Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 42612]
Indieners stellen voorts dat de toename 1,35 microgram per kubieke meter is. Dit is echter niet juist.
Indieners tellen abusievelijk de toename van NOx, 1,18 en fijnstof, 0,17 bij elkaar op, en vergelijken dit
met de kantelpunt van 12 microgram per kubieke meter. Echter dienen beide uitkomsten afzonderlijk te
worden getoetst aan dit kantelpunt. Aangezien beide toenames niet uitkomen boven het kantelpunt van
1,2 microgram per kubieke meter, wordt voor beide voldaan aan de norm.
De zienswijze is ongegrond. Wel is de toelichting aangevuld om een en ander te verduidelijken.
De indieners geven aan dat de Westerparklaan reeds druk is qua verkeer, is er onderzoek gedaan naar
het reeds aanwezige fijnstofniveau?
De Westerparklaan heeft een doorgaande functie en verwerkt hierdoor relatief veel verkeer per etmaal.
Onlangs is de monitoringstool luchtkwaliteit 2013 vrijgegeven, waarmee de werkelijke luchtkwaliteit
inzichtelijk wordt gemaakt. Hiermee zijn geen overschrijdingen gevonden in het Bredase wegennetwerk.
Ook de Westerparklaan voldoet aan de normen voor luchtkwaliteit. In de toekomst worden door
technologische ontwikkelingen (elektrische auto) en het Nationaal Samenwerkingsprogramma
Luchtkwaliteit (NSL) steeds lagere concentraties luchtverontreinigende stoffen verwacht, zodat ook
richting de toekomst geen knelpunten zullen ontstaan.
De zienswijze is ongegrond.
Indieners wijzen er op dat in paragraaf 6.3 Bestemmingen onder "Bedrijventerrein" wordt aangegeven dat
kan worden afgeweken van de toegestane bedrijfsactiviteiten. Naar welke afwijkingsmogelijkheden wordt
hier verwezen?
Reactie
Hiermee wordt de binnenplanse afwijking in de artikelen 3.3 en 3.4 onder a. van de planregels bedoeld.
Het betreft een afwijkingsmogelijkheid die ook in het thans nog geldende bestemmingsplan Heilaar is
opgenomen Van deze afwijkingsmogelijkheid kan alleen gebruik gemaakt indien wordt aangetoond dat
een inrichting, bedrijf of bedrijfsactiviteit naar aard en invloed op de omgeving gelijk is te stellen met
milieucategorie 3.
De zienswijze is ongegrond.
Indieners merken op dat in paragraaf 8.2.1 "Vooroverleg" wordt aangegeven dat de wijkraad Tuinzigt-
Westerpark een uitnodiging heeft gekregen voor het vooroverleg, maar dat zij niet schriftelijk hebben
gereageerd. Indieners geven aan dat zij niets vernomen hebben. Indieners verwijzen naar de commotie
rond sloperij Vermeulen en geven aan dat zij vinden dat er toen gebrekkig is gecommuniceerd. Waarom is
er niet meer vooronderzoek en vooroverleg met belanghebbenden geweest.
Reactie
De wijkraad Tuinzigt-Westerpark is, zoals tegenwoordig gebruikelijk, pere-mail uitgenodigd om in het
kader van het vooroverleg tussen 20 maart en 1 mei 2014 te reageren op het ontwerpbestemmingsplan
De wijkraad heeft kennelijk geen aanleiding gezien om op het ontwerpbestemmingsplan te reageren
Het is voorts aan de wijkraad om te bezien op welke wijze zij de wijkbewoners betrekt bij een
ontwerpbestemmingsplan.
De zienswijze is ongegrond.
Ad. c. zienswijze dhr. M. Peters
Indieners merken op dat in de introductie van het ontwerpbestemmingsplan wordt aangegeven dat
het tot doel heeft "het bieden van ruimere bouwmogelijkheden en het verruimen van de bestemming
Bedrijventerrein Niet duidelijk wat er met het verruimen van de bestemming Bedrijventerrein' wordt
bedoeld. In het huidige bestemmingsplan zijn milieucategorieën 2 en 3 toegestaan, net als in dit plan.
Waar zit de verruiming dan precies in?
-7-