Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 42002]
Ten aanzien van de grootte van de hal is aangesloten bij het beleid in deze zoals dat ook is
opgenomen in het bestemmingsplan Buitengebied Noord voor maneges. Ook in het ontwerp van
het bestemmingsplan Buitengebied Zuid 2013, waarbinnen dit bedrijf is gelegen, zijn deze regels
voor maneges overgenomen. Bij maneges mogen ten behoeve van deze activiteit rijhallen
aanwezig zijn van maximaal 4000 m2. Deze aanvraag voldoet hieraan.
Het gaat hierbij verder om een omgevingsvergunning met afwijking die wordt getoetst aan het
nieuwe beleid. De rijhal blijft beneden de 4000 m2. De omgevingsvergunning is ook bedoeld om
het gebruik van de gebouwen, inclusief de uitbreiding, voor manegeactiviteiten te bewerkstelligen.
De door appellanten aangehaalde Beleidsnotitie functieverruiming buitengebied is niet langer in
werking. Met het vaststellen van de Structuurvisie Breda 2030 is deze beleidsnotitie ingetrokken.
Bovendien is de grondslag voor de notitie, de Notitie Buitengebied in Ontwikkeling van de
provincie, inmiddels ook vervallen nu deze door de provincie is ingetrokken bij de inwerkingtreding
van de Verordening ruimte.
De aanvraag om omgevingsvergunning is, zoals ook al eerder is aangegeven, bedoeld om af te
wijken van de vigerende bestemmingsplanregels teneinde ter plaatse een manegebedrijf met
bebouwing toe te staan. Dat in de ruimtelijke onderbouwing wordt verwezen naar de uitspraak van
de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uit 2011 inzake de behandeling van de
beroepschriften tegen het bestemmingsplan Buitengebied Zuid mag duidelijk zijn nu door de
Afdeling in die uitspraak de positieve bestemming in het betreffende plan voor de onderhavige
locatie is vernietigd. Bovendien wordt een aanvraag om omgevingsvergunning met afwijking
alleen getoetst aan het nieuwe beleid in deze en niet naar beleid dat inmiddels is ingetrokken.
In de ruimtelijke onderbouwing is, anders dan appellanten menen, wel ingegaan op de punten die
in de uitspraak zijn genoemd en op basis waarvan toen het bestemmingsplan voor deze locatie is
vernietigd. In de ruimtelijke onderbouwing is afdoende aangetoond dat geen (landschap)waarden
worden geschaad met het verlenen van deze omgevingsvergunning.
Conclusie
Deze zienswijze deels gegrond en deels ongegrond te verklaren.
3. Verordening ruimte 2012
Samenvatting
De Verordening ruimte 2012 verzet zich volgens appellanten tegen het verlenen van de
vergunning. Er wordt in de aanvraag een beroep gedaan op de uitbreiding van een bestaand
bedrijf op basis waarvan, gelet op de ligging van het bedrijf binnen de groenblauwe mantel, het
bedrijf toch mag uitbreiden. Volgens appellanten is er echter sprake van een nieuwe ontwikkeling,
hetgeen ook zou blijken uit de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van
State in welk kader een bestemmingsvlak mag worden toegekend van maximaal 5000 m2.
Bovendien moet voldaan worden aan hetgeen hierover in artikel 11.6 lid 2 van de Verordening is
bepaald inzake de te leveren verantwoording met betrekking tot de aanvaardbaarheid van deze
ontwikkeling. Volgens appellanten heeft de locatie wel degelijk ecologische waarden vanwege de
ligging hiervan in de onmiddellijke nabijheid van het zeer kwetsbare bosgebied de
Krabbebosschen. Volgens appellanten moet bij nieuwe ontwikkeling ook rekening gehouden
worden met omliggende waarden waarbij o.a. als voorbeeld wordt gegeven dat vanuit de manege
ook bosritten worden georganiseerd die een verstorende werking kunnen hebben op de
ecologische waarden van dat gebied.
Verder ontbreekt volgens reclamanten een toelichting als bedoeld in artikel 3.8 lid 4 in samenhang
met artikel 116 van de Verordening ruimte 2012. Ook het Flora en faunaonderzoek is
ondeugdelijk vanwege de gebruikte inventarisatiegegevens van het natuurloket.
Beoordeling
Er is in de ruimtelijke onderbouwing inderdaad een verwijzing gemaakt naar art. 11.7 lid 2 maar
hierin is ook een verwijzing opgenomen naar artikel 11.6, lid 3.
In dit laatste artikel wordt aangegeven dat aan bestaande bedrijven in de milieucategorieën 3 en
hoger een uitbreiding gegeven mag worden. Dit is ook met name waarop de onderhavige
aanvraag is getoetst.