Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 43338]
Samenvatting 1.4.
Reclamanten stellen dat het onduidelijk is hoe het verhard oppervlak is berekend. Zij twijfelen aan de
juiste input bij de berekening van het verhard oppervlak en wil graag zien hoe het kengetal van 2875 m2
is berekend. Is hierbij rekening gehouden met mogelijke bijbehorende bouwwerken en worden deze ook
via het nieuwe regenwaterafvoerstelsel afgewaterd?
Beoordeling
Ad 1.4.
Zoals ook uit het Rioleringsplan (p. 5) volgt, is er op grond van het stedenbouwkundig ontwerp waar het
plan op is gebaseerd sprake van een toename van verharding van 4.282 m2, bestaande uit dakoppervlak,
openbare verharding en de (extra) parkeerplaatsen. Het verhardingsoppervlak is per abuis foutief
weergegeven in de toelichting bij het plan De zienswijze is in zoverre derhalve gegrond De toelichting
zal worden aangepast.
De retentiecapaciteit, dus de opslag die nodig is vanwege de verhardingstoename, is gebaseerd op een
formule die door de waterschappen Aa en Maas, De Dommel en Brabantse Delta wordt gehanteerd.
Hieruit volgt dat voor dit plan een berging van 257 m3 nodig is. Hieraan voldoet het Rioleringsplan.
De toelichting zal worden gewijzigd, opdat de juiste cijfers worden opgenomen. De zienswijze is in zoverre
derhalve gegrond.
Samenvatting 1.5.
Volgens reclamanten is er onvoldoende duidelijkheid omtrent het rioleringsstelsel. Duidelijkheid wordt
gevraagd wat nu de uitgangspunten en specificaties zijn van het nieuwe rioleringsstelsel. Dit punt is
onvoldoende uitgewerkt in de onderliggende ruimtelijke onderbouwing en het MER.
Beoordeling
Ad 1.5.
Volgens ons is de inrichting van de waterafvoer ten behoeve van het plan voldoende omschreven in het
Rioleringsplan, in de Aanvulling op het MER en onder randnummer 5 4 2 van de toelichting bij het plan. In
de inleiding wordt ook een beschrijving van het Rioleringsplan gegeven.
Samenvatting 1.6.
Uit het rapport is af te leiden dat de uitbreiding van Ulvenhout in de jaren 90 en de ontwikkeling van de
wijk Kraaijenberg impact hebben op de staat van het Ulvenhoutse bos Daarnaast zijn inmiddels nieuwe
plannen gerealiseerd en uit een gemeentelijke notitie blijkt dat de gemeente een probleem heeft met de
ontwikkeling van een aantal plannen en dit is in het MER geheel niet aan de orde gekomen.
Beoordeling
Ad 1.6.
Op grond van de meest actuele onderzoeken, het MER en de PB, kan met zekerheid worden vastgesteld
dat de natuurlijke kenmerken van het Natura 2000-gebied Ulvenhoutse Bos niet worden aangetast.
Cumulatieve significante gevolgen kunnen op grond van de PB worden uitgesloten De ontwikkeling van
nieuwe plannen is in dit kader niet van belang voor de vaststelling van het onderhavige plan Zoals in de
inleiding al is aangegeven, heeft het Rioleringsplan juist een positief effect op het Ulvenhoutse Bos, nu het
er tevens in voorziet dat het hemelwater uit de wijk Kraaijenberg niet langer rechtstreeks op het
oppervlaktewater in het bos geloosd wordt, maar evenals het hemelwater uit het plangebied aan de rand
van het bos kan infiltreren.
Samenvatting 1.7.
De aanpassing van de watergang wordt als mitigerende maatregel gezien Het is onduidelijk waaromhoe
en op welke wijze dit gebeurt en wat de exacte afmetingen zullen zijn. Ook is onvoldoende in kaart
gebracht waar in het plangebied dekzandkoppen zijn en hoe hiermee wordt omgegaan, terwijl daarnaast
ook onduidelijk is of maatregelen op dit punt al dan niet mitigerende maatregelen zijn Gevraagd wordt
naar duidelijke tekeningen en duidelijkheid over de mitigerende maatregelen Het plan en de rapportage
zijn derhalve onduidelijk Negatieve effecten worden nu in het MER van 6 februari 2015 zonder harde
onderbouwing als neutraal of positief gepresenteerd.