Artikel 3 Belastingplicht
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst
wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
Artikel 4 Vrijstellingen
Voor het begraven van stoffelijke overschotten c.q. het bijzetten van de as van kinderen, die kort na de
bevalling zijn overleden en in één kist met hun moeder worden begraven c.q. waarvan de as met die van
de moeder wordt geborgen in één asbus, is geen recht verschuldigd.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
1De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze
verordening behorende tarieventabel.
2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde
eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6 Belastingjaar
1Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het
kalenderjaar.
2. Met betrekking tot de rechten, genoemd in de tarieventabel, is het belastingtijdvak gelijk aan de
periode waarvoor wordt afgekocht.
Artikel 7 Wijze van heffing
De rechten, als bedoeld in de tarieventabel, worden geheven door middel van een gedagtekende
schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.
Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de
belastingschuldige bekend gemaakt.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld
De rechten, als bedoeld in de tarieventabel, zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij
de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.