Gemeente Breda
Raadsvoorstel Registratienr: 41911]
Uitvoering van het besluit
Na instemming met het beleidskader Jeugdhulp worden door Breda en in regionaal verband van West
Brabant Oost onderdelen verder uitgewerkt. In het najaar van 2014 volgt het uitvoeringsplan 2015.
Voor 2015 ligt de focus vooral op het goed organiseren van 'de generalistische hulp'. Deze wordt
uitgevoerd door de huidige CJG-teams (Centrum Jeugd en Gezin) aangevuld met enkele
jeugdzorgprofessionals die expertise en ervaring hebben om ook de jongeren te begeleiden die nu nog
deels vanuit de tweedelijns zorgaanbieders worden geholpen. De meeste winst ligt bij het versterken van
de voorkant, het slim verbinden van en samenwerken door huisartsen en jeugdgezondheidszorg, de
partners uit het onderwijs, leerplichtambtenaren en CJG-ers. Voor de specialistische zorg (inclusief
jeugdbescherming en jeugdreclassering) zijn in het regionale transitiearrangement afspraken gemaakt
met de huidige zorgaanbieders zodat kinderen en jongeren in 2015 gegarandeerd zijn van zorg. Er
worden de eerste jaren dan ook geen rigoureuze veranderingen doorgevoerd in de organisatie van die
specialistische zorg. Wel onderzoekt uw college samen met aanbieders mogelijkheden om daar waar
mogelijk slimmer en goedkoper te organiseren en samenwerking te intensiveren.
De komende maanden werkt uw college een aantal onderdelen uit voorliggend beleidskader nader uit
zoals:
- sturing op maatschappelijke resultaten en de vertaling naar afspraken met aanbieders;
- de rollen, taken en bevoegdheden van het adviesteam bij het inzetten van specialistische zorg;
- monitoring van de vraag naar zorg en bewaking van de budgettaire kaders;
- de inkoop van de jeugd GGz en de rol van de zorgverzekeraars daarbij;
- de uitvoering van jeugdbescherming en jeugdreclassering door gecertificeerde instellingen;
- de inkoop van bovenregionale jeugdhulp en de vormgeving van de samenwerking tussen gemeenten en
regio's.
Argumenten
De uitgangspunten voor dit beleidskader zijn de volgende:
we gaan uit van de talenten, kwaliteiten en eigen verantwoordelijkheid van jeugd en ouders;
focus op goede ondersteuning dichtbij huis, door CJG-ers als vertrouwd aanspreekpunt;
CJG-ers werken onafhankelijk van aanbieders van specialistische zorg;
toegang tot de specialistische zorg is onafhankelijk georganiseerd van het aanbod van diezelfde zorg;
jeugd en ouders hebben keuzevrijheid (er is dus voor alle vormen van zorg meer dan 1 aanbieder
zowel in vrijwillig als gedwongen kader).
Voornoemde uitgangspunten zijn eerder verwoord in het Plan van Aanpak Samenwerken voor de Jeugd
in West Brabant Oost. Tevens vormen zij de basis voor de afspraken in het Regionaal
Transitiearrangement zijn vastgelegd. Voorliggend beleidskader geeft aan hoe concretisering van deze
uitgangspunten gezien wordt. Het gaat dan zowel om de uitvoering lokaal (generalisten/CJG) als de
toeleiding naar en uitvoering van specialistische zorg (die regionaal of bovenregionaal georganiseerd
wordt).
Afwegingen
Omdat de Jeugdwet nog niet is vastgesteld en het financieel kader pas in mei 2014 definitief bekend is, is
ervoor gekozen om de nodige voorbehouden en marges in te bouwen in dit beleidskader.
In het beleidskader wordt aangegeven dat globaal 15% (met marge) van het beschikbare budget vanuit
de decentralisatie uitkering (DU) Jeugdzorg gereserveerd wordt voor het opvangen van eventuele
kostenstijgingen inclusief verdiscontering Persoonsgebonden Budget (PGB) (5%), voor het organiseren
van de jeugdhulp (beheerskosten 2%) en de toeleiding naar zorg (5%, o.a. huidige taken Bureau
Jeugdzorg en Centrum Indicatiestelling Zorg
Het budget dat minimaal beschikbaar geacht wordt voor daadwerkelijk uitvoering van jeugdhulp (kosten
zorg) is dus 85% van het totaal beschikbare budget. Let wel: het gaat hier dus om een reservering van
het beschikbare budget en niet om een 'korting' of bezuiniging.
