>X<|(< Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 42821]
Ad c Ruimtelijk
Ruimtelijk gezien ontstaat door het doortrekken van het bebouwingslint met één woning aan de
Wiliebrordstraat een meer afgeronde en levendige hoeksituatie. Hierdoor wordt een kwaliteitsverbetering
van de locatie en van de omgeving tot stand gebracht en wordt het karakter van het bestaande
woonmilieu aan het plein versterkt. De woning past qua situering en afmetingen binnen de structuur van
de straat.
Conclusie
Op grond van het bovenstaande is de zienswijze ongegrond.
2. R ten Hagen en C. Boschman, Arnold van Leuvenstraat 3
Samenvatting
Reclamanten hebben in een eerder stadium aan de stadsmakelaar aangegeven interesse te hebben in
het pand Hoolstraat 25 (huur of koop) vanwege de gemengde bestemming (zowel wonen als bijvoorbeeld
bedrijf en/of detailhandel). Zij hebben bezwaar tegen het toevoegen van een extra kavel aan de
Wiliebrordstraat. Naar hun mening wordt hierdoor de tuin van het pand Hoolstraat 25 te klein en minder
aantrekkelijk om te kopen of huren. Bovendien vrezen reclamanten dat het pand daardoor niet meer
gebruikt zal worden als woning, maar als bedrijf of winkel, waardoor de sociale controie minder wordt.
Tenslotte wijzen zij er op dat er parkeeroverlast bestaat in de omliggende straten en dat dit zal toenemen
door de bouw van een extra woning
Beoordeling
voorgenomen herontwikkeling van het Willem Alexanderplein
Inmiddels is duidelijk dat niet het Willem Alexanderplein ontwikkeld wordt als nieuw centrumgebied voor
Teteringen, maar de Scheperij. Daarom is het niet meer noodzakelijk dat de gemeente eigenaar blijft van
deze panden en is besloten om de panden af te stoten. Verkoop heeft hierbij de voorkeur, omdat de
gemeente in dat geval geen beheerstaken meer heeft. Verhuur komt alleen aan de orde als verkoop niet
lukt, hetgeen gezien de reeds getoonde belangstelling niet waarschijnlijk is
De twee percelen aan de Hoolstraat 23 en 25 hebben een diepe achtertuin. Met voorliggend
bestemmingsplan is het mogelijk om op een deel van deze achtertuinen een extra (vrijstaande) woning te
kunnen realiseren die ontsloten wordt aan de Wiliebrordstraat. Op die manier ontstaat een kavel van circa
400 m2 (de nieuwe kavel), een kavel van circa 425 m2 (de resterende oppervlakte van Hoolstraat 23) en
een kavel van circa 305 m2 (de resterende oppervlakte van Hoolstraat 25) Hierdoor kunnen de percelen
meer conform de marktvraag worden aangeboden. Bij het vaststellen van de Structuurvisie Breda 2030 is
gebleken dat er behoefte bestaat aan kleinere kavels en is een motie aangenomen dat de helft van de
kavels die voor particulier opdrachtgeverschap worden vrijgegeven, circa 400 m2 of kleiner dient te zijn.
Deze locatie leent zich goed voor percelen van dergelijke afmetingen en past binnen het beleid
Inmiddels is gebleken dat er voldoende belangstelling bestaat voor de percelen met deze afmetingen
Verder is ook duidelijk dat er eveneens belangstelling is om te wonen in het pand Hoolstraat 25, ook al
wordt dit perceel kleiner. Hierbij wordt opgemerkt dat de bestemming 'Gemengd', die ook al in het
geldende bestemmingsplan 'Teteringen' voor het pand is opgenomen, ook andere functies op de begane
grond mogelijk maakt.
Ruimtelijk gezien ontstaat door het doortrekken van het bebouwingslint met één woning aan de
Wiliebrordstraat een meer afgeronde en levendige hoeksituatie Hierdoor wordt een kwaliteitsverbetering
van de locatie en de omgeving tot stand gebracht en wordt het karakter van het bestaande woonmilieu
aan het plein versterkt.
Omdat op eigen terrein van de extra woning twee parkeerplaatsen moeten worden gerealiseerd, zal geen
sprake zijn van een hogere parkeerdruk in de omgeving. In de regels van het bestemmingsplan is
opgenomen dat voldaan moet worden aan de normen die zijn vastgelegd in de Nota Parkeer- en
Stallingsbeleid Hierin is het gemeentelijk parkeerbeleid vastgelegd. De norm van minimaal twee
parkeerplaatsen op eigen terrein komt overeen met hetgeen landelijk gebruikelijk is.
Conclusie
Op grond van het bovenstaande is de zienswijze ongegrond
-4-
n» I 1 l i 4.4. o oo c ij. .iiiui j_i_
t-rc ocici i i luuiou aai cm 4-*j 4. iji i mi net vei icuci i aai iycr\u^i u uuui uc yei i iet;i ut; Vdi iwtïyti ut?