Gemeente Breda
Raadsvoorstel Registratienr: 42568]
Het is zaak dat de toelichting bij van het bestemmingsplan inzichtelijk maakt welke beslissingen op het
gebied van een 'goede ruimtelijke ordening' door de gemeente zijn gemaakt en welke motivering aan
deze keuze ten grondslag ligt.
Toelichting
De aangepaste toelichting bevat een uiteenzetting van de keuze in geluidsreducerende maatregelen en
een onderbouwing van deze keuze. De passages zoals ze zijn opgenomen in de toelichting zijn hieronder
cursief weergegeven.
a. Hoofdstuk 4.1 en 4.2
Dit deel van de toelichting bevat een planbeschrijving. Het aantal woningen en m2 detailhandel is hier
verduidelijkt. Ook handelt dit hoofdstuk over het parkeren en de openbare ruimte. Hier is een passage
toegevoegd die betrekking heeft op het gebruik en de geluiduitstraling van het parkeerterrein.
'Op basis van de totale hoeveelheid motorvoertuigbewegingen per dag is onderscheid gemaakt in het
aantal bewegingen per dag. Tussen 7 en 19 uur ligt dit op circa 115 per uur, tussen 19 en 23 uur op circa
38 per uur. Dat betekent dat het in de avonduren circa 3x zo rustig is qua motorvoertuigbewegingen, en
derhalve ook op het gebied van de parkeerdruk. Er van uitgaande dat de 60 parkeerplaatsen op het
achterterrein volledig bezet worden gedurende de dag periode (7 tot 19 uur), mag verondersteld worden
dat er gedurende de avonduren niet meer dan circa 20 parkeerplaatsen worden gebruikt. Ten behoeve
van het beperken van het geluidsniveau in de avonduren is het nodig om de 14 parkeerplaatsen die tegen
de gevel van de supermarkt zijn gelegen (direct onder de appartementen) tijdens de avonduren niet te
gebruiken. Dit zal door middel van verkeersborden, welke aangeven dat tijdens bepaalde tijden deze
plaatsen niet mogen worden gebruikt, aangegeven worden. Aangezien verwacht mag worden dat tijdens
de avonduren nog circa 40 parkeerplaatsen onbenut zijn, levert dit geen probleem op voor de totale
parkeerdruk In het gebied.
Om de geluiduitstraling van het parkeerterrein voor (toekomstige) bewoners zoveel mogelijk te beperken
en daarmee het woon- en leefklimaat op dit punt te optimaliseren zijn in het kader van het akoestisch
onderzoek een aantal maatregelen voorgesteld voor het gebruik en de inrichting van het parkeerterrein.
Het betreft de volgende maatregelen:
De verharding van de buitenruimte, waaronder het parkeerterrein, wordt uitgevoerd door middel van
asfalt of een andere verharding zonder voegen:
Voor de 14 parkeerplaatsen aan de zuidzijde van het parkeerterrein, grenzend aan de nieuwbouw,
geldt dat uitsluitend tussen 07.00 en 19.00 uur geparkeerd mag worden;
Het parkeerterrein is tussen 23.00 en 07.00 uur uitsluitend toegankelijk door middel van een
slagboom.
Voor een nadere omschrijving, locatie en juridisch-planologische verankering van deze en overige
maatregelen wordt verwezen naar paragraaf 5.7.2.
b Hoofdstukken 5.7.2, 5.7.3 en 6 3
Hoofdstuk 5.7.2 bevat een samenvatting van de geluidsreducerende maatregelen die in het nieuwe
akoestisch onderzoek zijn beoordeeld en een motivering van de keuzes die zijn gemaakt.
In hoofdstuk 3 van het akoestisch onderzoek zijn de uitgangspunten van het akoestisch onderzoek
industrielawaai opgenomen waaronder de representatieve bedrijfssituatie en de verharding van de
buitenruimte waaronder het parkeerterrein (asfalt of andere verharding zonder voegen). Het gebruik van
verharding zonder voegen voor de buitenruimte is tevens verankerd in een privaatrechtelijke
overeenkomst. Door de gemeente en ontwikkelaar zijn reeds afspraken gemaakt over de realisatie van
een erfafscheiding met een hoogte van 2 meter. Deze afspraken zijn privaatrechtelijk vastgelegd. Omdat
de afscheiding niet noodzakelijk is voor het realiseren van een acceptabel akoestisch klimaat, is deze wel
mogelijk, maarniet als verplichting in het bestemmingsplan opgenomen. Ten behoeve van het realiseren
van een zo optimaal woon- en leefklimaat is in het kader van het akoestisch onderzoek in eerste instantie
een brede range aan mogelijke maatregelen en de effecten daarvan op de omgeving doorgerekend
De uiteindelijke maatregelen zijn tot stand gekomen na afweging van ruimtelijke-, stedenbouwkundige- en
milieubelangen De uiteindelijk gekozen maatregelen zijn waar mogelijk in het bestemmingsplan
planologisch verankerd Het betreft de volgende maatregelen:
-4-