lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
2.3.15.1 voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een
beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat
voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de
activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;
2.3.15.2 voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een
beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat
voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de
activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking
heeft.
2.3.16 Gereserveerd
2.3.17 Verklaring van geen bedenkingen
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit
hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene
maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring
van geen bedenkingen moet afgeven voordat de
omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel
2.27, eerste lid, van de Wabo:
a. indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen
moet afgeven:
b. indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen
bedenkingen moet afgeven:
2 3.18 Uitgebreide procedure
Indien voor de aanvraag omgevingsvergunning de uitgebreide
procedure moet worden gevoerd als bedoeld in artikel 3.10 van de
Wabo en de ter inzagelegging van het ontwerpbesluit heeft
plaatsgevonden wordt eenmalig een toeslag berekend van:
2.3.19 Afwijkende tarieven omgevingsvergunning met betrekking tot
artikel 3.1, tweede lid, Wro
2.3.19.1 Het tarief dat voortvloeit uit de berekening genoemd onder 2.3.1.1
wordt verminderd met 9%, indien de aanvraag mede dient te worden
getoetst aan een bestemmingsplan waarvoor niet is voldaan aan de
verplichting als bedoeld in artikel 3.1, tweede lid, van de Wro.
2.3.19.2 De artikelen 2.3.2, 2.3.3.1 t/m 2.3 3.4, 2.3.4 1 t/m 2.3.4 5 en 2.3.4.7
blijven buiten toepassing indien de aanvraag dient te worden getoetst
aan een bestemmingsplan waarvoor niet is voldaan aan de
verplichting als bedoeld in artikel 3.1, tweede lid, van de Wro.
Hoofdstuk 4 Vermindering
2.4.1 Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning is
voorafgegaan door een aanvraag voor een initiatiefplan als bedoeld
in onderdeel 2.2.1 worden de volgende geheven leges in mindering
gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de
aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in onderdeel 2.3:
a. de geheven leges op grond van onderdeel 2.2.1.1;
b. de geheven leges voor het eerste advies op grond van onderdeel
2.2.1 2;
c. de geheven leges op grond van onderdeel 2.2.1.3.
Hierbij geldt als voorwaarde dat het om hetzelfde project gaat en het