Gemeente Breda
van reclamanten.
c. Landschappelijke waarden en inpassing.
Uit het MER wordt opgemaakt dat het om een gebied gaat met redelijk lage waarden hetgeen niet
strookt met de aan de gronden gegeven bestemming (AWL). Uit niets blijkt dat aandacht is gegeven
aan deze waarden. Ook de landschappelijke inpassing is ondeugdelijk beoordeeld nu verwezen wordt
naar een ouder rapport van de MTD in dit kader Er is weer geen aandacht voor de effecten op de
omwonenden. Verwezen wordt naar een rapport (Rob Wagemakers; bijgevoegd bij zienswijze) dat in
2007 in opdracht van belanghebbenden is opgesteld die het eindoordeel in dit kader in het MER
weerleggen en aantoont dat er geen sprake is van beperkte effecten maar dat deze aangemerkt
moeten worden als aanzienlijk tot ingrijpend.
d. Waardevermindering woning.
Reclamanten benadrukken het feit dat een en ander zeker gevolgen gaat hebben in het kader van
planschade en naast alierlei andere negatieve effecten moet dit tot de conclusie leiden dat ue
zwaarwegende belangen van reclamant ernstig worden geschaad
e. Alternatieve locaties.
De locatiekeuze is niet onderbouwd. Uit niets blijkt dat andere alternatieve locaties zijn onderzocht
terwijl die er volgens reclamant wel zijn.
f. Planregeis.
De wijze waarop in de regels met de hoogte van gebouwen en bouwwerken wordt omgegaan is
nauwelijks consistent te noemen indien zorgvuldig ruimtegebruik en kwaliteitsverbetering leidende
principes zijn De niet aan het gebied gerelateerde nutsvoorzieningen krijgen relatief ongelimiteerde
mogelijkheden terwijl de impact hiervan wel tot ver in de omtrek wordt ondervonden. Ook zijn daar
geen compensatieverplichtingen voor opgenomen in het plan. Dit is tevens volgens reclamanten in
strijd met de Verordening ruimte
g. Toekomstige ontwikkelingen
In het plan ontbreekt inzicht in toekomstige ontwikkelingen. In het gebied zouden meer windturbines
kunnen komen maar onduidelijk is waar en welke. Dit is rechtsonzeker Voorgesteld wordt de huidige
ontwikkelingen uit het plan te halen en pas als duidelijk is welke types en in welke aantallen er
windturbines zullen komen een nieuw bestemmingsplan hiervoor op te stellen.
Beoordeling
a. Negatieve gevolgen windturbines.
Ten behoeve van de verhoging van de drie windturbines zijn een aantal onderzoeken uitgevoerd die
hebben aangetoond dat deze verhoging ter plaatse aanvaardbaar is.
b. Nut en noodzaak.
Het betreft hier particuliere ontwikkelingen. De kosten van ontwikkeling, alsmede de eventuele
planschade, zijn voor rekening van de initiatiefnemers. Een en ander is vastgelegd in een
overeenkomst met de beide initiatiefnemers.
c. Landschappelijke waarden en inpassing.
In de milieueffectrapportage is in dit kader aangegeven dat het gebied, waar de windturbines zijn
voorzien, een redelijk lage waarde heeft. Waardevol in dit gebied zijn de wegenstructuren en de
verkaveling. Nu als gevolg van de ontwikkeling met de windturbines hierin niets wijzigt is het effect
neutraal zeker nu het gaat om een ophoging van bestaande en op basis van een verleende
onherroepelijke vergunning nog te realiseren windturbines Het ophogen van de windturbines naar
het gewenste niveau heeft wel effect op de visuele kwaliteit van het landschap Ze hebben een
negatief effect op de openheid. Dit zal echter beperkt anders zijn dan nu het geval is nu het over
bestaande windturbines gaat. Vanwege de hoogte van de windturbines zijn deze moeilijk ter plaatse
landschappelijk in te passen. Ter compensatie hiervan is met de initiatiefnemers afgesproken dat een
bijdrage wordt gestort in het Groenfonds van de gemeente.
d. Waardevermindering woning
De Wet ruimtelijke ordening geeft mogelijkheden om eventuele planschade te claimen bij de
gemeente nadat het bestemmingsplan onherroepelijk is geworden De eventuele planschade
voortvloeiend uit deze ontwikkeling is voor rekening van de initiatiefnemers
e. Alternatieve locaties.
Zoals reeds eerder aangegeven is het beleid van de provincie inzake het plaatsen van windturbines
verankerd in de Verordening ruimte'-1 In de Verordening ruimte is het gebied ten oosten van de
HSL/A16 ook aangewezen als zoekgebied voor windenergie. Hiermee liggen de drie windturbines
binnen het zoekgebied en voldoen hiermee aan de eisen uit de Verordening ruimte. Bovendien gaat
het hier om een bestaande en feitelijk aanwezige turbine en twee vergunde (dus in feite dus ook
bestaande) windturbines
Raadsvoorstel Registratienr: 40995]
-58-
>w