Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 41538]
d. groene muur
In een bestemmingsplan is het aanzicht van een groene muur niet te regelen. Dit groen mag ook al
verwijderd worden, op grond van het geldende bestemmingsplan. In het inrichtingsplan voorde
herontwikkeling is veel aandacht besteed aan het groen. Er wordt gestreefd naar een groenere uitstraling
van de openbare ruimte. Er worden bomen in de Pastoor Doensstraat en Kloosterstraat aangeplant, zodat
de laanstructuur wordt versterkt. Verder krijgt het parkeerterrein groene wanden, doordat de muren naar
de aangrenzende kavels groen begroeid zullen worden. Verder komt er een diversheid aan bomen op dit
parkeerterrein die dit groene beeld versterkt. Uiteraard is het functioneel een parkeerterrein en is er
derhalve een afname van groen ten opzichte van de huidige situatie
e. contour bestemmingsplan
In de toelichting bij het bestemmingsplan is in paragraaf 1 2 inderdaad een figuur opgenomen waarbij de
ligging en begrenzing van het plangebied is weergegeven. Deze rode stippellijn is echter een grove
aanduiding van het plangebied Op de verbeelding behorende bij het bestemmingsplan is het plangebied
op schaal en juist aangeduid.
f. parkeerplaatsen
zie zienswijze 5, onder a.
g. natuurwaarden
Er is een quick scan flora en fauna uitgevoerd (zie bijlage 3 bij de toelichting). Hieruit is gebleken dat er in
het plangebied beschermde soorten voorkomen die op grond van de Flora- en faunawet zijn beschermd
Kauwen en de Vlaamse gaai vallen hier niet onder. Slechts voor bepaalde soorten geldt dat bij aantasting
van de vaste rust- en verblijfplaats van een ontheffingsplicht nodig is in het kader van de Flora- en
faunawet. Dit geldt voor bepaalde vleermuizen, de huismus en gierzwaluw. Hiervoor heeft een nader
onderzoek plaats gevonden (zie bijlage 4 bij de toelichting).Op basis van dit nader onderzoek kan
geconcludeerd worden dat er enerzijds geen vaste- rust of verblijfplaatsen binnen het plangebied zijn
gevonden van de huismus, gierzwaluw en vleermuizen. Net buiten het plangebied is echter wei een
paarverblijfplaats aangetroffen van de gewone dwergvleermuis Met bepaalde maatregelen tijdens de
bouw, zoals bijvoorbeeld door 's nachts geen zware bouwlampen te laten branden, kan echter een
negatief effect hierop op dit paarverblijfplaats worden voorkomen
h. privacy
Uit een planschaderisicoanalyse is gebleken dat slechts voor een aantal woningen wordt verwacht dat de
waarde van de woning nadelig wordt beïnvloed door de herontwikkeling. Dit komt onder andere, doordat
het aantal woningen op de verdieping toeneemt, waardoor er een toename is van inkijk bij bepaalde
woningen. De afstand van de woningen op de verdieping tot de tuinen van de woningen is echter
behoorlijk groot, waardoor inkijk en privacyverlies beperkt is.
Het staat indieners vrij, nadat het bestemmingsplan onherroepelijk is geworden, een verzoek om een
tegemoetkoming in planschade ex artikel 6.1 Wro in te dienen.
Conclusie
Het voorliggende bestemmingsplan is naar aanleiding van deze zienswijze aangepast ten opzichte van
het ontwerp (zie artikel 3.3, onder c). Op grond van bovenstaande achten wij de zienswijze deels gegrond
(onder b) en voor het overige ongegrond.
7 Mw. C. van der Made, Lange Vore 21, Dhr. Hoppenbrouwers, Lange Vore 23, Dhr. H.J. Albers,
Lange Vore 25, dhr. J.A. Gelok, Lange Vore 27, Mw. H.J.C. Gits, Lange Vore 29, Dhr. W.
Mosterdijk, Lange Vore 31, Dhr. J.C.G. Poppelaars, Lange Vore 33, Dhr. A. Pelkmans, Lange
Vore 35, Dhr. P Reinieren, Lange Vore 39, Mw. A.J.M. Kimenai, Lange Vore 41, Mw. A.M.
Graumans-de Jongh, Lange Vore 43
Samenvatting
Indieners zijn van mening dat het woongenot en in het bijzonder de waarde van hun woning vermindert
door het bestemmingsplan, die de ontwikkeling van de winkels en (zorg)woningen mogelijk maakt. Hierbij
worden de volgende argumenten aangevoerd
-9-