Gemeente Breda
Raadsvoorstel Registratienr: 42651]
Omdat we uitgaan van het principe "één gezin, één plan, één regisseur" willen we de decentralisaties in
nauwe samenhang uitvoeren. We zorgen voor integraliteit op alle onderwerpen waarin we integraal te
werk kunnen gaan zoals op de aanpak jeugdwerkloosheid, dagbesteding voor mensen met een
beperking, social return etc. Uiteindelijk moet hulp daardoor effectiever en goedkoper worden
Bij de uitvoering zullen we zoveel mogelijk verbindingen leggen. Professionals die werkzaam zijn op de
verschillende terreinen zullen optimaal moeten samenwerken om de beleidsdoelen te realiseren.
In onze werkprocessen zal dit verankerd zijn.
Beoogd effect van het besluit
Met invoering van de Jeugdwet wordt een omslag gemaakt van een stelsel gebaseerd op een wettelijk
recht op zorg (aanspraak) naar een stelsel op basis van een voorzieningenplicht voor gemeenten
(voorziening), op een wijze zoals eerder is gebeurd met de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).
Het wettelijke recht op jeugdzorg en individuele aanspraken op jeugdzorg worden hierbij vervangen door
een voorzieningenplicht waarvan de aard en omvang in beginsel door de gemeente worden bepaald
(maatwerk) Het doel van het jeugdzorgstelsel blijft echter onverminderd overeind: jeugdigen en ouders
krijgen waar nodig tijdig bij hun situatie passende hulp, met als beoogd doel ervoor te zorgen de eigen
kracht van de jongere en het zorgend en probleemoplossend vermogen van het gezin te versterken.
De verordening Jeugdhulp biedt een waarborg voor jeugdigen en ouders om jeugdhulp te kunnen krijgen
en beschrijft op hoofdlijnen hoe de gemeente de zorg en ondersteuning vormgeeft en waarborgt vanaf
2015 Door het vaststellen van de verordening wordt duidelijk hoe jeugdigen en ouders toegang hebben
tot de beschikbare voorzieningen jeugdhulp in onze gemeente. Daarnaast verduidelijkt de verordening de
procedures van het proces dat doorlopen moet worden.
Uitvoering van het besluit
Om met ingang van 1 januari 2015 uitvoering te kunnen geven aan de Jeugdwet dient de verordening
jeugdhulp 2015 te worden vastgesteld. Deze verordening maakt voor de inwoners van de gemeente
inzichtelijk op welke wijze de toegang tot jeugdhulp vanaf 1 januari 2015 plaatsvindt en welke
voorzieningen er beschikbaar zijn. Deze verordening sluit aan bij de uitgangspunten zoals beschreven in
het beleidskader jeugdhulp
Ten aanzien van de bepalingen uit deze verordening kan het college op grond van artikel 16 van de
verordening, nadere regels stellen. Dit geeft het college de ruimte om slagvaardig met de voorzieningen
jeugdhulp om te gaan Dit kan bijvoorbeeld aan de orde zijn als blijkt dat de voorzieningen genoemd in
artikel 2 of de regels betreffende het pgb nadere uitwerking behoeven.
Argumenten
Op grond van artikel 2.9 onder a, van de Jeugdwet moeten gemeenten in de verordening opnemen welke
voorzieningen jeugdzorg beschikbaar zijn. en voorwaarden waaronder, alsmede de procedure daartoe In
artikel 2 van de verordening worden de beschikbare vormen van jeugdhulp beschreven.
Hier wordt een onderscheid gemaakt tussen individuele voorzieningen en overige voorzieningen Dit
onderscheid is relevant omdat jeugd en ouders zich rechtstreeks kunnen wenden tot overige
voorzieningen (vrij-toegankelijk). De individuele voorzieningen zijn echter niet vrij-toegankelijk. De
terminologie overige voorzieningen en individuele voorzieningen is rechtstreeks afgeleid uit de Jeugdwet.
Onder overige voorzieningen valt de generalistische hulp, in Breda belegd bij het CJG Onder de
individuele voorzieningen vallen de specialistische zorgvormen: ambulante jeugdhulp, verblijfszorg,
pleegzorg. Hieronder vallen ook alle GGZ zorgvormen. Voor deze individuele voorzieningen geldt dat de
gemeente dit vergoedt als er een verwijzing heeft plaatsgevonden
