Gemeente Breda 3. a. Het verplaatsen van de hele woonbestemming is vanuit een goede ruimtelijke ordening niet gewenst. Referentie voor de woonbestemming zijn de bestaande boerderijen langs het Hoeveneind. De bebouwing van deze boerderijen ligt veelal op enige afstand van de weg. Hierdoor zijn tussen de weg en de bebouwing open voorruimtes beschikbaar. Ook bij het projecteren van de nieuwe woningen is hiervan uitgegaan. De nieuwe woningen zullen op een minimale afstand van 65 meter staan ten opzichte van de dichtstbijzijnde woning De situering van het bouwvlak voor de 4 nieuwe woningen is verder zeer weloverwogen gekozen. Hierbij is, zoals ook in de toelichting is aangegeven, gezocht naar een situering waarbij de waardevolle doorzichten grotendeels behouden blijven. De komst van de nieuwe bebouwing betekent uiteraard wel dat niet vanuit elke plek nog maximaal uitzicht/ doorzicht zal blijven bestaan en dit is praktisch gezien ook onontkoombaar, maar met de situering van de woningen is wel getracht vanuit elke punt doorzicht/uitzicht op het achterliggende gebied in meer of mindere mate te behouden. Wijziging van de situering van de te bouwen woningen betekent vervolgens dat op andere plaatsen het uitzicht wordt belemmerd Met de voorgestelde situering in het plan is een voor alle partijen meest optimale situatie bereikt. Het vastleggen van de woningen in een separaat bouwvlak per woning is vanuit flexibiliteit voor de bouwers ongewenst Met de regels in het bestemmingsplan, nog aangevuld met regels inzake nokrichting dwars op het Hoeveneind, verhouding korte en lange zijden en verplichte kapvorm, wordt ervoor gezorgd dat ook binnen het bouwvlak doorzichten beperkt open zullen blijven Tenslotte wordt nog opgemerkt dat het uitzicht in noordwestelijke richting nog minder gehinderd zal worden Besloten is namelijk om de opgaande beplanting op de wallen rond het bestemmingsvlak 'Woongebied' vanaf het Hoeveneind over een lengte van 13 meter te laten vervallen. Hierdoor zal het uitzicht minder worden belemmerd. b De maximale toegestane inhoud van de woning is afgeleid van de langs het Hoeveneind aanwezige historische langgevelboerderijen. Binnen deze inhoudsmaat moeten alle ruimten worden gerealiseerd dus ook de voor het wonen benodigde bijgebouwen. Om het vloeroppervlak te berekenen dient de maximale toegestane inhoud gekoppeld te worden aan de voorgeschreven maximale hoogten en de voorgeschreven dakhelling van minimaal 45%. Het is zeker niet de bedoeling van deze bepaling dat er platte daken gerealiseerd worden. Het enkele feit dat er een minimale dakhelling is voorgeschreven betekent dat er altijd met een dakhelling gewerkt moet worden Om toch te voorkomen dat er met platte daken gewerkt kan worden is in de regels alsnog opgenomen dat de woning afgewerkt moet worden met een zadel- of schilddak. Dat binnen het bouwvolume van 1500 m3 een groot woonoppervlak gecreëerd kan worden is juist geconcludeerd c. De bomenrij langs de noordelijke bestemmingsgrens wordt met 5 bomen ingekort, d Bij de situering van de uitrit van het op te richten complex is gekeken naar de wijze waarop de bestaande boerderijen aan het Hoeveneind meestal worden ontsloten. Ze worden over het algemeen zo kort en direct mogelijk ontsloten op het Hoeveneind. De opritten worden ook zo kort en functioneel mogelijk gehouden. Aansluiten van de uitrit voor de te bouwen woningen op Steenbergen zou betekenen dat de woningen aan de zijkant worden ontsloten, waardoor een onnodig lange uitrit ontstaat. Verder wordt daarmee de suggestie gewekt dat de weg Steenbergen doorloopt in het natuurgebied hetgeen mede vanuit verkeersveiligheid verwarrend is Verder is gezocht naar een plek waar geen bomen stonden, dit om de bestaande bomen te sparen. Daarnaast is gezocht naar een plek die qua ontsluiting tussen twee woningen in ligt om met name overlast van koplampen te voorkomen. Nu gaat het hier om een in- en uitrit van 4 woningen waarbij op basis van de landelijke normering 24 vervoersbewegingen per dag zijn te verwachten Daar komt bij dat de helft van die verkeersbewegingen naar de woning toe zal zijn en dus geen hinder op de bestaande woningen zullen opleveren. Daar ook nog bij optellend dat niet alle verkeersbewegingen vanaf de nieuwe woningen op tijden zullen plaatsvinden dat het donker is, zal de hinder voor appellanten door koplampen die binnen schijnen zeer beperkt zijn. e. In de toelichting is beschreven wat voor soort bebouwing op deze plek wordt voorgestaan. Hierbij zijn ook enkele voorbeelden gegeven hoe dit vormgegeven zou kunnen worden. Met de regels inzake hoogte, dakhelling en inhoud is getracht de typologie vorm te geven. Om de typologie nog beter te duiden zijn aan de regels alsnog nadere regels toegevoegd zoals een verplichte nokrichting, een vastgelegde verhouding tussen de korte en de lange zijden en verplichte toepassing van een zadel- of schilddak. Daarnaast zal een aantal beeldkwaliteitseisen, dat niet aan de regels van het plan toegevoegd kan worden, worden opgelegd bij de verkoop van de grond met een kettingbeding naar opvolgende eigenaren. Het Raadsvoorstel Registratienr: 42121] >w

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2014 | | pagina 72