tigZ Gemeente Breda
Raadsvoorstel Registratienr: 42231]
Agendapuntnummer: Q Aantal bijlagen:
Onderwerp
Regionaal Bureau Leerplicht, begroting 2014 2015.
Voorgesteld besluit
Een zienswijzen in te dienen ten aanzien van de beleidsbegroting 2014 en 2015 van het Regionaal
Bureau Leerplicht West-Brabant.
Inleiding
Op 1 augustus 2012 is de Gemeenschappelijke regeling Programma Schoolverzuim en Voortijdig
Schoolverlaten in werking getreden. De Leerplichtwet 1969 en de wet Regionaal Meld- en
Coördinatiefunctie zijn van toepassing; het Regionaal Bureau Leerplicht (RBL) West-Brabant voert de
gemeenschappelijke regeling uit. Als bijlage bij dit voorstel treft uw raad de begroting over 2014 en 2015
aan. Tevens treft u een factsheet met basis informatie ter kennisname over het RBL.
Het RBL West-Brabant is een samenwerkingsverband tussen achttien West-Brabantse gemeenten. De
samenwerking heeft als doelstelling om schoolverzuim en schooluitval samen verder terug te dringen. Het
RBL West-Brabant voert een aantal wettelijke taken uit voor de gemeenten op het terrein van de
Leerplicht- en RMC-wet en zoekt daarbij nadrukkelijk de samenwerking op met scholen en andere
instellingen. De colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten mandateren
de bevoegdheden aan het RBL. De gemeente Breda is penvoerder; de wethouder van de gemeente
Breda is voorzitter van de gemeenschappelijke regeling. De gemeenschappelijke regeling heeft geen
personeel in dienst; de taakuitvoering geschiedt door inzet van personeel van de gemeenten Alphen-
Chaam, Breda, Drimmelen, Moerdijk, Oosterhout en Geertruidenberg Voor de huisvesting en de overige
facilitaire zaken is een dienstverleningsovereenkomst gesloten met de gemeente Breda.
In 2013 is een evaluatie gehouden De evaluatie toont aan dat het RBL een goed functionerende
intergemeentelijke samenwerking is die de doelstelling van het RBL - schoolverzuim en schooluitval terug
te dringen - dichterbij brengt. Deze bevindingen worden niet alleen door gemeenten, maar ook door het
onderwijs onderschreven. De samenwerking met het onderwijs verloopt naar verwachting en verder is de
bedrijfsvoering op goede leest geschoeid.
Op grond van artikel 10 van de gemeenschappelijke regeling worden gemeenteraden in de gelegenheid
gesteld hun zienswijze over de begroting 2014 en 2015 te geven. De gemeenschappelijke regeling is
gestart op 1 augustus 2012. De huidige begroting loopt door tot en met 31 juli 2014. U heeft de begroting
tot en met juli 2014 gepresenteerd gekregen in de raad van september 2013. De begroting die nu
gepresenteerd wordt gaat uit van het boekjaar 2014 en vervolgens wordt gewerkt met volledige
boekjaren.
Artikel 35, lid 1, van de Wet gemeenschappelijke regelingen bepaalt dat het dagelijks bestuur van de
gemeenschappelijke regeling de beleidsbegroting moet toezenden aan de gemeenteraden van de
deelnemende gemeenten, zodat deze hierover hun zienswijzen naar voren kunnen brengen. De provincie
wordt vóór 15 juli 2014 omtrent de zienswijzen van de deelnemende gemeenten op de begroting van het
RBL geïnformeerd.
Bij brief van 28 maart 2014 heeft het dagelijks bestuur van het RBL de beleidsbegroting 2014 en 2015 van
het RBL aan de deelnemende gemeenten gezonden. Gevraagd wordt om de begroting aan uw raad voor
te leggen. De begrotingen 2014 en 2015 zijn getoetst aan de afspraken die zijn gemaakt in het kader van
de Gemeenschappelijke regeling. De uitgaven stijgen sterker dan op basis van toename van de
leerlingenaantallen en de trend verwacht mag worden. Voorgesteld wordt een zienswijze bij het bestuur
van het RBL in te dienen. Gevraagd zal worden een nadere toelichting te geven op de toegenomen
bijdrage voor Breda c q aanpassing van de begroting, voor zover deze niet verklaarbaar is uit indexatie
en toegenomen leerlingenaantallen. Inhoudelijk geeft de begroting 2014 2015 geen aanleiding tot
bemerkingen; de indiening van de zienswijze is technisch van aard. De rekening 2013 is inmiddels
vastgesteld en geeft geen aanleiding tot opmerkingen.