Gemeente Breda Raadsbesluit Registratienr: 43831] 3. de uitbreiding ter plaatse van de aanduiding veehouderij waar de oppervlakte van het bouwvlak maximaal 2,5 ha mag gaan bedragen mits: 1. de veebezetting 2 GVE/ha of minder bedraagt; 2. er sprake is van een sanering van een overbelaste situatie elders; 3. uitbreiding noodzakelijk is voor de ontwikkeling van een zorgvuldige veehouderij vanwege een vernieuwend bedrijfsconcept en na advies van de Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen; 4. ten behoeve van het vergroten van het maximaal toegestane bouwvlak voor de bouw van voorzieningen voor de opslag van ruwvoer tot een oppervlakte van maximaal 0,5 ha mits: 1. het bedrijf in overwegende mate is aangewezen op de opslag van ruwvoer; 2. hiervoor geen ruimte meer aanwezig is binnen het bouwperceel/bouwvlak; 3. de toegevoegde ruimte uitsluitend gebruikt mag worden voor de opslag van ruwvoer in bouwwerken, geen gebouwen zijnde; 2 uitbreiding van het bouwvlak noodzakelijk is om de continuïteit van het bedrijf voor langere tijd te waarborgen en/of een ingediend bouwplan daartoe aanleiding geeft; 3. indien de vergroting of vormverandering van het bouwvlak is bedoeld voor de bouw van bouwwerken voorde uitbreiding van het aantal dieren ter plaatse of de uitbreiding van kassen dient aangetoond te worden dat stikstofneutraal gebouwd en gebruikt wordt; 4. uitbreiding van het bouwvlak verantwoord is vanuit natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische, water- en bodemhuishoudkundige en milieuhygiënische oogpunt; 5. deze mogelijkheid tot vergroting of vormverandering van het bouwvlak ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij' alleen mogelijk is voor zover het bouwvlak niet is gelegen ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - beperkingen veehouderij' en waar alleen de uitbreiding van bouwvlakken voor grondgebonden veehouderijen is toegestaan; 6. deze mogelijkheid voor vergroting of vormverandering van het bouwvlak voor veehouderijen, niet zijnde intensieve veehouderijen alleen is toegestaan als: aangetoond is dat maatregelen worden getroffen en in stand gehouden die invulling geven aan een zorgvuldige veehouderij welke zijn opgenomen in de nadere regels ter uitvoering van de Brabantse Zorgvuldigheidsscore, die zijn vastgesteld door Gedeputeerde Staten van Noord- Brabant op grond van de Verordening ruimte 2014; de ontwikkeling vanuit een goede leefomgeving inpasbaar is in de omgeving; is aangetoond dat de kans op cumulatieve geurhinder op geurgevoelige objecten niet hoger is dan 20% tenzij er - indien de achtergrondbelasting hoger is- maatregelen worden getroffen door de veehouderij die tot een daling leiden van de achtergrondbelasting, welke tenminste de eigen bijdrage aan de overschrijding hiervan compenseert; is aangetoond dat de achtergrondconcentratie, vermeerderd met de bijdrage van het initiatief, een jaargemiddelde fijnstofconcentratie (PM10) op gevoelige objecten veroorzaakt van maximaal 31,2pg/m3; aangetoond wordt dat er een dialoog is gevoerd, gericht op het betrekken van de belangen van de omgeving in de planontwikkeling; 7. vooraf over de noodzakelijkheid van de vergroting of vormverandering en de continuïteit van het bedrijf advies wordt ingewonnen bij de Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen. Artikel 4 Agrarisch met waarden - landschapswaarden in lid 4.1 (Bestemmingsomschrijving) onder d na 'beperkingen veehouderij' de tekst 'specifieke vorm van agrarisch - koel- en vrieshuis' toe te voegen; Artikel 4 Agrarisch met waarden - landschapswaarden in lid 4 2 (Bouwregels) onder b de volgende tekst te verwijderen voor zover gelegen binnen de aanduiding 'overige zone - beperkingen veehouderij', de uitbreiding van de aantallen dieren', onder punt c de tekst 'terplaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderijen'te vervangen door 'bij veehouderijen', onder j de verwijzing naar d te vervangen door een verwijzing naar e en onder k aan het eind van de zin de volgende tekst toe te voegen 'en het bepaalde onder punt b van dit lid hierop niet van toepassing is' en onder vernummering van punt n naar p een nieuw punt n toe te voegen met de tekst 'n. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - koel- en vrieshuis' voorde koeling voor derden maximaal 2500 m2 bebouwing hiervoor aanwezig mag zijn c.q. gebouwd en gebruikt mag worden' en een nieuw punt o toe te voegen met de tekst 'o. ter plaatse van de aanduiding 'dierenpension' voor deze functie maximaal 400 m2 bebouwing aanwezig mag zijn c.q. gebouwd mag worden;';

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2015 | | pagina 21