Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 41690] Beoordeling 1. Het onderhavige bestemmingsplan 'Tuinzigt-Westerpark, Weerschijnvlinder 10' ziet enkel op het perceel aan de Weerschijnvlinder 10 en omvat niet het gehele plangebied van het bestemmingsplan 'Tuinzigt-Westerpark'. Er is dus geen sprake van een wijziging van het gehele bestemmingsplan. Naast de bestemmingsplanprocedure had de bouw van een woning ook mogelijk gemaakt kunnen worden middels een omgevingsvergunning met afwijkingsbesluit maar voor deze laatste procedure is een voldoende concreet bouwplan vereist, hiervan is nog geen sprake. 2. Een bestemmingsplan bevat geen bouwplicht, middels een bestemmingsplan kan dan ook geen realisatie worden afgedwongen. Een bestemmingsplan heeft een looptijd van 10 jaar, waarna actualisatie dient plaats te vinden. Gedurende die 10 jaar kan de eigenaar van een perceel beschikken over de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt maar de eigenaar hoeft deze mogelijkheden niet (maximaal) te benutten. Bij actualisatie van de planologie wordt vervolgens bezien of de geldende bestemmingen en de planologische (on)mogelijkheden nog in overeenstemming zijn met het vigerende beleid en de feitelijke situatie. Gewijzigd beleid kan van invloed zijn hierop. Bij het opstellen van het geactualiseerde bestemmingsplan Tuinzigt-Westerpark' (periode 2009-2011) bleek dat er sprake was van een overprogrammering aan woningen tot 2020. Hierop is in 2010 beleid omtrent de stedelijke (her)programmering vastgesteld, welk beleid moet worden doorvertaald in bestemmingsplannen. Om sturing te krijgen en te behouden op het gebied van woningbouw is in bestemmingsplannen, zoals het bestemmingsplan 'Tuinzigt-Westerpark', opgenomen dat woningvermeerdering is uitgesloten. Het gevolg hiervan is dat bouwmogelijkheden waar de afgelopen tien jaar geen gebruik van is gemaakt zijn wegbestemd. Hoewel een bestemmingsplan dus geen bouwplicht bevat brengt het (te) lang onbenut laten van bouwmogelijkheden het risico met zich mee dat deze onbenutte bouwmogelijkheden worden wegbestemd als gevolg van gewijzigde omstandigheden. 3. Zie beoordeling onder 2. 4. Het perceel heeft in het bestemmingsplan 'Tuinzigt-Westerpark' de bestemming Wonen, met dien verstande dat het aantal woningen niet mag worden vermeerderd. Ook in dit nieuwe bestemmingsplan 'Tuinzigt-Westerpark, Weerschijnvlinder 10' heeft het perceel de bestemming Wonen, met dien verstande dat nu wel de mogelijkheid wordt geboden één woning te bouwen. 5. Buiten het toestaan van de bouw van een nieuwe woning wordt ter plaatse van het perceel Weerschijnvlinder geen verruiming mogelijk gemaakt, de regels voor de bestemming Wonen zijn hetzelfde als voor de omringende woningen in het bestemmingsplan Tuinzigt-Westerpark'. 6. Initiatiefnemer heeft enkel een verzoek ingediend voor de bouw van een vrijstaande woning. Binnen de bestemming Wonen is het (altijd) rechtstreeks mogelijk om in de woning een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit uit te oefenen. Voorwaarde is dat het in hoofdzaak gaat om een niet- publieksaantrekkende activiteit, welke op kleine schaal in een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende activiteit een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie. In een bijgebouw is een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit niet rechtstreeks mogelijk maar middels een zgn. binnenplanse afwijking. Deze mogelijkheid zit standaard in de bestemming Wonen en er zijn geen ruimtelijke en stedenbouwkundige aanleidingen die ertoe hebben geleid dat de voorschriften voorde nieuwe woning aan de Weerschijnvlinder 10 beperkter van aard moeten zijn dan de voorschriften die van toepassing zijn voor de omringende woningen. 7. Er is geen verzoek ingediend om een bedrijf te vestigen op het perceel aan de Weerschijnvlinder 10. noch wordt dit planologisch mogelijk gemaakt middels het bestemmingsplan 'Tuinzigt-Westerpark, Weerschijnvlinder 10'. 8. a. De aanleiding voor het opstellen van het bestemmingsplan Tuinzigt-Westerpark, Weerschijnvlinder 10' is het mogelijk maken van de bouw van één woning; b. Het ingediende verzoek betreft de bouw van een woning, de gestelde bouwregels en gebruiksregels zijn dezelfde als die gelden voor de omringende woningen; c. De afstand van de woning tot de zijdelingse bouwperceelgrenzen moet minimaal 3 meter bedragen, de afstand tot de achterste perceelsgrens is niet voorgeschreven. Wel wordt bepaald dat de diepte van de woning maximaal 15 meter mag bedragen. Bijgebouwen mogen worden opgericht op een afstand van minimaal 1 meter van de zijdelingse bouwperceelgrenzen, voor de afstand tot de achterste perceelsgrens is niets opgenomen. Een en ander conform de geldende regels voor alle woningen binnen het plangebied 'Tuinzigt- Westerpark'. Er zijn geen ruimtelijke en stedenbouwkundige aanleidingen die ertoe leiden dat de maatvoeringsvoorschriften voor de nieuwe woning aan de Weerschijnvlinder 10 beperkter van aard moeten zijn dan de maatvoeringsvoorschriften die gelden voor de omringende woningen;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2014 | | pagina 24