Gemeente Breda
Raadsvoorstel Registratienr: 41950]
De rol van de burgemeester.
De burgemeester heeft in de Integriteitsdiscussie als voorzitter van zowel de gemeenteraad als van het
college een bijzondere rol. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft dat benadrukt
door in het conceptwetsvoorstel tot wijziging van de Gemeentewet neer te leggen dat de burgemeester
'belast is met de zorg voor bestuurlijke integriteit'.
in Breda heeft de burgemeester deze rol vooruitlopend op de wetswijziging invulling gegeven door
allereerst centraal en actief in bovengeschetst integriteitstraject te staan. In de nabije toekomst zal deze
rol verder handen en voeten krijgen door onder meer:
- De verplichting voor burgemeesters om jaarlijks te rapporteren over de integriteit binnen de eigen
gemeente zal wettelijk worden verankerd;
- Het verzoek van de CdK, die ook belast is met de zorgplicht ten aanzien van bestuurlijke
integriteit, aan burgemeesters om na de gemeenteraadsverkiezingen van 19 maart 2014 naar
analogie van Kroonbenoemingen coördinator te zijn bij de screening voorafgaande aan de
benoeming van kandidaat-wethouders.
Deze punten zijn ook hieronder als bouwsteen geformuleerd
Belangrijkste inzichten naar aanleiding van doorlopen traject.
De opbrengst van het hierboven geschetste traject zijn vooralsnog samen te vatten in 4 punten. Deze
punten zijn belangrijk om integriteit in de Bredase gemeentelijke organisatie dié rol te laten hebben die
het verdient. Het betreft
- Wat 'wel kan' en wat 'niet kan', moet ordelijk en actueel zijn neergeschreven in gedragslijnen,
codes en protocollen;
- Voor het integer handelen zijn echter niet alleen regels, codes en protocollen nodig. Het is ook en
vooral nodig dat een voortdurend gesprek wordt gevoerd over de toepassing van die regels in ons
dagelijks handelen. Zonder dat gesprek krijgen de regels geen voedingsbodem en ook geen
betekenis. Het resultaat van dit constante gesprek is moresprudentie: een typisch Bredase
verzameling aan gedeelde opvattingen over wat wel en niet integer is.
Het streven naar integriteit moet op hetzelfde moment zowel binnen de ambtelijke organisatie als
binnen het gemeentebestuur aandacht krijgen. Bovendien moet dit streven naar integriteit ook
een vertaalslag krijgen naar wat de gemeente van zijn partners verwacht.
Het op de agenda plaatsen van integriteit is zoveel makkelijker en constructiever als dit (zoals in
Breda is gedaan) gebeurt vanuit een "schone" startsituatie. Dat wil zeggen vanuit een
uitgangssituatie die niet is gekenmerkt door relletjes of schandalen o.i.d. Door vanuit deze
situatie zaken niet-vrijblijvend bespreekbaar te maken en te houden wordt voorkomen dat
onbedoeld ongewenste situaties ontstaan.
De bouwstenen voor het Bredaas integriteitsbeleid.
Voor het structureel in gang zetten en borgen van een meerjarig integriteitsbeleid, uit te voeren door
gemeenteraad, college van B&W en de burgemeester, zijn de volgende bouwstenen geformuleerd.
Er wordt door de gemeenteraad een werkgroep Integriteit ingesteld, bestaande uit
raads/commissieleden en ambtelijke medewerkers. Doel van de werkgroep is om een blijvende
impuls te geven aan het ontstaan en onderhouden van de Bredase moresprudentie: het
vastleggen van gevallen (casi) waarbij de integriteitsvraag werd gesteld in zodanige vorm dat
daar ook in de toekomst door politici lering uit getrokken kan worden;
Minimaal eens per jaar nemen de Bredase gemeenteraads- en commissieleden deel aan een
intervisiesessie over integriteit waarbij ervaringen gedeeld worden en men elkaar kan bevragen
over eventuele dilemma's die zich hebben voorgedaan. De werkgroep zorgt voor adequate
voorbereiding van de intervisie en voor vastlegging van de opbrengsten;
Jaarlijks brengt de burgemeester verslag uit van de voortgang van de implementatie van de
voorliggende 'Bouwstenen Bredaas integriteitsbeleid';
De burgemeester krijgt, vooruitlopend op de in procedure zijnde wijziging van de Gemeentewet op
dit punt, als taak om voorafgaande aan de wethoudersbenoemingen een toets op integriteit uit te
voeren;
De Bredase gedragscode politieke ambtsdragers wordt geactualiseerd met gebruikmaking van de
tijdens het traject opgedane inzichten;
Het college van burgemeester en wethouders wordt verzocht de voor ambtelijke medewerkers
geldende "Nota Integriteitsbeleid 2005" telkens te vernieuwen naar actuele inzichten;
In de komende periode dient nader onderzocht te worden of, en zo ja, hoe aan de functie
'compliance officier' zijnde een functionaris met bevoegdheden in geval van
integriteitsschendingen, in politiek-bestuurlijke context vorm gegeven kan worden;
-2-