Gemeente Breda
Raadsvoorstel Registratienr.: 41890]
Agendapuntnummer: 7 Aantal bijlagen:
Onderwerp
Voorstel tot eerste wijziging van de Legesverordening Breda 2014
Voorgesteld besluit
1. De verordening tot eerste wijziging van de Legesverordening Breda 2014 vast te stellen.
Inleiding
Bij schrijven van 10 januari 2014 heeft de Minister van Binnenlandse Zaken een aantal wijzigingen
aangekondigd, welke betrekking hebben op paspoorten, reisdocumenten en identiteitskaart. Deze -
wettelijke- wijzigingen treden in werking op 9 maart 2014.
De wijzigingen betreffen de status en geldigheidsduur van de identiteitskaart alsmede de rijksleges en
maximumtarieven voor paspoorten, reisdocumenten, en identiteitskaart.
Beoogd effect van het besluit
Aanpassing Legesverordening Breda 2014 aan de rijksvoorschriften.
Uitvoering van het besluit
De directie Dienstverlening, afdeling Publieksservice voert de betreffende legesvoorschriften uit.
Argumenten
In de wijziging van de Paspoortwet (Kamerstukken 30440 (R1990)) wordt de geldigheidsduur van de
reisdocumenten en de Nederlandse identiteitskaart voor personen van 18 jaar en ouder verlengd tot 10
jaar. Ook is daarin de nieuwe grondslag voor de legesheffing opgenomen; die is niet langer artikel 229,
eerste lid, aanhef en onder b, Gemeentewet, maar artikel 7 in samenhang met artikel 2, tweede lid, van
de Paspoortwet. De Nederlandse identiteitskaart is voortaan geen reisdocument meer (hoewel daarmee
wel als document voor grensoverschrijding binnen de Europese Unie en een aantal andere landen kan
worden gereisd).
De algemene en formele belastingbepalingen in de Gemeentewet zijn van toepassing (paragraaf 1 en 4
van hoofdstuk XV Gemeentewet). De opbrengstnorm van artikel 229b Gemeentewet is van
overeenkomstige toepassing.
In verband met de wijziging van de Paspoortwet gaan ook nieuwe maximumtarieven gelden, die zijn
aangekondigd in de brief van de Minister van Binnenlandse Zaken van 10 januari 2014 aan de voorzitter
van de Tweede Kamer der Staten-Generaal en zijn gepubliceerd op de website van het Agentschap BPR
van BZK.
De legesverordening moet worden gewijzigd:
- omdat er een andere wettelijke grondslag voor de leges geldt;
- omdat de formulering van het belastbaar feit wijzigt;
- omdat de formulering van de belastingplicht wijzigt;
- omdat nieuwe maximumtarieven gelden.
In genoemde brief deelt de minister mee dat de wijzigingen 9 maart 2014 in werking treden.