Gemeente Breda
Raadsvoorstel Registratienr: 43338]
Beoordeling
Ad 9 .1
Het plan leidt niet tot nadeliger gevolgen dan thans mogelijk is. Met de verwezenlijking van het vigerende
bestemmingsplan is het immers ook mogelijk dat auto's op straat worden gewassen, waardoor het
afvalwater in de watergangen terecht kan komen. Ook wordt het hemelwater, waarin zich water dat ten
behoeve van het wassen van auto's is gebruikt, in de huidige situatie vanuit de Kraaijenberg direct op het
oppervlaktewater van het Ulvenhoutse Bos afgevoerd. In de toekomstige situatie zal het water in de
watergang langs de Kerkdreef infiltreren waardoor de nadelige gevolgen, zo hiervan al sprake zou zijn,
worden verminderd. Ook op dit punt zal het plan derhalve voor een verbetering zorgen.
Samenvatting 9 2
Reclamant geeft aan dat er sprake is van indirecte planschade op grond van artikel 6.1. van de Wet
ruimtelijke ordeningomdat:
de eigenaren van de omliggende percelen schade lijden doordat het bestemmingsplan ongunstige
waardedrukkende ontwikkelingen heeft;
de aangrenzende percelen uitzicht hadden op voorheen openbaar groen zonder
bebouwingsmogelijkheden en straks een woonbestemming met bebouwingsmogelijkheden krijgen;
specifiek voor reclamants perceel zorgt het nieuwe plan voor verlies van het contact met het
historische uitzicht op het Ulvenhoutse bos (beeldbepalend groen met een esthetische waarde en
Natura 2000-gebied);
en er een waardevermindering en afbreuk van het woongenot optreedt.
Beoordeling
Ad 9 2
Dat een ruimtelijke ontwikkeling zal leiden tot benadeling van anderen, is op zichzelf geen reden om de
ontwikkeling ontoelaatbaar te achten. Volgens ons is het onderhavige plan een positieve toevoeging aan
de bestaande omgeving De gemeente heeft een overeenkomst gesloten met de projectontwikkelaar
waarin het vergoeden van planschade is geborgd In de overeenkomst is opgenomen dat planschade
geheel voor rekening komt van de ontwikkelaar.
Ambtshalve wijzigingen
Voor het bepalen van het aantal parkeerplaatsen wordt getoetst aan de nota Parkeer- en stallingsbeleid
Breda 2004 Inmiddels heeft bij besluit van de gemeenteraad van 20 juni 2013 een herijking van de
parkeernormen plaatsgevonden. Dit heeft voor onderhavig plan als gevolg dat de parkeernorm van 1,8
parkeerplaats per woning is aangepast naar 1,9 parkeerplaats per woning In de toelichting van hoofdstuk
4 'parkeren' is dit aangepast. Het bouwplan voldoet ook aan deze nieuwe parkeernorm.
Ook is artikel 11.1 van de regels aangepast aan de nieuwe standaardomschrijving, zoals die voor alle
plannen binnen de gemeente wordt gehanteerd.
In het kader van de aanvulling op de MER-rapportage is ook een gewijzigd rioleringsplan opgesteld (14
april 2015). Dit heeft geleid tot aanpassing van artikel 6, lid 6.2.1 sub e, omdat in het
ontwerpbestemmingsplan bij dit artikel nog wordt gesproken van het rioleringsplan d.d. 27 januari 2014
Afwegingen
De ingediende zienswijzen geven geen aanleiding het plan niet (gewijzigd) vast te stellen Wel zal de
verbeelding worden aangepast, opdat aan alle gronden die volgens de Verordening Ruimte 2014 tot de
Ecologische Hoofdstructuur behoren alsnog de bestemming 'Natuur' gegeven wordt. De zienswijzen die
zich hiertegen richten, zijn gegrond Daarnaast zal de toelichting op enkele onderdelen worden
aangepast.
Juridisch
Na vaststelling van het bestemmingsplan door de raad zal het bestemmingsplan gepubliceerd worden en
kunnen belanghebbenden gedurende 6 weken hiertegen een beroep instellen bij de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State. De mogelijkheid tot het instellen van beroep blijft beperkt tot
degenen die ook tegen het ontwerpbesluit zienswijzen hebben ingediend dan wel alle belanghebbenden
die zich richten tegen in het plan ten opzichte van het ontwerp aangebrachte wijzigingen. Het plan treedt
in werking na de terinzagetermijn van 6 weken tenzij naast beroepschriften ook verzoeken om voorlopige
voorziening worden ingediend
-18-