Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 42601]
Een ontwikkelgestuurde aanpak is het antwoord op deze problematiek van achterblijvende
verontreiniging. Het uitgangspunt is dat bij een ontwikkeling ter plaatse van een verontreiniging gesaneerd
wordt. Denk aan bemaling voor een bouwput, waar een extra zuiveringsunit tussen wordt geplaatst om
verontreinigd grondwater te zuiveren. Zo wordt gebruik gemaakt van natuurlijke momenten om de
bodemkwaliteit te verbeteren.
Argumenten
Aanvullend op hetgeen vermeld onder effecten' spreken de volgende argumenten ook in het voordeel
van het inrichten van een bodemreserve en de inzet van gelden bij ontwikkelingen:
1. De gemeente Breda moet jaarlijks verantwoording afleggen aan het ministerie van Infrastructuur
en Milieu. Het aantal spoedlocaties moet worden gemeld, maar ook de voortgang in de zin van
totale hoeveelheden gesaneerde grond en grondwater. Er wordt gemonitord welke resultaten
bereikt zijn met de bodemgelden. Bodemgelden moeten dus worden ingezet voor onderzoek en
sanering, zodat voortgang getoond kan worden in de rapportage aan het ministerie.
2. Initiatiefnemers kunnen uitwijken naar andere gebieden of gemeenten. Ontwikkelaars zijn
tegenwoordig kritisch op locaties en (grond)prijzen Bijkomende kosten voor bodemsanering of
onduidelijkheid over deze kosten kunnen ervoor zorgen dat initiatiefnemers uitwijken naar andere
gebieden of gemeenten. Dit kan er mede toe leiden dat verontreinigde locaties langere tijd braak
liggen. Veel verontreinigingen bevinden zich op anderszins interessante locaties voor
woningbouw of bedrijfsontwikkeling.
3. Complexe materie. De inzet van deskundige adviseurs van gemeente en omgevingsdienst
verduidelijkt situaties Zo is diverse malen aangetoond dat bespaard kon worden door een andere
aanpak van verontreiniging. De inzet van specialisten en middelen levert gemeente en
ontwikkelaar wat op. Uiteindelijk zijn het milieu en de samenleving gebaat bij een schonere
bodem en ontwikkeling van (historisch) verontreinigd gebied.
Afwegingen
Het inrichten van een financiële reserve zorgt ervoor dat de inzet van bodemgelden eenvoudig en
gestroomlijnd verloopt. Budgetten zijn nu verdeeld over meerdere posten, jaarlijks moet bezien worden of
overheveling nodig is. Dit is niet meer nodig wanneer er een bodemreserve is. De bestemming van de
gelden wijzigt niet, gelden worden ingezet waarvoor ze bedoeld zijn.
De voortgang van de gelden in de bodemreserve is afhankelijk van de ontwikkelingen in de stad
Bodemverontreinigingen waarvoor risico's gelden worden aangepakt, zoals vastgelegd in het
bestuursvoorstel met nummer 41723
Daarnaast wordt bodemverontreiniging ter plaatse van een ontwikkeling bij voorkeur ook gesaneerd
Natuurlijke momenten worden zo gebruikt om de bodem aanvullend te zuiveren. Dit laatste wordt nader
toegelicht in het 'bodemmasterplan'. In het traject van de structuurvisie Breda2030 is vastgelegd dat er
een Bredaas bodemmasterplan wordt opgesteld. Dit plan wordt eind 2014 afgerond en daarna
aangeboden aan zowel college als gemeenteraad. Er wordt jaarlijks gerapporteerd over de voortgang van
de bodemsaneringsoperatie.
Juridisch
De inrichting van een financiële reserve voor bodemsanering heeft geen directe juridische consequenties
In bestuursvoorstel 41723 is al uiteengezet welke juridische afweging gemaakt wordt bij bodemsanering
Met een juridische toets wordt er altijd bezien of de veroorzaker of schuldig eigenaar van een
verontreiniging achterhaald kan worden
Een besluit over een bodemverontreiniging (ernst, omvang, spoed saneringsaanpak) wordt genomen
middels een beschikking Deze besluiten staan dus open voor bezwaar of beroep De gemeente Breda is
bevoegd gezag ten aanzien van de Wet bodembescherming, de beschikkingen worden opgesteld door de
Omgevingsdienst Midden en West Brabant.