Gemeente Breda
plan te halen. Vreest voor alle negatieve gevolgen hiervan.
d.
Verder is reclamant van mening dat onvoldoende duidelijk is gemotiveerd waarom het gebied tussen
de Nieuwveerseweg/Postbaan/Weimersedreef en Brielsedreef is afgewaardeerd naar de bestemming
Agrarisch.
e.
Reclamant verzoekt de percelen van de "TOM' een permanente groene ontwikkeling te geven zodat
de overlast van stof en stuifzand tot het verleden gaat behoren en de bestemming te wijzigen in
Agrarisch met waarden - Landschapswaarden
f.
Reclamant verzoekt te voorkomen dat een bestemmingswijziging van wonen naar agrarisch bedrijf
mogelijk is en verzoekt geen wijzigingsbevoegdheden op te nemen op basis waarvan nieuwe
bouwvlakken kunnen ontstaan met de daarbij behorende extra bouwmogelijkheden in het
buitengebied.
Beoordeling
a
In de Verordening ruimte is door de provincie een gebied aangeduid waarbinnen de nieuwvestiging
van glastuinbouwbedrijven wordt voorgestaan. Ook het vigerende bestemmingsplan Buitengebied
Prinsenbeek gaf binnen dit gebied, via een wijzigingsbevoegdheid, al mogelijkheden tot de
nieuwvestiging van glastuinbouwbedrijven. Naar aanleiding van een discussie in de raad is op basis
van verschillende onderzoeken de Beleidslijn glastuinbouwvestigingsgebied Prinsenbeek vastgesteld.
Deze beleidslijn bepaalt dat het in de Verordening ruimte aangewezen vestigingsgebied voor
glastuinbouwbedrijven verkleind moet worden. Verder is, ook analoog aan de «/erordening ruimte, aan
de bestaande bedrijven ruimte geboden tot uitbreiding. Al deze ontwikkelingen zijn meegenomen in
de Milieueffectrapportage Buitengebied Noord en deze ontwikkelingen leiden alleen op net gebied
van de stikstofuitstoot tot een negatieve uitkomst Er is dan ook geen aanleiding de regeling inzake
glastuinbouwbedrijven te herzien. Ten aanzien van de landschappelijke inpassing van de
glastuinbouwbedrijven wordt opgemerkt dat in het plan is opgenomen dat bij het toekennen van een
bouwvlak of uitbreiding van het bouwvlak voor glastuinbouw de Landschapsinvesteringsregeling,
zoals die aan de regels van het plan is toegevoegd, moet worden voldaan.
b.
In het onderhavige plan zijn 3 windturbines opgenomen die een maximale hoogte van 105 meter
mogen hebben. Daarnaast mag per aanduiding bouwvlak binnen de agrarische bestemming een
windmolen geplaatst worden met een maximale hoogte van 16 meter In het bestemmingsplan
Buitengebied was dit nog 25 meter Deze lagere windmolens zijn mogelijk gemaakt om de
ondernemers de mogelijkheid te geven om op bedrijfsniveau voor eigen gebruik energie op te
wekken. Het is niet de bedoeling dat deze molens uiteindelijk net zo hoog worden als de drie
windturbines van maximaal 105 meter hoog.
c.
De gemeente Breda wil een bijdrage leveren aan de huisvestingsproblemen van arbeidsmigranten. In
principe is de gemeente voorstander van huisvesten van deze arbeidsmigranten binnen het
bestaande stedelijk gebied. Er is echter een groep arbeidsmigranten, ook wel aangeduid als
seizoensarbeiders, die tijdens het oogstseizoen naar Nederland komen en bij eén bedrijf gaan
werken. Het gaat dan meestal om de grotere vollegronds fruit- en tuinbouwbedrijven. Vanwege de
huisvestingsproblemen is het ook steeds vaker het geval dat ze bij de ondernemer worden gehuisvest
in woonunits of in een hiervoor geschikte gemaakte bedrijfsloods. Het enkele feit dat ze op het er*
van de ondernemer wonen en op die manier ook beter toegezien kan worden op het doen en laten
van deze arbeiders is een extra voordeel van het huisvesten bij de ondernemers. Bij het huisvesten
van arbeiders op de locatie gaat het dus om het maximaal huisvesten voor 6 maanden en het mogen
alleen mensen zijn die alleen op het bedrijf van de ondernemer zelf werkzaam zijn. Op grond van het
vigerende beleid van de gemeente kan in dit kader de mogelijkheid worden geboden voor maximaal
40 seizoensarbeiders Uit de praktijk blijkt dat met name de grotere vollegrond fruit- en
tuinbouwbedrijven behoefte hebben aan meer werknemers. Vanwege ook het gegeven dat deze
werknemers dagelijks op het bedrijf werk verrichten kunnen ze ook het best op het bedrijf worden
gehuisvest, mede ook om de vele verkeersbewegingen die anders noodzakelijk zijn om dagelijks van
en naar het bedrijf te rijden te voorkomen. Vandaar dat een wijzigingsbevoegdheid is opgenomen
voor meer dan 40 werknemers. Om hiervoor in aanmerking te kunnen komen dient niervoor wel een
positief advies door de AAB te worden afgegeven. De landschapsinvesteringsregeling is hierop van
toepassing.
Raadsvoorstel Registratienr: 40995]
-44-
w