Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 43338]
Met het onderhavige plan wordt bovendien meer recht gedaan aan de te beschermen natuurwaarden. In
het vorige plan had (alleen) de noordelijke punt van het plangebied de bestemming 'Groen', maar dit plan
voorzag nergens in het plangebied in de bestemming 'Natuur', gericht op het behoud, het herstel en de
ontwikkeling van natuurwaarden. Ook om deze reden is het voorliggende plan een verbetering ten
opzichte van de vorige situatie. Het huidige plan kent aan minder grond de bestemming 'Groen' toe, maar
aan meer grond de bestemming 'Natuur'. Voor de bescherming van natuurwaarden is dit van belang. De
bestemming 'Groen' heeft namelijk niet als doel om natuurwaarden te beschermen. Het huidige plan is
daarmee een verbetering in vergelijking met het eerdere plan. Van strijd met het gemeentelijk beleid is
dan ook geen sprake.
Samenvatting 1.3
Reclamanten zijn van mening dat er een risico bestaat dat er significant negatieve effecten optreden waar
het Ulvenhoutse Bos onder te lijden heeft. Reclamanten stellen dat het MER en de PB niet kunnen
worden aangemerkt als een deugdelijke motivering en onderbouwing. Reclamanten hebben ter
onderbouwing hiervan een second opinion op laten stellen door Bureau Econsultancy d d 19 maart 2015.
Hieruit volgt, kort samengevat, dat de verwezenlijking van 28 woningen een te groot effect heeft op het
Ulvenhoutse Bos en de omgeving. Uit het MER volgt niet dat kan worden voldaan aan de
instandhoudingsdoelstelling voor het Ulvenhoutse Bos, die ook ziet op de uitbreiding van de oppervlakte
en de verbetering van de kwaliteit van het bos. Reclamanten geven hiermee aan dat het voorliggende
bouwplan voor 28 woningen door zijn volume en verharding een te grote impact heeft op het Ulvenhoutse
Bos en zijn omgeving.
Beoordeling
Ad 1.3.
Voor een beschrijving van de milieueffecten van het plan op het Ulvenhoutse Bos wordt verwezen naar de
inleiding. Kort samengevat kan op grond van het MER en de PB geconcludeerd worden dat het plan de
natuurlijke kenmerken van het Ulvenhoutse Bos niet zal aantasten.
In het rapport van Econsultancy worden het MER en de PB beoordeeld. In algemene zin kan worden
geconstateerd dat het rapport niet aangeeft welke gevolgen het plan zal hebben voor de omgeving en is
om deze reden niet te kwalificeren als een weerlegging van de conclusies uit het MER en de PB
Volgens Econsultancy dateert de informatie waar het MER en de PB op zijn gebaseerd van vóór de
uitspraak van de Afdeling waarmee het bestemmingsplan 'Ulvenhout, Hertespoor 2013' werd vernietigd
(d d 27 augustus 2014) Afgezien van het feit dat er in de Aanvulling op het MER nog nieuwe gegevens
zijn toegevoegd, zijn wij van mening dat de in het MER en de PB gebruikte gegevens voldoende actueel
zijn om de gevolgen van het plan voor de omgeving te beoordelen De gevolgen van het plan voor de
omgeving zijn voldoende in beeld gebracht. Door reclamanten is niet aangetoond dat nieuwe gegevens
zullen leiden tot andere conclusies.
Econsultancy stelt in haar rapport verder dat niet kan worden uitgesloten dat het infiltreren van
hemelwater bij het Ulvenhoutse Bos negatieve effecten heeft. Het zou relevant zijn of er een leemlaag
aanwezig is waardoor het water slecht wordt doorgelaten. Uit het 'Doorlatendheidsonderzoek Watergang
Kerkdreef te Ulvenhout' van Agel Adviseurs d.d 21 mei 2013, dat ten grondslag ligt aan het plan, volgt dat
er ter plaatse geen storende leemlagen zijn aangetroffen, waardoor het hemelwater kan infiltreren in de
bodem. Econsultancy weerlegt dit niet.
Voorts stelt Econsultancy het gebruik van de GHGzomermaanden als uitgangspunt voor de
retentieberekening ter discussie Wij menen dat hiervan in redelijkheid gebruik kan worden gemaakt.
Hiervoor is gekozen omdat de kans op hevige neerslag in de zomermaanden het grootst is. Onder deze
omstandigheden zal de meeste waterberging benodigd zijn. Als het water onder deze omstandigheden
voldoende kan worden afgevoerd en opgevangen, dan zal dit onder andere omstandigheden ook het
geval zijn. In de Aanvulling op het MER is bovendien de reguliere GHG beoordeeld. Hieruit volgt dat zelfs
in het ongunstigste scenario (een peilstijging van 0,75 meter gedurende 15 dagen) nog steeds wordt
voldaan aan de gestelde ontwateringsnormen. Er is door Econsultancy niet aangetoond dat de conclusie
uit het MER dat er geen problemen met betrekking tot de afvoer en retentie van water ontstaan, onjuist is.
Voor zover Econsultancy meent dat het plan leidt tot significante gevolgen voor het Ulvenhoutse Bos,
wordt verwezen naar de PB en hetgeen daarover hiervoor in de inleiding al gesteld is Daaruit volgt dat de
natuurlijke kenmerken van het Ulvenhoutse Bos niet zullen worden aangetast, ook al geldt er voor enkele
habitattypen een uitbreidings- en/of verbeteringsdoelstelling