Artikel 4 Vrijstelling Het recht als bedoeld in artikel 2 wordt niet geheven zolang voor de standplaats een huurovereenkomst geldt. Artikel 5 Belastingtarieven Het recht als bedoeld in artikel 2 wordt geheven naar het tarief, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel. Artikel 6 Belastingtijdvak Het belastingtijdvak is een maand. Artikel 7 Wijze van heffing Het recht wordt geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld 1Het recht als bedoeld in artikel 2 is verschuldigd bij het begin van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht. 2. Indien de belastingplicht vóór de zestiende van een maand aanvangt, is het recht, bedoeld in artikel 2, ten volle over die maand verschuldigd. 3. Indien de belastingplicht op of na de zestiende van een maand aanvangt dan wel de vrijstelling genoemd in artikel 4 vervalt, is het recht, bedoeld in artikel 2, eerst met ingang van de daarop volgende maand verschuldigd. 4. Indien de belastingplicht vóór de zestiende van een maand eindigt dan wel de vrijstelling genoemd in artikel 4 van toepassing wordt, is het recht over die maand niet verschuldigd, met dien verstande dat bij het hebben van een standplaats voor een woonwagen over een periode korter dan één maand, het recht voor tenminste één maand is verschuldigd Artikel 9 Termijn van betaling Het staangeld moet worden betaald binnen acht dagen na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving Artikel 10 Kwijtschelding Bij de invordering van staangeld wordt geen kwijtschelding verleend. 2

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2013 | | pagina 23