Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 40995]
aan de Neelstraat te Prinsenbeek. De motivering van het verzoek is gestoeld op het gegeven dat op
de locatie Neelstraat 11 (tegenover het betreffende perceel) wel toestemming is gegeven om een
woning te bouwen. In dit kader wordt namens reclamante verwezen naar het fairplay-beginsel, het
motiveringsbeginsel, het verbod op détoumement de pouvoir en het gelijkheidsbeginsel.
Beoordeling
De vergelijking van reclamante met het perceel aan de Neelstraat 11 te Prinsenbeek kan hier niet
opgaan. Op dit perceel was/is agrarische bebouwing aanwezig en was ook de bouw van een
bedrijfswoning toegestaan. Later is de agrarische bestemming via een planherziening omgezet naar
'Wonen' Op het perceel van reclamante is geen enkele bebouwing aanwezig en hierop kan dus niet
gebouwd worden omdat ook de Verordening ruimte van de provincie daar geen mogelijkheden voor
biedt.
Conclusie
Deze zienswijze ongegrond te verklaren.
34 T.H.T. Spronk
Inhoud zienswijze
a.
Reclamant had in het kader van de Inspraak om aanpassing van het bouwvlak ter plaatse van de
Brielsedreef 72 verzocht maar nu blijkt dat het bestemmingsvlak wel is aangepast maar dat er geen
bouwvlak is opgenomen. De aanwezige bebouwing dient wel binnen het bouwvlak te vallen en
volgens reclamant dient er voldoende ruimte mogelijk te blijven voor uitbreiding van de woning en de
realisatie van een paardenbak.
b.
Reclamant vraagt in het bestemmingsplan het mogelijk te maken dat de bouw van nissenhutten ten
behoeve van de bouw van carnavalswagens mogelijk wordt.
c.
Verzoekt vanwege de impact van windturbines op de (wijde) omgeving deze evenredig over de
gemeentegrond te verdelen.
Beoordeling
a.
Aan de locatie van reclamant is zowel een bestemmingsvlak als bouwvlak toegekend. De
bijgebouwen mogen op grond van de bijbehorende regels buiten het bouwvlak (uiteraard binnen het
bestemmingsvlak) komen. Alleen de woning dient binnen het bouwvlak gesitueerd te zijn. Deze heeh
nu een voldoende omvang.
b.
In het plan is de mogelijkheid opgenomen voor het tijdelijk plaatsen van gebouwen voor de bouw van
carnavalswagens. Daarnaast is in de regels opgenomen dat afgeweken kan worden van de
gebruiksregels voor het tijdelijk gebruik van een gebouw voor het bouwen van een carnavalswagen.
c.
De windturbines, die nu in het bestemmingsplan zijn opgenomen, zijn al gebouwd of daarvoor is reeds
een vergunning verleend voor de bouw van deze windturbines. Deze passen ook in het beleid dat
zowel vanuit het rijk en de provincie in dit kader is uitgegeven. Vanwege het feit dat allerlei
onderzoeken aantonen dat de betreffende windturbines geen onaanvaardbare effecten op de
omgeving veroorzaken worden deze niet over de gemeente verdeelt. Bovendien zou dit in strijd zijn
met provinciale beleid in deze die aangeeft dat windmolens geclusterd moeten worden binnen een
daan/oor aangewezen zoekgebied windturbines.
Conclusie
Deze zienswijze ongegrond te verklaren.
35 BAK van Boemeldonck
36 CV De Lolmakers
37. CV de Klepperbekken
38 CV de Meelballen
-50-