Gemeente Breda
V Raadsvoorstel Registratienr: 40995]
Het plan heeft een dusdanige flexibiliteit dat dit voor reclamanten een negatieve keerzijde heeft ten
opzichte van het vigerende bestemmingsplan. Het geeft in potentie diverse en veelal meer
bouwmogelijkheden en dus voor reclamanten ongewenste mogelijkheden die een inbreuk op net
woongenot inhouden
b.
Reclamanten zijn van mening dat onvoldoende duidelijk is gemotiveerd waarom het gebied tussen de
Nieuwveerseweg/Postbaan/Weimersedreef en Brielsedreef is gewijzigd van agrarisch met
landschapswaarden naar de bestemming Agrarisch (zonder waarden). In vergelijking met percelen
waaraan wel waarden zijn toegekend is er geen verschil met het genoemde gebied
Verzoeken de percelen van de 'TOM' een permanente groene ontwikkeling te geven zodat de
overlast van stof en stuifzand tot het verleden gaat behoren en de bestemming te wijzigen in
Agrarisch met waarden - Landschapswaarden.
Reclamanten verzoeken binnen de bestemming Agrariscn met waarden - Landschapswaarden
duidelijke beperkingen te laten gelden die de waarden ook duidelijk beschermen. Ais voorbeelden
noemen reclamanten alleen uitbreiding toe te staan bij volwaardige bedrijven en uitsluitend te laten
plaatsvinden middels een wijzigingsbevoegdheid met een deugdelijke motivering van de gemeente.
De gemeente is in het plan niet duidelijk over haar visie ten aanzien van windmolens. Reclamanten
zouden graag zien dat er een verbod komt voor windmolens ten westen van de A1o en dat er
maximaal 3 windturbines ten oosten van de A16 zijn toegestaan.
Verzoeken de mogelijkheid tot het huisvesten van seizoensarbeiders uit het bestemmingsplan te
halen en eerst uitvoerig een zorgvuldig beleid voor alle aspecten van seizoensarbeiders politiek.
overeen te komen.
Reclamanten zijn van mening dat het bestemmingsplan een deugdelijke planschaderisicoanalyse
dient te omvatten die voor alle burgers is in te zien. Voor kleine ontwikkelingen wordt dit ook van
initiatiefnemers gevraagd
Reclamanten stellen voor alle uitbreidingsmogelijkheden in het bestemmingsplan voorwaardelijk te
maken middels een wijzigingsbevoegdheid waarbij de betrokkenheid en de inbreng van omwonenden
zeker wordt gesteld. Reclamanten hebben de ervaring dat nieuwe agrarische activiteiten eerst worden,
gerealiseerd waarna ze later worden geformaliseerd door een vergunning
Beoordeling
Binnen een plan voor het buitengebied spelen vele belangen Belangen van diverse ondernemers,
waaronder ook niet agrarische ondernemers, van de natuur en het landschap maar ook van de
burqers die in het buitengebied wonen. Met het onderhavige plan is getracht al deze belangen zo
qoed als mogelijk te dienen. Het is niet altijd mogelijk in dit soort plannen het iedereen volledig naar
de zin te maken Getracht is de ondernemers mogelijkheden te bieden hun bedrijven op een
verantwoorde manier voort te kunnen zetten maar daarbij ook de burgers en de aanwezige waarden,
voor zover dit mogelijk is, te ontzien. Dat dit niet altijd mogelijk is mag duidelijk zijn maar is altijd wel
het streven. Een en ander ligt overigens ook binnen de verwachting als er voor wordt gekozen ,e gaan
wonen in het buitengebied waar een menging van functies aanwezig is.
In de Verordening ruimte zijn gebieden gekwalificeerd. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen
agrarisch gebied Groenblauwe mantel en Ecologische hoofdstructuur Deze aanduidingen zijn weer
vertaald naar bestemmingen. Zo zijn de gebieden, aangeduid als Agrarisch gebied bestemd tot
Agrarisch, de Groenblauwe mantel is vertaald naar de bestemming Agrarisch met waarden -
landschappelijk en de Ecologische hoofdstructuur naar de bestemmingen Agrarisch met waarden
natuur en landschapswaarden, voor zover deze nog agrarisch in gebruik zijn. De overige gronden
binnen de Ecologische hoofdstructuur zijn bestemd als Natuur. Het door reclamanten bedoelde
qebied heeft op grond van de Verordening ruimte de aanduiding Agrarisch gebied gekregen en in het
plan dus de bestemming 'Agrarisch' Er is daarnaast ook geen aanleiding deze oestemming .e
verzwaren naar een agrarische bestemming met waarden omdat deze grond niet zijn gelegen binnen
de Groenblauwe mantel of de Ecologische hoofdstructuur Het ruimtelijk onderzoek, dat is uitgevoerd
in het kader van de discussie rond de glastuinbouw voor het buitengebied van Prinsenbeek, geeft ook
-38-
