Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 41808]
Uitgangspunt daarbij is dat de rechtspersoon de zorgplicht kan blijven uitoefenen met condities die
evenredig zijn met de in de overeenkomst overeengekomen condities:
a. de gemeente kan de jaarlijkse vergoeding naar beneden bijstellen, maar:
i. kan de vergoeding nooit verder verlagen dan het niveau dat nodig is om de door de
rechtspersoon reeds aangegane meerjaren verplichtingen te kunnen blijven betalen;
ii. moet voldoende ruimte laten aan de rechtspersoon om de zorgplicht te kunnen blijven
uitvoeren op het afgesproken kwaliteitsniveau en met hantering van de
overeengekomen afschrijvingssystematiek;
iii. indien de gemeente, de rechtspersoon en de leden het niet eens worden over de bij
de stelselwijziging passende wijziging van de jaarlijkse vergoeding, dan wordt gebruik
gemaakt van de geschillenregeling c.q. de arbitragemogelijkheid die in de
overeenkomst is geregeld.
b. de rechtspersoon hanteert een systeem van MJP-planning van 4 en 8 jaar om de
toepasbaarheid van de mogelijkheid tot bijstelling toe te kunnen passen. Dit
planningssysteem houdt in dat elke 4 jaar een MJP voor 8 jaar wordt vastgesteld, met in de
eerste 4 jaar een lijst van harde investeringsprojecten en voor de tweede 4 jaar een
indicatieve lijst van investeringsprojecten.
Na formele goedkeuring van de doordecentralisatie zal de op te richten rechtspersoon de boekwaarde
t.w.v. 67.258.231,- van de vermelde lijst met gebouwen vergoeden aan de gemeente. Daarmee wordt
de overname van het economisch claimrecht geëffectueerd. De gemeente zal met de op te richten
rechtspersoon een leningsovereenkomst aangaan voor de financiering van deze boekwaarde. Hiermee
verloopt deze operatie voor de gemeente budgettair neutraal. Verder is afgesproken dat de gemeente de
benodigde investeringen tot en met 2019 financiert tegen de dan geldende interne rekenrente (Voor 2014
en 2015 is de raming ongeveer 19,4 miljoen, respectievelijke 17,2 miljoen op basis van een 30 jarige
looptijd, 30 jarige lineaire aflossing en tegen het vastgestelde renteomslagpercentage van 3,9 En over
2016 t/m 2019 een raming van ongeveer gemiddeld 5,9 miljoen per jaar (in totaal 23,6 miljoen) per
jaar op basis van een maximale looptijd van 30 jaar, lineaire aflossing en tegen maximaal het
vastgestelde renteomslagpercentage.) Dat betekent dat de schoolbesturen kiezen voor een gemeentelijke
financiering. Wel is overeengekomen dat de rechtspersoon daarnaast de mogelijkheid behoudt in de
toekomst te kiezen voor een externe financier.
Over de verhoudingen voor de gemeente ten aanzien van de positie van het vastgoed is juridisch advies
ingewonnen bij AKD In dat advies wordt aangegeven dat bij externe financiering een eerste recht van
hypotheek voor de gemeente noodzakelijk is om de rechten vast te leggen en dat het ongewenst is een
gedeeld eerste recht van hypotheek toe te laten. Voorts wordt geadviseerd om een vorm van
garantieverlening toe passen conform de geldende regels hieromtrent binnen de gemeente. Het
betreffende juridische advies ligt bij de stukken ter inzage.
Ten aanzien van de businesscase is een review gevraagd aan de huisaccountant Ernst Young.
De conclusie van de accountant is dat de gehanteerde uitgangspunten bij de bepaling van de parameters
binnen een acceptabele bandbreedte vallen. Voorts is een aantal aanbevelingen en vervolgstappen
voorgesteld die volledig in de lijn van de reeds gemaakte afspraken liggen. Het betreffende advies ligt
eveneens bij de stukken ter inzage.
Communicatie
Communicatie tot nu toe
Het proces doordecentralisatie vindt in volledige samenwerking plaats met de gezamenlijke
schoolbesturen van het Primair en Speciaal Onderwijs. Schoolbesturen, Raden van Toezicht,
GMR'en en gemeenteraad worden met periodieke bijeenkomsten bijgepraat en geïnformeerd over
het proces.