De raad van de gemeente Breda; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders; gelet op artikel 228a, van de Gemeentewet; BESLUIT vast te stellen de: VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN RIOOLHEFFING Artikel 1 Begripsomschrijvingen Deze verordening verstaat onder: a. perceel: een roerende of onroerende zaak of een zelfstandig gedeelte daarvan; b. gemeentelijke riolering, een voorziening of combinatie van voorzieningen voor inzameling, verwerking, zuivering of transport van afvalwater, hemelwater of grondwater, in eigendom, in beheer of in onderhoud bij de gemeente; c. water: huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater, hemelwater of grondwater. d. woning: een perceel dient in hoofdzaak tot woning, indien de waarde op basis van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken is vastgesteld voor dat perceel in hoofdzaak kan worden toegerekend aan delen van dat perceel die dienen tot woning dan wel volledig dienstbaar zijn aan woondoeleinden. Artikel 2 Aard van de belasting Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan: a. de inzameling, berging en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater alsmede de zuivering van huishoudelijk afvalwater en b. de inzameling van afvloeiend hemelwater en de verwerking van het ingezamelde en afvloeiende hemelwater, alsmede het treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken. Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht 1. De belasting als bedoeld in deze verordening wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven van de gebruiker van een perceel van waaruit water direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd. 1

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2014 | | pagina 53