Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 42956]
b. Het tussen 07:00 en 23:00 uur plaatsvindt.
c. vervallen
d. Het niet plaatsvindt op de rijbaan, (brom)fietspad of anderszins een belemmering vormt
voor hulpdiensten, het verkeer, toegangen tot woningen, gebouwen en winkelcentra.
e. Slechts kleine objecten worden geplaatst met een oppervlakte van minder dan 10m2 per
object.
f. Er een organisator is.
B
Sinds de aanpassing van de Drank- en Horecawet is het voor mensen jonger dan achttien jaar verboden
om in de openbare ruimte alcoholhoudende drank te gebruiken of bij zich te hebben. Onder meer door het
Openbaar Ministerie is er op gewezen dat dit een aanpassing vraagt in veel Algemene Plaatselijke
Verordeningen en de modelverordening APV van de VNG. Het gaat om het artikel dat regelt dat het
verboden is open flessen of blikjes met alcoholhoudende drank bij zich te hebben op door het college
aangewezen plaatsen (artikel 2:48 in de modelverordening APV van de VNG). Waar dat voor mensen
onder de achttien jaar sowieso verboden is kan het niet bij APV nogmaals worden verboden. In navolging
van de modelverordening APV van de VNG wordt voorgesteld de artikelen 2:60 en 2:61 als volgt te
wijzigen: na: "het is verboden" wordt opgenomen: voor personen die de leeftijd van 18 jaar hebben
bereikt.
Op grond van artikel 45 van de Drank- en Horecawet is het voor mensen jonger dan achttien jaar
rechtstreeks verboden om in de openbare ruimte alcoholhoudende drank te gebruiken of bij zich te
hebben.
C
De Eerste Kamer heeft op 11 november 2014 ingestemd met het wetsvoorstel Wijziging van de Opiumwet
in verband met de strafbaarstelling van handelingen ter voorbereiding of vergemakkelijking van illegale
hennepteelt en de gevolgen hiervan voor het bestaan van growshops. Bij Koninklijk Besluit zal de datum
van inwerkingtreding worden bepaald. Dit betekent dat de vergunningplicht voor growshops zoals tot nu
toe opgenomen in de Algemene Plaatselijke Verordening Breda 2014 komt te vervallen, omdat de
activiteiten van growshops strafbaar zijn geworden en daarmee niet meer toegestaan.
De minister van Veiligheid Justitie heeft bij brief van 19 december 2013 de burgemeesters al
geattendeerd op het komende verbod en de gevolgen daarvan voor eventueel in lokale regelgeving
opgenomen vergunningplicht voor deze winkels.
Breda telde drie vergunde growshops. Bij brieven van 8 januari 2014 en 19 november 2014 zijn de
betrokken exploitanten zekerheidshalve geattendeerd op de inwerkingtreding van het verbod met het
advies de bedrijfsvoering tijdig daarop aan te passen. Eén ondernemer heeft inmiddels zijn exploitatie
aangepast waarmee het aantal vergunde growshops op twee is komen te staan.
Breda telt drie vergunde smart-/headshops De vergunningplicht smart/-headshops blijft in stand. Een
inrichting wordt aangemerkt als een smartshop als daarin uitsluitend of in overwegende mate niet
traditionele genotsmiddelen worden verkocht. Dit zijn genotsmiddelen bedoeld om veranderingen teweeg
te brengen in de gemoedstoestand of de geestelijke functies (stimulerend, kalmerend of hallucinerend) en
die niet vallen onder de werking van de Opiumwet, de Wet op de Geneesmiddelen, Wet Voorkoming
Misbruik Chemicaliën.
Headshops verkopen producten verwant aan de hasjcultuur en zijn bedoeld om het druggebruik te
faciliteren Omdat winkels vaak een combinatie zijn van beiden, zijn deze in dezelfde categorie geplaatst.
Zelden zijn winkels uitsluitend smart- of headshop. Wel zullen deze shops, voor zover zij ook voorwerpen
verkopen die onder de strafbaarstelling komen te vallen (wat bij headshops het geval kan zijn), de
verkoop daarvan moeten beëindigen. Dit geldt uiteraard voor alle bedrijven die zich bewust met de
verkoop van op de hennepteelt gerichte producten bezig houden.
In de integrale handhavingacties zal een controle op de growshops worden meegenomen om er op toe te
zien dat de activiteiten van de winkels gericht op de hennepteelt zijn gestaakt. De handhaving in deze is
aan het openbaar ministerie
In navolging van bovenstaande wordt voorgesteld het begrip growshops in de Algemene plaatselijke
verordening Breda 2014 te laten vervallen.