Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 40995] verplichting op grond van de Wet milieubeheer. De turbines van 105 metei hoogte zijn aan te merken als worst-case scenario. Indien in dit worst-case scenario met een voorbeeldberekening wordt aangetoond dat een windturbine (met langere bladen, meer vermogen, verder boven het maaiveld uitsteken) kan voldoen genereert de Wet milieubeheer dus de rechtszekerheid die appellant eist. Het doorrekenen van lagere ashoogtes, of allerlei andere varianten die niet worstcase zijn, heeft geen meerwaarde. In hoofdstuk 5 is aangetoond dat er een zeer beperkt cumulatie effect te verwachten is De ruimtelijke ordening procedure schrijft voor dat een en ander in dat kader moet zijn meegenomen, maar aan échte toetsingskaders ontbreekt het nog in de wetgeving Op basis daarvan voldoet het bestemmingsplan aan de verplichtingen die de Wro bepaalt. f. Schaduwwerking. In het onderzoek van LBP sight is wel degelijk onderzoek gedaan naar de mogelijke effecten van slagschaduw Hieruit blijkt het volgende. Uit de schaduwberekeningen blijkt dat gedurende meer dan 17 dagen meer dan 20 minuten per dag slagschaduw kan optreden bij verschillende woningen in de omgeving. De turbines dienen derhalve te worden voorzien van een automatische stilstandvoorziening. Deze stiistandvoorziening kan maximaal tot een stilstand van circa 1,5% per jaar voor de Repower en maximaal 1,2% voor de Vestas en de Nordex leiden. g. Haalbaarheid. In het bestemmingsplan is de mogelijkheid gecreëerd om binnen het plangebied drie windturbines aanwezig te hebben tot een maximale ashoogte van 105 meter. In feite betekent dit dat een reeds bestaande en gerealiseerde windturbine en de twee nog niet gebouwde, maar wel vergunde turbines kunnen worden opgehoogd naar de maximale hoogte. Nu dit een particuliere ontwikkeling en deze ontwikkeling plaatsvindt in samenwerking met een energiemaatschappij, die ook de onderliggende onderzoeken heeft uitgevoerd, kan gesteld worden deze ontwikkeling voor de gemeente financieel uitvoerbaar is nu deze hieraan geen (financiële) bijdrage hoeft te leveren. Middels een overeenkomst is ook de eventuele planschade afgewenteld op de initiatiefnemers. h. Belangenafweging. De rijksoverheid, en in het verlengde daarvan de provinciale overheid, heeft zich doelen gesteld als het gaat om duurzame energie Deze doelen zullen deels verwezenlijkt moeten gaan worden via windenergie. Door de provincie Noord-Brabant is inmiddels de strook langs de AI6/HSL eveneens aangewezen als zoekgebied voor windturbines (besluit PS 22 februari 20i3j 7anwege het feit dat het hier gaat om het (beperkt) ophogen van bestaande windturbines, in welk kader eerder al een belangenafweging is gemaakt, is deze afweging niet opnieuw gedaan. Wel is, zowel in het milieueffectrapport als afzonderlijk, onderzoek gedaan naar de effecten van de ophoging van de windturbines voor de omgeving. In beide onderzoeken is vastgesteld dat de ophoging nauwelijks (onaanvaardbare) extra effecten heeft op de omgeving Conclusie Deze zienswijzen ongegrond te verklaren. 45 Achmea Rechtsbijstand namens W,P. de Groot, Hooijdonkseweg 10 te Breda 46 Achmea Rechtsbijstand namens NI W, van den Kieboom, Rietdijk 4 te Breda 47 A.G. de Koning, Bredestraat 8 te Breda 48 Frans en Rian Oiejek, Biezenstraat 5 te Breda 49 A. Monster, Hooijdonkseweg 5 te Breda 50 77 ondertekenaars van algemene zienswijze van diverse adressen uit Breda en Prinsenbeek Inhoud zienswijze a. Negatieve gevolgen windturbines. De windturbines zullen leiden tot geluidsbelasting, slagschaduwwerking, lichthinder via schittering, landschapsvervuiling en waardevermindering van de woningen binnen de invloedssfeer van de windturbines. In het MER is onderzoek gedaan naar de gevolgen van de opwaardering van de windturbines Hierbij is o.a. aangehaakt aan het rapport van LBP Sight. Gesteld wordt dat, mits er beperkende maatregelen worden getroffen, de normen van het Activiteitenbesluit gehaald worden. In de toelichting wordt hierover iets gezegd maar blijkt niet hoe dit in de uitvoering verplicht wordt gesteld. Ook blijkt in paragraaf 5.13 niet hoe het standstill-beginsel verplicht wordt en ook gehandhaafd wordt. Verder is in het geheel geen rekening gehouden met lichtschittering. b. Nut en noodzaak. Door de gemeente worden de aspecten die verband houden met de realisatie niet beoordeeld Een zorgvuldige beoordeling van de financiële haalbaarheid ten aanzien van de windturbines ontbreekt hier mede gelet op de planschade die kan ontstaan vanwege een waardevermindering van de woning -57-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2013 | | pagina 87