Gemeente Breda
Raadsbesluit Registratienr: 42093]
8. Voor het bepalen van de volstrekte meerderheid als bedoeld in artikel 30 van de Gemeentewet
worden geacht geen stem te hebben uitgebracht die leden die geen behoorlijk stembriefje hebben
ingeleverd. Onder een niet behoorlijk ingevuld stembriefje wordt verstaan:
een blanco ingevuld stembriefje
een ondertekend stembriefje
een stembriefje waarop meer dan één naam is vermeld, tenzij de stemming verschillende
vacatures betreft
een stembriefje waarbij, indien het een benoeming op voordracht betreft, op een persoon
wordt gestemd die niet is voorgedragen
een stembriefje waarbij op een ander persoon wordt gestemd dan die waartoe de stemming is
beperkt.
9. In geval van twijfel over de inhoud van een stembriefje beslist de raad op voorstel van de voorzitter.
10. Onder de zorg van de griffier worden de stembriefjes onmiddellijk na vaststelling van de uitslag
vernietigd.
Artikel 34 Herstemming over personen
1. Wanneer bij de eerste stemming niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, wordt tot een
tweede stemming overgegaan.
2. Wanneer ook bij deze tweede stemming door niemand de volstrekte meerderheid is verkregen, heeft
een derde stemming plaats tussen twee personen, die bij de tweede stemming de meeste stemmen
op zich hebben verenigd. Zijn bij de tweede stemming de meeste stemmen over meer dan twee
personen verdeeld, dan wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee personen de
derde stemming zal plaatshebben.
3. Indien bij tussenstemming of bij een derde stemming de stemmen staken, beslist terstond het lot.
Artikel 35 Beslissing door het lot
1. Wanneer het lot moet beslissen, worden de namen van hen tussen wie de beslissing moet
plaatshebben, door de voorzitter op afzonderlijke, geheel gelijke, briefjes geschreven.
2. Deze briefjes worden, nadat zij door het stembureau zijn gecontroleerd, op gelijke wijze gevouwen, in
de stembus gedeponeerd en omgeschud.
3. Vervolgens neemt de voorzitter één van de briefjes uit de stembus. Degene wiens naam op dit briefje
voorkomt is gekozen.
Hoofdstuk 4: Rechten van leden
Artikel 36 Amendementen
1. leder lid kan tot het sluiten van de beraadslagingen amendementen indienen. Alleen beraadslaagd
kan worden over amendementen die ingediend zijn door leden, die de presentielijst getekend hebben
en in de vergadering aanwezig zijn.
2. leder lid dat in de vergadering aanwezig is, is bevoegd op het amendement dat door een lid is
ingediend, een subamendement voor te stellen.
3. Een amendement en een subamendement moeten, met verwijzing naar dit artikel, schriftelijk en door
de indiener ondertekend, bij de voorzitter worden ingediend, tenzij de voorzitter - met het oog op het
eenvoudige karakter van het voorgestelde - oordeelt, dat met een mondelinge indiening kan worden
volstaan.
4. Degene, die een amendement of een subamendement heeft ingediend krijgt van de voorzitter
gelegenheid om daarop een beknopte toelichting te geven.
5. In afwijking van het bepaalde in artikel 23, eerste lid, kan de voorzitter aan de beraadslaging over een
aan de orde zijnd onderwerp een spreektermijn toevoegen, voor zover zulks, naar zijn oordeel, voor
de behandeling van een amendement of een subamendement nodig is.
6. Intrekking door de indiener(s) van een amendement of subamendement is mogelijk totdat de
besluitvorming door de raad heeft plaatsgevonden.