Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 41992]
Dit hoeft overigens niet in de omgevingsvergunning te worden vastgelegd, aangezien die vergunning
alleen ziet op het bouwen van het complex. Door de overeenkomst is een en ander privaatrechtelijk
vastgelegd.
Zienswijzen 16, R. Looijmans en P. Claus
Deze zienswijze is mede ondertekend door bewoners Spoorbaanstraat/Elsstraat/Kwakkelhutstraat,
genoemd onder de nummers 3, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 17, 18, 19, 20, 2122
De nummers 3, 10, 12, 14 en 22 hebben ook een eigen zienswijze ingediend.
De zienswijzen zullen als één zienswijze behandeld worden.
Samenvatting 16.1.
Het complex, dat 12 meter hoog wordt, moet voorzien worden van een "dove gevel" en er moet een
ontheffing van de voorkeursgrenswaarde verleend worden. Niet staat aangegeven hoever het complex
van het spoor af ligt; op basis van de tekening wordt ingeschat dat dit circa 25-30 meter bedraagt. Dit is
een afstand waarbij het geluidsniveau erg hoog is. Niet gesproken wordt over de gevolgen van
weerkaatsing van het spoorgeluid van de "dove gevel" van het complex Gezien de hoge akoestische
waarden die op deze "dove gevel" berekend zijn, is het redelijkerwijs te verwachten dat de weerkaatsing
van geluid tot extra geluidsoverlast aan de andere zijde van het spoor leidt. En deze verhoging van het
geluidsniveau - door weerkaatsing van het spoorlawaai tegen een dichte muur van 12 meter hoog en
ongeveer 80 meter lang -is zeer ongewenst en gaat in tegen wettelijke normen.
Hoe wordt de toename van de geluidshinder tegengegaan?
Beoordeling
Ad 16.1.
Ten behoeve van het project is een akoestisch onderzoek opgesteld in oktober 2013. Naar aanleiding van
de ingediende zienswijzen is dit onderzoek in april 2014 aangevuld met een passage over reflectie van
het geluid.
In het onderzoek is een nadere verkenning uitgevoerd naar de effecten van de ontwikkeling op de
bestaande omgeving. Hierbij is de reflectie van het gebouw doorgerekend. Als resultaat wordt een
maximale theoretische verhoging berekend van 0,6 dB zonder maatregelen. In het akoestisch onderzoek
zijn vervolgens maatregelen onderzocht om de reflectie te verminderen of te voorkomen Uitgangspunt
hierbij is effectiviteit en financiële haarbaarheid Hieruit blijken maatregelen ter bevordering van absorptie
uitvoerbaar.
Met inachtneming van absorptiemaatregelen wordt een maximale verhoging berekend van 0,3 dB In deze
situatie is er geen sprake van een wettelijke regeling dat een maximale waarde voor bestaande woningen
handhaaft, maar moet er sprake zijn van een 'goede ruimtelijke ordening' in het kader van de Wet
ruimtelijke ordening. Met het in kaart brengen van effecten, verkennen van de mogelijkheden om
maatregelen te nemen en het daadwerkelijk toepassen van de maatregelen is maximaal ingezet op
optimale inpassing van het bouwplan in de bestaande omgeving. Op basis hiervan is sprake van een
'goede ruimtelijke ordening'.
Tijdens een bijeenkomst op het Stadskantoor op 26 maart 2014 werd verzocht om gebruik te maken van
geluidmetingen in plaats van geluidberekeninqen. Onderstaand wordt de keuze van berekenen verder
toegelicht. De verkenningen die plaatsvinden in het kader van een ruimtelijke procedure zijn vooral
bedoeld om de fysieke inpasbaarheid vooraf te kunnen beoordelen. Het rekenmodel is hiervoor het meest
geschikt, omdat in de periode voorafgaand aan realisatie in kaart wordt gebracht wat het effect is van het
plan op de omgeving. Het is hierdoor mogelijk om maatregelen te nemen in het stedenbouwkundig plan
en de architectuur. Bij het verrichten van metingen wordt een belangrijk gedeelte van de ruimtelijke
procedure als risicodrager achteraf pas beoordeeld Dit leidt tot forse extra kosten en een verhoogd
risicoprofiel, indien uit de metingen naar voren zou komen dat extra maatregelen nodig zouden zijn.
Daarnaast conflicteert het met de verplichtingen die er zijn in het kader van de Wro, zijnde een
deugdelijke verkenning van de effecten voorafgaand aan realisatie.
Tenslotte is het van belang te realiseren dat een meting een onnauwkeurigheid kent die groter is dan de
theoretische toename in geluid door reflecties. Factoren die gecorrigeerd moeten worden zijn
bijvoorbeeld meteo-omstandigheden, omgevingsgeluid, representatief aantal treinen in de meetsessie die
voldoen aan de uitgangspunten in het akoestisch spoorboekje en niet in de laatste plaats de
onnauwkeurigheid van het meetinstrument zelf. De resultaten van een geluidmeting zullen leiden tot een
niet gestroomlijnde discussie over de akoestische bijdrage van het bouwplan versus de