Gemeente Breda
?s& Raadsvoorstel
Registratienr: 42049]
Beoordeling
Ad 2.1.
Het zicht zal inderdaad veranderen. Momenteel staat er aan de Dorpstraat een overkapping met een
flinke dakrand van het tankstation van circa 6 meter hoog. Deze steekt door de rooilijn heen. Men kan er
deels onderdoor kijken, maar de overkapping ligt goed in het zicht vanaf de Dorpstraat. De nieuwbouw is
hoger (goothoogte 9,5 meter), maar ligt achter de huidige rooilijn. Hoewel hoger dan de omliggende
bebouwing zal de nieuwbouw zich hierdoor beter, en deels zelfs onopvallender voegen in het straatbeeld.
Door de ligging op een hoek is een hogere hoogte acceptabel. Aan de Annevillelaan is de huidige
bebouwing terug gelegen. Er ligt een open voorruimte langs de straat. De nieuwbouw ligt dichter op de
straat, in de rooilijn van bestaande bebouwing (o.a. de woningen Annevillelaan 13-19) aan de
Annevillelaan. Hierdoor wordt de straat duidelijker begrensd. Het zicht zal dus inderdaad veranderen,
maar wij zijn van mening dat dit geen verslechtering van de situatie betekent.
Wel is besloten geen (sier)kap op de bebouwing aan de Dorpstraat te plaatsen De zienswijze wordt op dit
punt gegrond verklaard.
Samenvatting 2.2.
Voorts wordt gevreesd voor afname van lichtinval en verminderd zonlicht vooral in de ochtenduren.
Beoordeling
Ad 2.2.
Met betrekking tot zonlicht/schaduwwerking is een bezonningsstudie opgesteld. Hierbij is een vergelijking
gemaakt tussen de maximale bebouwingsmogelijkheden volgens het geldende en het nieuwe
bestemmingsplan. Volgens het geldende bestemmingsplan mag meer gebouwd worden dan op het terrein
staat, maar deze mogelijkheden zijn nooit benut. De bezonningsstudie laat zien dat er voor het pand
Dorpstraat 78 nagenoeg geen verschil is in zonlicht op de woning t.o.v. de huidige situatie. Alleen in het
voor- en najaar is in de hele vroege ochtend iets langer schaduw. Dit is ons inziens acceptabel. Hierbij is
het voor- en najaar en de zomer als leidraad genomen. De wintermaanden zijn geen leidraad bij het
bepalen van mogelijke schaduwwerking In de wintermaanden is er minder zon en door de lage stand van
de zon sowieso al meer en sneller schaduwwerking.
Zienswijze 3, A.F.P.M. Crul
Samenvatting 3.1.
Direct achter reclamants woning komt een appartementencomplex in 3 bouwlagen hoog. op circa 5 meter
achter zijn achterperceelsgrens. Hij vreest voor inkijk en aantasting van de privacy
Beoordeling
Ad 3.1
Het appartementencomplex komt aan de achterzijde van de tuin van reclamant. De balustrades aan de
zijde van de tuin geven toegang tot de appartementen en aan die zijde zijn de slaapkamers gesitueerd.
Slaapkamers zijn geen verblijfsgebied Over het algemeen is er meer overlast van eventuele inkijk vanuit
woonkamers, waar men langer verblijft. In het appartementencomplex zijn deze aan de andere zijde
gesitueerd. Verblijfsgebieden zijn, net als de balkons, bewust niet aan de zijde van de Dorpstraat
gesitueerd om de mogelijkheid tot inkijk te minimaliseren.
Binnen de planologie geldt dat geen sprake van privacyschending is als er zicht ontstaat op het eigendom
van omwonenden van een bouwplan. Privacyschending is eerder aan de orde wanneer er op korte
afstand zicht ontstaat op het interieur van verblijfsruimten van omwonenden Hiervan is in dit plan geen
sprake. In een stedelijke omgeving is bovendien zicht op eikaars eigendommen onvermijdelijk en in
principe algemeen aanvaardbaar geacht.
Samenvatting 3.2.
Reclamants perceel heeft aan de achterzijde een ontsluiting/inrit vanaf het bestaande parkeerterrein aan
de Grimhuijsenstraat. Daar is ook een inritvergunning voor verleend en er is tevens op eigen terrein een
opstelplaats voor een personenauto gerealiseerd. Uit overleg met de ontwikkelaar is aangegeven dat de
inrit naar het perceel gerespecteerd blijft en het bouwplan dit niet frustreert. Echter op de verbeelding is
aangegeven dat deze strook de bestemming "wonen" krijgt en daarmee lijkt de mogelijkheid er te zijn tot
bouwen tot op de perceelsgrens. Dit is in strijd met het bovenstaande
Reclamant verzoekt het bestemmingsplan zo aan te passen dat de toegang tot het perceel middels de
bestaande inrit gewaarborgd blijft en van voldoende breedte en lengte blijft om het perceel te bereiken
-6-