1. De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan
niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten
aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10 21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het
inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt:
a. gebruikmaken van een perceel door de leden van een huishouden aangemerkt als gebruikmaken
door het door de in artikel 231tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde
gemeenteambtenaar aangewezen lid van dat huishouden;
b. gebruikmaken door degene aan wie een deel van een perceel in gebruik is gegeven, aangemerkt als
gebruikmaken door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven, met dien verstande dat degene
die het deel in gebruik heeft gegeven, bevoegd is de heffing als zodanig te verhalen op degene aan
wie dat deel in gebruik is gegeven;
c. het ter beschikking stellen van een perceel voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruikmaken
door degene die dat perceel ter beschikking heeft gesteld, met dien verstande dat degene die het
perceel ter beschikking heeft gesteld, bevoegd is de heffing als zodanig te verhalen op degene aan
wie het perceel ter beschikking is gesteld.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
1 De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar, indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar
of, indien de belastingplicht aanvangt in de loop van het belastingjaar bij de aanvang van de
belastingplicht, wordt gebruikt door:
a. één persoon 216,12
b. meer dan één persoon 319,68
2. De belasting bedraagt voor het op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later
aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, in bruikleen hebben van een extra container voor
inzameling van restafval:
per extra container 92,16
Artikel 6 Wijze van heffing
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
1 De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de
belastingplicht.
2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor
zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar. na de aanvang
van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
2