorafgaand aan de vaststelling van dat plan passend beoordeeld worden, tenzij zij eerder als zodanig zijn beoordeeld (zie ook website van de commissie m.e.r.: www.commissiemer.nl). Op basis hiervan kan dus worden geconcludeerd dat het milieueffectrapport op basis van deze wetswijziging geen aanpassing behoeft. Conclusie Deze zienswijze ongegrond te verklaren 16. R. Veenhof en C, Veenhof-Klijs Inhoud zienswijze a. Reclamanten wonen aan de Weimersedreef 14a te Prinsenbeek. Hebben bezwaar tegen het feit dat voor hun woning kassen gebouwd kunnen worden terwijl hiervan bij de aankoop van de woning (2008) geen sprake was Deze voorgenomen wijziging zal het woongenot ernstig aantasten en de waarde van de woning aanzienlijk doen dalen. Verzoeken deze wijziging ongedaan te maken dan wel in het bestemmingsplan waarborgen op te nemen dat de storende visuele impact en de eventuele nadelige gevolgen voor het geluid vanaf de A16, wordt beperkt. Ditzelfde geldt voor de bouwmogelijkheden voor teeltondersteunende voorzieningen. b. Verder zijn reclamanten van mening dat onvoldoende duidelijk is gemotiveerd waarom het gebied tussen de Nieuwveerseweg/Postbaan/Weimersedreef en Brielsedreef is afgewaardeerd naar de bestemming Agrarisch. c. Reclamanten verzoeken de mogelijkheid voor het huisvesten van seizoensarbeiders bij bedrijven uit het plan te halen en hier eerst zorgvuldig beleid voor te formuleren Vrezen voor alle negatieve gevolgen hiervan. d. Reclamanten verzoeken te voorkomen dat een bestemmingswijziging van wonen naar agrarisch bedrijf mogelijk is en te voorkomen dat wijzigingsbevoegdheden worden gecreëerd waardoor nieuwe bouwvlakken ontstaan die extra bouwmogelijkheden in het buitengebied mogelijk maken. Beoordeling a. Ook in het thans nog vigerende bestemmingsplan Buitengebied Prinsenbeek is het via een wijzigingsbevoegdheid mogelijk op de betreffende gronden glastuinbouwbedrijven te vestigen Een en ander komt voort uit het gegeven dat de provincie een aantal gebieden heeft aangewezen waarin de glastuinbouw zich zal kunnen vestigen. Dit beleid is bestendigd in de Verordening ruimte die de provincie in 2011 heeft vastgesteld In het vestigingsgebied kan het mogelijk gemaakt worden glastuinbouwbedrijven te vestigen met een omvang die door de gemeente kan worden bepaald. De aanwijzing als vestigingsgebied suggereert dat bedrijven binnen dit gebied onbeperkt kunnen -34-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2013 | | pagina 64