Artikel 7 Termijnen, van betaling
1. In afwijking van artikel 9, eerste iici, van de invorderingswet 1990 moeten de aanslagen
worden betaald in twee gelijke termijnbedragen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag
van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld
en de tweede twee maanden na de eerste vervaldatum.
2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van alle op één
aanslagbiljet verenigde aanslagen meer bedraagt dan 10.000,00, dat dit bedrag en een
bestuurlijke boete op dit aansiagbiiiet moeten worden betaald op de laatste dag van de
maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeid
3. In afwijking van net Depaalae in her eerste en tweede iia geldt, ingeval machtiging is
verleend tot automatische incasso en het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet
verenigde aanslagen gemeentelijke heffingen 100,00 of meer doch niet meer dan
10.000,00 bedraagt, dat de aanslagen moeten worden betaald in 10 gelijke
termiinbedragen waarvan de eerste termijn vervalt op de 28e dag van de maand volgende
op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en eik van de voigende
termijnen telkens een maand later.
4 De in net derde lid bedoelde machtiging tot automatische incasso wordt geacht niet te zijn
verleend indien twee van de tien termijnen niet zijn betaald doordat automatische incasso
van de betaalrekening van de belastingschuldige niet mogelijk blijkt dan wel binnen 56 dagen
na afschrijving zijn gestorneerd. Alsdan gelden de betaaltermijnen als bedoeld in het eerste
lid;
5. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in voorgaande leden gestelde
termijnen.
Artikel 8 Kwijtschelding
Bij de invordering van de onroerende zaakbelastingen wordt geen kwijtschelding verleend
Artikel 9 Naders regels door het Dagelijks Bestuur
Het Dagelijks Bestuur van de Beiastingsamenwerking West-Brabant kan nadere regels geven
met betrekking tot de heffing en de invordering van de onroerende-zaakbelastingen.
Artikel 10 Overgangsrecht en inwerkingtreding
1. De 'Verordening onroerende-zaakbelastingen Breda 2014' vastgesteld bij raadsbesluit van
4