Gemeente Breda
Raadsvoorstel Registratienr: 42912]
5. Doelgroepenbeleid
Er is aandacht gevraagd voor de begeleiding van specifieke doelgroepen. Het College blijft bij het besluit
om een inclusieve arbeidsmarkt na te streven en daarom geen specifieke doelgroepen te hanteren in het
begeleiden naar de arbeidsmarkt. De uitzondering die wordt gemaakt betreft de aandacht voor jongeren
(zie ook het punt 2 verbetering aansluiting onderwijs naar arbeid voor kwetsbare jongeren). Er is
aandacht gevraagd voor de grote groep werkloze 50 plussers, die volgens verwachting van het UWV de
komende jaren fors zal toenemen. Deze mensen hebben veel werkervaring en hebben de arbeidsmarkt
juist veel te bieden. Daarom blijven we vasthouden aan de teamindeling bij de ATEA-groep om de
gemeentelijke begeleiding van werkzoekenden ook voor 55+ers te (blijven) organiseren door een speciaal
team met klantmanagers. Dit geldt voor zowel ouderen als jongeren Daarnaast is in de regionale
incidentele loonkostensubsidieregeling aandacht gevraagd voor het stimuleren van werkgevers om
55+ers aan te nemen. Daarom zijn de criteria voor deze regionale loonkostensubsidieregeling aangepast,
en worden naast de jongeren ook de ouderen bevoordeeld door werkgevers eerder in aanmerking te laten
komen voor de loonkostensubsidie. Verder stimuleert het College, en maakt het dankbaar gebruik van
initiatieven die in de maatschappij worden genomen voor de inzet voor (al dan niet specifieke)
doelgroepen. In het eerste kwartaal van 2015 nodigt het regionaal platform Arbeidsmarkt graag Talent
Plus uit om samen met hen aandacht te besteden aan de grote groep werkloze 50 plussers en de
mogelijkheden om hen naar werk te begeleiden.
6. Prioritering in relatie tot beschikbare middelen
Keuzes zijn vanwege het beperkte participatiebudget en uitkeringsbudget BUIG onvermijdelijk.
De focus is gericht op "werk" en de activiteiten die zorgen voor verlaging van het aantal uitkeringen en
verhoging van inkomsten, om uitte komen binnen het BUIG budget.
Door verschillende raadsfracties is gevraagd om bij de besteding van het participatiebudget prioriteit te
geven aan inzet dienstverlening voor gemotiveerde mensen. Ook is gevraagd meer aandacht te
besteden aan de inzet van dienstverlening voor de gemeentelijke doelgroep vanuit de beleidsterreinen
welzijn, sport en zorg en meer de verbinding te leggen met de andere decentralisaties. Het College
ondersteunt deze opmerkingen en heeft deze verwerkt in het beleidskader en uitvoeringsplan Participatie.
7. Beschut werken
De meerderheid van de raadsfracties heeft zich positief uitgesproken over het voorstel om te kiezen voor
de invoering van de nieuwe voorziening beschut werken. Zoals voorgesteld wordt scenario 2; invulling ter
hoogte van 1/3e van de uitstroom, nader uitgewerkt. Het College betrekt de dekking van de kosten voor
de nieuwe voorziening beschut werken bij de Voorjaarsnota 2016.
8. Innovatie
Juist in de komende periode van transformatie zijn innovaties van groot belang Het College reserveert in
2015 en 2016 middelen om samen met overheden, onderwijs en ondernemers op zoek te gaan naar
innovatieve manieren om mensen aan het werk te helpen. Net als in 2013/2014 publiceren we hiertoe een
subsidieregeling "Innovatieve Re-integratieproeftuin".
9. Startersbeurs
Het College neemt het advies van enkele fracties om de startersbeurs voor jongeren structureel in te
voeren niet over Vanwege beperkte middelen in het budget voor participatie kiezen we ervoor om de
pilot "Startersbeurs" die in 2014 is ingezet in 2015 niet te continueren. Binnen de huidige dienstverlening
zijn voldoende re-integratieinstrumenten/voorzieningen (o.a. externe werkervaringsplaatsen) beschikbaar
om jongeren te ondersteunen naar werk/participatie Onze dienstverlening zetten we ook in voor jongeren
zonder gemeentelijke uitkering. In tegenstelling tot bij de startersbeurs vinden we het niet passend om
een extra vergoeding per maand te geven aan een jongere voor deelname aan een regulier re-
integratieinstrument, zoals een werkervaringsplaats.
10. Meten van effectiviteit
Het College wil de effectieve en efficiënte inzet van middelen (financieel en personeel) en de uitwerking
van het beleid goed monitoren. Dit doen we door een afzonderlijke monitor sociaal domein 2015 en door
monitoring van de resultaten van het beleidskader Participatie Zie hiervoor Bijlage 2 Monitor resultaten
Participatie, onderdeel van het Uitvoeringsplan Participatie
