Gemeente Breda
Raadsvoorstel Registratienr: 41808]
Uitvoering van het besluit
De wijze van uitvoering van dit besluit, de condities en voorwaarden, alsmede de datum van
inwerkingtreding zullen worden opgenomen in een nog op te stellen doordecentralisatieovereenkomst.
Deze wordt afgesloten door de gemeente met alle individuele schoolbesturen en mede ondertekend door
het bestuur van de nog nader daartoe door de besturen op te richten rechtsvorm (coöperatie).
Met de ondertekening van deze overeenkomst wordt de doordecentralisatie formeel bekrachtigd.
Met voorliggend besluit zal de Verordening Voorzieningen Huisvesting Onderwijs Breda niet langer op
deze categorieën schoolbesturen van toepassing zijn. Daarom zal de betreffende bepaling in de
Verordening worden gewijzigd.
Argumenten
Het eindrapport is opgebouwd uit een aantal hoofdstukken die een inzicht geven in het proces tot nu toe
en in de voorwaarden en condities waaronder de doordecentralisatie mogelijk is.
Als bijlage is een samenvattende toelichting en een factsheet toegevoegd. De samenvatting bevat een
toelichting op onderdelen als doelstelling, omvang en haalbaarheid, jaarlijkse vergoeding, het MJP,
doorrekening op haalbaarheid en financierbaarheid, overeenkomst, rechtspersoon, besluitvorming en
overgangssituatie tot aan de overdracht. De factsheet bevat de concrete data.
Op basis van de resultaten uit het tot nu toe doorlopen proces kan de conclusie worden getrokken dat
doordecentralisatie van de huisvestingsmiddelen haalbaar is. Besluitvorming is zowel van de zijde van de
gemeente als van de schoolbesturen nog noodzakelijk. Vanwege de omvang van de doordecentralisatie
en het proces van de bijbehorende uitwerkingen is er voor gekozen het besluitvormingsproces te faseren
in de besluitvorming nu en de formele goedkeuring aan de op te stellen juridische documenten inclusief
de ondertekening.
Afwegingen
Voor de ontwikkeling van een rechtspersoon is een Programma van Eisen opgesteld, waaruit blijkt dat
vooralsnog de coöperatie de meest geëigende vorm is. Dit wordt onder meer ingegeven door het feit dat
bij deze rechtsvorm de uitgesloten aansprakelijkheid (ua) kan worden toegepast en de coöperatie het
beste past bij het doel waarvoor het wordt opgericht.
Gezien het feit dat recent de fiscale wetgeving is gewijzigd is de coöperatie als rechtsvorm VPB
(vennootschapsbelasting)-plichtig geworden. Dit maakt de coöperatie onaantrekkelijk. Door de stuurgroep
is een onderzoeksvraag uitgezet op welke wijze dit probleem kan worden overwonnen. Mocht dit echter
niet slagen, dan zal voor een andere rechtsvorm gekozen moeten worden. De vereniging of de stichting
komen dan in beeld. Voor deze rechtsvormen geldt de VPB-plicht niet. Echter, in deze gevallen dient een
oplossing te worden gevonden voor het uitsluiten van de aansprakelijkheid van de schoolbesturen. De
stuurgroep zal vóór het besluitvormingstraject fase 2 (de formele documenten) de uitkomsten van deze
vraagstukken aan de besturen en gemeente voorleggen.
Ten aanzien van de overname van de gebouwen is overeengekomen dat de vijf recentelijk opgeleverd en
in gebruik genomen Brede Scholen (Huis van de Heuvel, Noorderlicht, Olympia, De Mandt en De Stee)
niet zullen overgaan. Reden hiervoor is dat aan de exploitatie ervan veel onzekerheden vastzitten. De
leegstand die er nu in is opgetreden, vanwege de bezuinigingen op bibliotheken, welzijnswerk en
kinderopvang, geeft teveel risico's. De complexiteit van de gehele doordecentralisatie mag niet belast
worden met deze onzekerheden. De jaarlijkse kosten van rente en afschrijving voor deze panden zullen in
mindering worden gebracht op de jaarlijkse vergoeding. Voor wat betreft de over te nemen
gymnastiekzalen is afgesproken dat nog zal worden bekeken of deze in een later stadium alsnog kunnen
worden overgenomen.
Tevens dient nog een voorstel tot eenmalige herverdeling van de boekwaarden te worden besproken en
goedgekeurd. Met deze herverdeling ontstaat een meer evenwichtige verdeling van de boekwaarden ten
opzichte van de werkelijke waarde van de panden.
Tot slot worden nog nadere afspraken gemaakt over de wijze van overdracht van het bouwheerschap bij
lopende projecten. Daarbij is van groot belang dat een goede inschatting van de risico's kan worden
gemaakt en zal de overdracht zoveel mogelijk aansluiten bij de afronding van een fase van het project.