Gemeente Breda Reclamant is van mening dat bij het omzetten van agrarische bedrijfswoningen de nieuwe eigenaren de beperking moeten krijgen dat zij geen bezwaar mogen maken tegen agrarische bedrijven. Dit zou ook moeten gelden voor alle oude boerderijen die voor het laatste bestemmingsplan zijn omgezet naar wonen. Beoordeling Het enkele feit dat aan reclamant een vergunning is verleend voor het beplanten van de betreffende percelen voor boomteelt doet niet af aan het feit dat ter plaatse waarden (met name openheid) aanwezig zijn. De ligging van de percelen t.o v de rijksweg maakt het mogelijk deze percelen vrij te geven voor boomteelt. De waarden voor de omgeving blijven echter bestaan en blijven gekoppeld aan de bestemming 'Agrarisch met waarden - landschapswaarden In de Verordening ruimte is het hier bedoelde gebied aangeduid als Agrarisch gebied en is daar nee op dezelfde manier gekwalificeerd als het gebied ten westen van de HoL/A 16 Met het gever van eer agrarische bestemming met waarden zijn voor deze gronden inderdaad wat beperkingen van kracht voor onder andere de agrarische ondernemers met name ten aanzien van het in het plan hiervoor opgenomen vergunningenstelsel. De waarden in een deel van het gebied zijn echter Zoals ook uit de aanduiding in de Verordening ruimte mag blijken, niet zo essentieel dat hieraan niet een sec agrarische bestemming gegeven kan worden. Het plan is hierop dan ook aangepast met dien verstande dat het gebied tussen de rijksweg A16 en de Hooijdonkseweg/Kluisstraat en Bredestraat nu wordt bestemd tot 'Agrarisch', c. Deze zijn ook meegenomen in de planvorming. Het bouwvlak van reclamant heeft daartoe een aanduiding 'veehouderij' gekregen. Deze beperking, die overigens niet van toepassing is binnen de bestemming Agrarisch', is opgelegd vanuit het gegeven dat alvorens het beplanten van de gronden kan plaatsvinden gekeken moet worden of dit de aanwezige waarden niet schaadt. Als voorbeeld: het gebied waarbinnen de activiteit moet plaatsvinden heeft openheid als waarde. Het toestaan van deze activiteit kan dan de waarden aantasten. De vergunningplicht is dus opgenomen om een toetsmoment te hebben om het initiatief te kunnen beoordelen op zijn invloed op het gebied. Gronden waarvan bij de gemeente bekend is dat ze verstoord zijn, worden op de Beleidsadvieskaart Breda's Erfgoed, deel 1 (en dus in het BP) opgenomen als verstoord en hieraan zullen op grond van het bestemmingsplan geen eisen meer gesteld worden. Ook na vaststelling van het bestemmingsplan hoeft iemand, die kan aantonen dat een deel van het terrein tot onder het archeologisch niveau is verstoord, voor dat verstoorde deel van het terrein, geen archeologisch onderzoek uit te voeren Bij landbouwactiviteiten dieper dan 50 cm onder maaiveld hoeft dat niet altijd te oetekenen dat een terrein volledig verstoord is Vaak zijn de sporen dan nog wel leesbaar en vandaar dat dan de verwachtingswaarde aanwezig blijft. f|n het kader van de inspraak is de hoogte van tijdelijke teeltondersteunde voorzieningen al verhoogd van 2,5 meter naar 3 meter maximaal onder andere vanuit de steeds verdergaande mechanisatie in de landbouw De hoogte van deze tijdelijke bouwwerken is met name vanuit die tijdelijkheid ingegeven. Ons is uit niets gebleken dat dit onvoldoende recht zou doen aan het efficiënte gebruik hiervan In de passende beoordeling is gerekend wat de effecten zijn bij de maximale invulling van de mogelijkheden die het bestemmingsplan gaat bieden. Uiteraard kan het zijn dat van deze mogelijkheden in de planperiode geen gebruik wordt gemaakt, maar conform de systematiek van de m.e.r -procedure moet dit wel het uitgangspunt zijn. In dat geval wordt namelijk de worst case scenario bekeken, wellicht onrealistisch, maar die wel planologisch mogelijk wordt gemaakt. In het milieueffectrapport worden vier ontwikkelingen benoemd. Voor de ontwikkelingen Vierde Bergboezem, glastuinbouw en windturbines moet een m.e.r.-beoordeling worden doorlopen. Voor de ontwikkeling van de agrarische bedrijven volgt uit het Besluit m.e.r en de Wet milieubeheer dat er een plan-m.e r.-plicht is. Hierop is besloten om een plan-m.e.r te doorlopen voor het gehele bestemmingsplan Buitengebied Noord Op die wijze heeft dus ook meteen een beoordeling van onder andere de milieueffecten van de glastuinbouw plaatsgevonden. Raadsvoorstel Registratienr: 40995] -46- g 6.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2013 | | pagina 76