Gemeente Breda
Raadsbesluit Registratienr: 43831]
Aantal bijlagen: -1-
De raad van de gemeente Breda;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders en met overname van de daarin vermelde
overwegingen;
gelet op Afdeling 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 6:19 van de Algemene wet bestuursrecht;
besluit:
Het dictum van het raadsbesluit tot het vaststellen van het bestemmingsplan Buitengebied Zuid 2013 en
daarmee ook het bestemmingsplan Buitengebied Zuid 2013 (NLIMR0.0758.BP2012059001-0402) zoals
vastgesteld op 18 december 2014 als volgt te wijzigen:
Onder punt 2 (wijziging regels) van het dictum wordt toegevoegd:
Artikel 1 Begrippen onder vernummering van de begrippen een nieuw punt 1.22, 1.76 en 1.91 in te
voegen met de volgende teksten: '1.22 Begraafplaats Een besloten gebied waar lichamen van
overleden personen worden begraven, urnen worden bijgezet of as wordt verstrooid met een
afscheidsruimte in de vorm van een aula.'] '1.76 Ruimtelijke ontwikkeling bouwactiviteiten en
planologische bedrijfsactiviteiten waarvoor een wijziging van het planologische regime nodig isen
'1.91 Zorgvuldige veehouderij een veehouderij die door het treffen van maatregelen, onder andere
gericht op landschap, het verder sluiten van kringlopen op lokaal niveau, emissiebeperking en
gezondheid voormens en dier, ruimtelijk en maatschappelijk optimaal is ingepast in zijn omgeving';
Artikel 3 Agrarisch in lid 3.2 (Bouwregels) onder b de volgende tekst te verwijderen 'voor zover
gelegen binnen de aanduiding 'overige zone - beperkingen veehouderij', de uitbreiding van de
aantallen dieren', onder punt c de tekst 'terplaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderijen' te
vervangen door 'bij veehouderijen', onder i de verwijzing naar b te vervangen door een verwijzing naar
c en onder j aan het eind van de zin de volgende tekst toe te voegen 'en het bepaalde onder b van dit
lid hierop niet van toepassing is'\
- Artikel 3 Agrarisch in lid 3.3 (Afwijken van de bouwregels) voor de tekst onder a t/m f de volgende
teksten toe te voegen:
na a. 'van het bepaalde in lid 3.1 onder a', na b 'van het bepaalde in lid 3.1 onder a', na c 'van het
bepaalde in lid 3.2 onder j', na d 'van het bepaalde in lid 3.2 onder g en h ten aanzien van de', na e
'van het bepaalde in lid 3.1 onder a' en na f 'van het bepaalde in lid 3.2 onder b'\
Artikel 3 Agrarisch in lid 3.3 (Afwijken van de bouwregels) onder f in de aanhef de woorden 'ten
behoeve van'te vervangen door de woorden 'of verbouwen of', onder punt 3 na de woorden 'van
kassen' toe te voegen 'groter dan 5000 m2", onder punt 4 na de woorden 'uitbreiding van gebouwen'
toe te voegen niet zijnde de bedrijfswoning,', de tekst 'voor zover gelegen ter plaatse van de
aanduiding 'overige zone - beperkingen veehouderij'te verwijderen, onder punt 4 1e bullit de woorden
'mag betreffen' vervangen door 'betreft', een nieuwe 2e bullit toe te voegen met de tekst 'indien
gelegen binnen de aanduiding 'beperkingen veehouderij' dit alleen van toepassing is op
grondgebonden veehouderijen'en na de laatste bullit een nieuwe bullit wordt toegevoegd met de tekst
'deze regels niet gelden voor gebouwen en bouwwerken die niet gebruikt gaan worden voor de
uitoefening van de gevestigde veehouderij of het bouwwerken, geen gebouwen zijnde, betreft voorde
opslag van ruwvoer
Artikel 3 Agrarisch in lid 3 5 inzake omgevingsvergunning voor werken geen bouwwerken zijnde, en
andere werkzaamheden geheel verwijderd en de leden 3.6 vernummerd naar 3.5;
Artikel 3 Agrarisch in lid 3.5 nieuw (Wijzigingsbevoegdheid) het bepaalde onder punt a volledig te
verwijderen en te vervangen door de volgende tekst:
'a. voor het vergroten en/of veranderen van de vorm van de aanduiding 'bouwvlak', met uitzondering
van de bouwvlakken ter plaatse van de aanduiding 'wonen uitgesloten', met dien verstande dat:
1 de oppervlakte van het bouwvlak niet groter wordt dan 1,5 ha met uitzondering van;
1. ter plaatse van de aanduiding 'glastuinbouw' waar de oppervlakte van het bouwvlak
maximaal 3,5 ha mag gaan bedragen waarbinnen maximaal 3 ha netto glasoppervlak is
toegestaan;
2. ten behoeve van het oprichten van permanente teeltondersteunende voorzieningen, niet
zijnde kassen of tunnels waar deoppevlakte van het bouwvlak maximaal 3 ha mag gaan
bedragen;
