Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 43831] 7. In artikel 6 Bedrijf is het mogelijk gemaakt om paardenhouderijen te hebben en/of uit te breiden. Uit de voor het onderhavige bestemmingsplan opgestelde milieueffectrapportage Buitengebied Zuid 2013 is onder andere vast komen te staan dat uitbreiden van het aantal dieren binnen het plangebied zal leiden tot significante effecten op een Natura 2000 gebied i.e. het Ulvenhoutse Bos. Op grond van de Natuurbeschermingswet is het verplicht om bij plannen zodanig regels op te nemen dat er geen significante effecten zullen optreden op dit gebied. Binnen de agrarische bestemmingen is dit wel geregeld via een verbod op o.a. het uitbreiden van veehouderijen met een afwijkingsmogelijkheid indien aangetoond is dat de uitbreiding stikstofneutraal is. Binnen de bestemming Bedrijf is dit echter niet meegenomen terwijl dit wel noodzakelijk was. Met deze wijziging wordt dit alsnog toegevoegd. 8. In artikel 3 Agrarisch is in lid 3.5 een vergunningenstelsel opgenomen voor werken, geen bouwwerken zijnde, en andere werkzaamheden met een verwijzing naar artikel 26, lid 26.8.1Binnen deze bestemming sec is echter nooit een vergunning nodig en deze bepaling is dan ook overbodig en werkt verwarrend. Het kan wel zo zijn dat middels een dubbelbestemming wel een dergelijke vergunning vereist is maar dat is dan in die betreffende dubbelbestemming met een verwijzing naar het betreffende vergunningenstelsel vastgelegd. Deze verwijzing wordt alsnog uit artikel 3 verwijderd. 9. In artikel 18 Wonen is in lid 18.2 onder b een maximale inhoudsmaat opgenomen voor deze woningen. In het plangebied zijn echter ook percelen waarop nog een woning gebouwd mag worden. Door een uitspraak van de rechtbank Zeeland - West-Brabant blijkt de in het plan opgenomen inhoudsmaat niet van toepassing op deze nieuwbouwwoningen nu in de planregels dit alleen maar vastgelegd is voor het verbouwen, uitbreiden of vervangen en niet voor het bouwen van woningen. Om nu te voorkomen dat deze niet aan een maximum qua inhoud gebonden zijn, terwijl dit wel uitdrukkelijk altijd de bedoeling is geweest, dient aan dit artikellid het woord 'gebouwd' te worden toegevoegd. 10. Naar aanleiding van een tegen het ontwerp ingediende zienswijze (zienswijze 27) aangaande de bestemming voor de locatie Sintelweg 44 is op de verbeelding een aanduiding 'bedrijfswoning' opgenomen. Dit om de situering van de bedrijfswoning verplicht vast te leggen en zo mogelijke verplaatsing binnen het bouwvlak, in verband met een nabijgelegen varkenshouderij, te voorkomen. In de regels van de bestemming 'Bedrijf is deze aanduiding echter abusievelijk niet opgenomen met de daaraan verbonden verplichtingen. De aanduiding wordt via dit wijzigingsvoorstel alsnog in de regels (artikel 6) opgenomen. 11. De eigenaren van het pand Klein Wolfslaar 17 te Bavel willen dit pand verkopen. Naar aanleiding van een informatievraag hierover is gebleken dat deze woning in het onderhavige bestemmingsplan, en ook al in het bestemmingsplan Buitengebied Zuid uit 2009, is opgenomen met een recreatiebestemming met de aanduiding recreatiewoning. In het voorheen geldende bestemmingsplan Buitengebied Nieuw-Ginneken was deze locatie opgenomen met een woonbestemming. Uit een controle is gebleken dat het betreffende pand al sinds 1963 permanent en aaneengesloten wordt bewoond. Waarom deze woning uiteindelijk in de volgende bestemmingsplannen meteen recreatieve bestemming is opgenomen is onduidelijk. Voorgesteld wordt de bestemming 'Recreatie' voor deze locatie om te zetten in een woonbestemming waarmee het plan weer in overeenstemming is met de feitelijk aanwezige situatie. 12. Aan de Strijbeekseweg 16a te Ulvenhout is een tuincentrum gevestigd. De huidige eigenaar is voornemens dit te verkopen. Naar aanleiding van vragen in het kader van het bestemmingsplan is gebleken dat het betreffende tuincentrum op de verbeelding is opgenomen met een bedrijfsbestemming maar in de regels is meegenomen in de bestemming 'Detailhandel'. Dit moet met elkaar in overeenstemming worden gebracht. Aangezien een tuincentrum moet worden aangemerkt als een detailhandel zal de bestemming op de verbeelding worden aangepast van 'Bedrijf naar de bestemming 'Detailhandel'. De functieaanduiding 'tuincentrum' zal worden gehandhaafd. 13. Op 23 september 2015 is door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan over de beroepen gericht tegen het bestemmingsplan Buitengebied Noord. In die beroepen was ook opgekomen tegen de regeling dat voor diepploegen en diepploegen dieper dan 50 cm in het kader van de archeologische waarden een vergunningplicht geld. In de nota "Erfgoed in context' wordt echter een diepte van 30 cm is genoemd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2015 | | pagina 17