Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr; 40995]
Ten behoeve van de Beleidslijn glastuinbouwgebied Prinsenbeek zijn diverse onderzoeken
uitgevoerd Een van deze onderzoeken was een ruimtelijk onderzoek. In dit onderzoek is gebleken
dat in het hier bedoelde gebied geen dusdanige waarden aanwezig zijn die een bestemming
'Agrarisch met waarden - landschapswaarden' zouden rechtvaardigen. Op grond van de Verordening
ruimte ligt dit gebied ook binnen een gebied met de aanduiding Agrarisch gebied
e. t
Het perceel van de TOM' heeft in het onderhavige bestemmingsplan de bestemming 'Agrarisch'
Binnen deze bestemming kunnen, vanwege het verkleinen van het vestigingsgebied voor
glastuinbouw geen nieuwe bouwvlakken meer toegevoegd worden en zullen de gronden dus enkel
nog als agrarische productiegrond gebruikt mogen worden. Het is aan de eigenaren hoe dit wordt
ingevuld De wijziging van de bestemming naar Agrarisch met waarden - landschapswaarden' doet
hieraan niets af Bovendien zijn de gronden op basis van de verordening ruimte ook aangeduid ais
Agrarisch gebied Er wordt dus geen aanleiding gezien die te wijzigen.
In het onderhavige plan is het al niet mogelijk gemaakt de bestemming vVonen te wijzigen ten
behoeve van ae vestiging van een nieuw agrarisch bedrijf. Alleen in het geval van nieuwvestiging van
glastuinbouwbedrijven binnen het gebied aangeduid als wro-zone - wijzigingsgebied I kunnen
nieuwe bouwvlakken ontstaan waarbinnen gebouwd mag worden In alle andere gevallen zal van een
bestaande en bebouwde locatie gebruik gemaakt moeten worden en zullen dus geen nieuwe
bouwvlakken ontstaan.
Conclusie.
Deze zienswijze ongegrond te verklaren.
29 P. Anssems
Inhoud zienswijze
a.
De percelen van reclamant aan de Essendreef in Prinsenbeek (H2818 en 2816) zijn aangemerkt als
'Agrarisch met waarden - landschapswaarden'. Gezien de ligging van de percelen langs de A16/HSL
is hier geen sprake van waarden. Verzoekt dit aan te passen in het vast te stellen bestemmingsplan
temeer daar reclamant een vergunning heeft verkregen voor boomteelt op deze percelen.
b.
Reclamant verzoekt de gronden in Klein Overveld ten oosten van de A16 ook als sec agrarisch te
bestemmen en zo te behouden voor maximaal agrarisch gebruik.
c.
Reclamant heeft in het kader van de veehouderij op zijn bedrijf aan de Kettingdreef 2 nog rechten
voor 100 grootvee-eenheden. Hij zal dit ook zo blijven gebruiken.
d.
Reclamant vraagt de verplichting om een vergunning aan te vragen voor het beplanten met
houtgewas voor de sier en boomteelt en het scheuren van weiland te verwijderen verbreding,
vruchtwisseling, marktwerking en biodiversiteit zijn belangrijk voor ondernemers in agrarisch gebied.
e.
Reclamant vindt, gezien het intensieve gebruik van de gronden, het niet wezenlijk om de
archeologische waarden op 50 cm te waarderen. Alles is via woelen en diepploegen al omgezet tot op
80 cm. Bovendien zijn deze percelen op hun kop gezet vanwege de aanleg van de HSL/A16 Het kan
niet zo zijn dat reclamant zijn bedrijf slechts beperkt mag uitbreiden.
Reclamant, acht de maximale hoogte voor tijdelijke teeltondersteunende voorziening te bepeikt. Dm
bladverbranding te voorkomen heb je meer hoogte nodig teneinde een betere vochtbalans te krijgen
Voor het milieueffectrapport zijn volgens reclamant de verkeerde gegevens gebruikt en moet opnieuw
worden uitgevoerd waarbij tevens onderscheid wordt gemaakt tussen de verschillende soorten
ontwikkelingen.
Reclamant heeft bezwaar tegen het nu reeds opleggen van een natuurbestemming op het gebied
Weimeren terwijl dit nog niet gerealiseerd is. Dit biedt zeer beperkt mogelijkheden voor moderne en
flexibele agrarische bedrijven.
-45-