Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 43187]
Verdere uitwerking van deze conclusies moet volgens de rapportage resulteren in een
handelingsperspectief, gericht op:
"een door alle partijen gedragen bestuurlijke en organisatorische structuur;
met duidelijke, gedeelde en gedragen uitgangspunten rond een aantrekkelijke museale functie in
de stad Breda, met een relatie met de regio;
voorzien van een gezonde financiële basisfinanciering ter versterking van de museale
infrastructuur in Breda;
zodat inhoudelijk een programmering is te realiseren die recht doet aan de kracht en kwaliteit van
beide musea en de potentie van de stad;
die succesvol is in termen van publieksbereik en additionele financiering;
en daarmee steun en draagvlak voor beide musea in de stad, in de provincie en in het land.
Het college van B&W alsmede de raadscommissie Maatschappij hebben in oktober 2014 deze lijn
onderschreven (42780). De Raad van Toezicht en directie-bestuur van de stichting MOTI hebben daarop
de bereidheid uitgesproken om gezamenlijk met de gemeente, Breda's Museum en een onafhankelijke
deskundige te werken aan een opdrachtformulering met procesvoorstel om te komen tot samenvoeging
van beide musea. Vóór de jaarwisseling is gestart met dit proces, met als inzet om in de maand januari
2015 in een aantal bijeenkomsten te komen tot een Startdocument als gemeenschappelijk vertrekpunt.
Het Startdocument is een eerste antwoord op de vragen die door beide partijen zijn gesteld. In dit
document worden de onderling overeengekomen kaders vastgelegd omtrent de samenstelling van een
werkgroep, de werkwijze, de uitgangspunten, richtinggevende uitspraken, aandachtspunten en de
gewenste resultaten voor de gezamenlijke toekomst van de beide musea.
Tevens is het proces op hoofdlijnen geformuleerd: volgorde van onderzoeken, doorlooptijden, mijlpalen,
overleggen en besluitmomenten voor de werkgroep, beide musea en college, raadscommissie en
gemeenteraad. Bestuur en Raad van Toezicht van MOTI hebben ingestemd met dit startdocument. De
Raad wordt gevraagd in te stemmen met het voorgestelde traject.
De raadscommissie Maatschappij heeft in de vergadering van 11 februari 2015 overwegingen
meegegeven. Het ging daarbij onder meer om het functioneren van de werkgroep alsook een
evenwichtige samenstelling daarvan, met vertegenwoordiging van verschillende perspectieven en
voldoende onafhankelijkheid. Ook werd nadrukkelijk gevraagd om voldoende betrokkenheid van de
raadscommissie bij de verschillende fases van de totstandkoming van het museale concept en om de
koppeling met de actualisatie van Factor C. Ook werd aandacht gevraagd voor het verder verduidelijken
van de frictiekosten en dat het nog te vroeg is om definitieve uitspraken te doen over de huisvesting daar
het museale concept te allen tijde leidend is. Deze opmerkingen zijn verwerkt in dit aangepaste
raadsvoorstel.
Beoogd effect van het besluit
Het beoogde effect van dit besluit is om te komen tot een gedragen voorstel voor een nieuw, eigentijds
museum dat past bij de negende stad van het land.
Uitvoering van het besluit
Vanaf nu wordt stapsgewijs inhoud gegeven aan de ontwikkeling van een nieuw museaal concept en aan
hieraan gerelateerde documenten rond organisatie, financiën en huisvesting. Gemeente Breda is formeel
opdrachtgever, stichting MOTI heeft instemmingsrecht.
Ten behoeve van dit proces wordt een werkgroep ingesteld met een evenredige samenstelling en met
een hoogwaardige en gelijkwaardige representatie van zowel erfgoed als beeldcultuur. Aan de beoogde
gelijkwaardigheid is bij de samenstelling van de werkgroep de nodige aandacht besteed, gegeven de
ongelijke uitgangssituatie van beide musea op dit moment. De onafhankelijk deskundige heeft als
voorzitter van de werkgroep en eindverantwoordelijke een centrale rol Hij coördineert en redigeert het
document rond het museale concept, geeft richting aan de opstartfase van de diverse deelproducten en
voert de eindredactie op het definitieve rapport.
Daaromheen is een werkgroep geformeerd met vertegenwoordigers van beide musea, gemeente en
externe deskundigen die in koppels werken aan de diverse onderdelen en deelproducten.