Gemeente Breda
Raadsvoorster
Registratienr: 42049]
Ten aanzien van de waterhuishouding en het geohydrologisch onderzoek is in de anterieure
overeenkomst, welke is gesloten tussen de ontwikkelaar en de gemeente, letterlijk het volgende
opgenomen:
Exploitant draagt zorg voor de waterretentie ten behoeve van de afvoer van hemelwater vanuit
het exploitatiegebied conform het beleid van de Gemeente en het Waterschap Brabantse Delta
(hierna Waterschap):
- de exploitant vervaardigt een waterhuishoudkundig plan in overleg met de Gemeente en het
Waterschap. Exploitant dient het plan uiterlijk twee maanden voor de start van de
werkzaamheden (aan de waterretentie) aan de Gemeente en het Waterschap ter toetsing voor te
leggen:
Exploitant zorgt ervoor dat de in het voorgaande lid bedoelde werkzaamheden niet eerder starten
dan nadat het waterhuishoudkundig plan door zowel de Gemeente als het Waterschap is
goedgekeurd.
Bij het beoordelen van de plannen zullen alle aspecten en belangen worden meegewogen waaronder ook
de belangen van omwonenden.
Samenvatting 9.2.
Op de bestaande grote rioolbuis in het pad tussen de woningen Annevillelaan 11 en 13 zijn aangesloten
het pand Annevillelaan 11a (vuil water bedrijf). Annevillelaan 13 (hemelwater en vuil water woning) en
Annevillelaan 15 (hemelwater en vuil water woning). De sloop van de opstallen op het plangebied en de
afsluiting van deze rioolbuis mogen geen schade veroorzaken Bovendien zal een goed rioolstelsel voor
het nieuwbouwplan gerealiseerd moeten worden en het bestemmingsplan is op dit punt nog niet duidelijk.
Beoordeling
Ad 9.2.
De gemeente heeft met de ontwikkelaar vastgelegd dat voor de werkzaamheden (sloop en nieuwbouw)
alles goed in beeld wordt gebracht qua bestaande rioleringen. Bij sloop van de opstallen zal rekening
moeten worden gehouden met de bestaande situatie en er zal voor omwonenden geen verslechtering
en/of schade mogen optreden.
Samenvatting 9 3
Binnen de bestemming Woongebied is een maximale nokhoogte toegelaten van 11 meter en voor
patiowoningen is dit maximaal 4 meter Hoewel in principe patiowoningen achter de woningen van
reclamanten zijn gepland, laat het bestemmingsplan ook andere woningen toe. De bestaande woningen
zijn lager en afgevraagd wordt waarom niet bij de bestaande hoogten is aangesloten.
Gezien de toegestane hoogte wenst reclamant dat er geen ramen gericht worden op zijn perceel en
bovendien wordt erop gewezen dat dit binnen 2 meter vanaf de perceelsgrens ook niet is toegestaan
Beoordeling 9.3.
Voor de eengezinswoningen op het binnengebied is een goot- en nokhoogte van 7 en 11 meter
opgenomen. Dit is iets hoger dan in 2010 in het bestemmingsplan Ulvenhout voor woningen is
opgenomen, hierin is een goothoogte van 6 meter en een nokhoogte van 10 meter opgenomen De
verhoging heeft onder andere te maken met het nieuwe Bouwbesluit waarin is bepaald dat een iets
hogere maat voor woningen verplicht is en om die reden worden ook in recent opgestelde
bestemmingsplannen deze maten opgenomen De eengezinswoningen in het nu voorliggende plan zullen
overigens deze maximaal toegestane bouwhoogte niet halen, zij hebben een nokhoogte van 10,7 meter
Bovendien zijn de kappen van de twee-onder-een-kapwoningen aan alle vier de kanten schuin
(schilddaken), zodat het dak zo klein mogelijk wordt gehouden
Direct achter het perceel van reclamant worden patiowoningen gesitueerd bestaande uit een begane
grondlaag met een kleine opbouw De bouwhoogte van de opbouw is maximaal 7 meter. De verbeelding
zal op deze situatie aangepast worden zodat reclamant niet meer hoeft te vrezen voor bebouwing tot een
hoogte van maximaal 11 meter direct achter zijn perceel.
De zienswijze is op dit onderdeel gegrond
In de opbouw op de patiowoningen zitten ramen. De ramen van de opbouw van de patio direct achter
reclamant perceel zijn niet op reclamants perceel gericht.
-14-