Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 42272]
De Autoriteit Consument en Markt (verder: ACM) houdt toezicht op de naleving van deze gedragsregels.
Zoals aangegeven is de Wet MenO reeds op 1 juli 2012 in werking getreden. De wet kent echter een
overgangsregime van één dan wel twee jaar voor economische activiteiten waarmee reeds voor het
tijdstip van de inwerkingtreding van de Wet MenO is begonnen. Dit betekent dat voor economische
activiteiten die op dit moment worden verricht in strijd met de Wet MenO (strijd met integrale
kostendoorberekening, bevoordelingsverbod van overheidsbedrijven en gegevensgebruik) het nog tot 1
juli 2014 mogelijk is de praktijk in overeenstemming te brengen met de wet. Voor economische activiteiten
die zijn gestart na 1 juli 2012 geldt dat ze direct moeten voldoen aan de gedragsregels in de Wet MenO
Na 1 juli 2014 zijn de regels dus van toepassing op alle economische activiteiten van overheden
De Wet MenO geldt niet in alle gevallen waarin overheden betrokken zijn bij economische activiteiten. Zo
is de wet (onder andere) niet van toepassing:
1op het aanbieden van goederen of diensten door overheden aan andere overheden of aan
overheidsbedrijven voor zover deze goederen of diensten zijn bestemd voor de uitvoering van
een publiekrechtelijke taak (artikel 25h, tweede lid, Mw);
2. voor zover het gaat om economische activiteiten van een overheid, of bevoordeling van een
overheidsbedrijf dooreen overheid, die naar de mening van die overheid kwalificeren als
staatssteun in de zin van artikel 107, eerste lid, van het Verdrag (artikel 25h, vierde lid, Mw en
artikel 25j, tweede lid, Mw);
3. op economische activiteiten en op een bevoordeling, die plaatsvinden in het algemeen belang,
mits hiervoor een algemeen belang besluit is genomen door de gemeenteraad (artikel 25h, vijfde
en zesde lid, Mw).
Deze laatste uitzondering is dan ook de concrete aanleiding van dit voorstel
De ACM voerde de afgelopen maanden (vrijwillige) audits uit bij diverse overheden om te zien of zij aan
de regels van de Wet MenO voldoen. Zo ook bij de gemeente Breda In september 2013 heeft deze audit
plaatsgevonden. Op 12 mei 2014 heeft de gemeente Breda de rapportage met conclusies en
aanbevelingen van de ACM ontvangen Op 24 juni 2014 komt de ACM in Breda een mondelinge
toelichting geven op de rapportage. Na deze bespreking zal het rapport van de ACM ter kennisgeving aan
het college worden gestuurd.
Beoogd effect van het besluit
De door de raad aangewezen economische activiteiten van algemeen belang worden uitgezonderd van
de werking van de Wet Markt en Overheid, zodat de vier gedragsregels op die economische activiteiten
niet van toepassing zijn. Concreet betekent dit dat de aangewezen economische activiteiten na 1 juli 2014
op bestaande voet mogen worden voortgezet.
Uitvoering van het besluit
Na besluitvorming door uw raad zal het besluit met de door uw raad aangewezen economische
activiteiten van algemeen belang bekend worden gemaakt en in werking treden.
Argumenten
Er is een inventarisatie gemaakt van de door de gemeente verrichte economische activiteiten als bedoeld
in de Wet Markt en Overheid (bijlage 2) Uit de inventarisatie blijkt dat de meeste activiteiten gebeuren in
overeenstemming met de wet. Bij een aantal economische activiteiten wordt echter de integrale kostprijs
niet in rekening gebracht. Ten aanzien van die economische activiteiten heeft de gemeente in het
verleden, al dan niet expliciet, het besluit genomen deze onder de integrale kostprijs aan te bieden, nu er
sprake is van een algemeen belang. Dit dient per 1 juli 2014 in het kader van de Wet MenO te worden
geformaliseerd via het voorgestelde raadsbesluit.
Bij het vaststellen van economische activiteiten in het algemeen belang komt de gemeente krachtens de
uitgangspunten van de Wet MenO een grote mate van beleidsvrijheid toe. Deze beleidsvrijheid is echter
niet onbegrensd. Concreet betekent dit dat de gemeente een taak in het publiek belang mag uitvoeren (of
een overheidsbedrijf daarmee mag belasten) voor zover sprake is van marktfalen (de markt voorziet hier