Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 44203]
Als voornemen is in het maatregelenpakket opgenomen de reductie van de toekenningen te verhogen in
2015 van 40% naar 43%. Dit is gelukt door een strengere controle aan de Poort.
Voor het komende jaar wordt dit gehandhaafd waarbij het belangrijk is te melden dat de instroom verdeeld
is in verschillende stromen, zoals:
via de poort (de normale instroom)
via het loket centraal onthaal (de dak- en thuislozen)
via het COA (plaatsing statushouders)
via de klantmanagers voor zelfstandigenregelingen (oa BBZ uitkeringen)
Door in 2015 meer fraudeonderzoeken te doen zijn tot nu toe in 2015 35 uitkeringen minder verstrekt dan
in heel 2014. Dit wordt grotendeels teniet gedaan door het grotere aantal toegekende uitkeringen aan
statushouders (101 uitkeringen in 2015 tot september versus 81 uitkeringen in heel 2014).
Meer dan ooit is het van belang dat binnen het sociaal domein, met het oog op de afnemende budgetten,
de juiste afwegingen worden gemaakt. Wat helpt mensen vooruit en hoe doen we dat het meest efficiënt
en effectief? Maatschappelijke instellingen en organisaties, gemeente en inwoners van Breda gaan in het
kader van Breda Doet gezamenlijk op zoek naar andere verbindingen en innovatieve oplossingen. We
moeten ons bijvoorbeeld in 2016 richten op de nieuwe doelgroep statushouders: zijn onze reïntegratie
middelen voldoende om te zorgen dat ook deze groep mensen niet afhankelijk hoeft te zijn van een
uitkering? Het komende jaar zal hier op worden ingezet.
B. Uitstroom naar werk
Werk en opleiding staan voorop. Het Back2 school project heeft positieve resultaten laten zien. Er zijn als
gevolg hiervan 87 uitkeringen beëindigd tegenover 33 in 2014. Dit project wordt voortgezet.
Het project uitstroom naar parttime werk of tijdelijk werk heeft nog tegenvallende resultaten.
Het werkproces binnen Atea is inmiddels aangepast: een klant die tijdelijk aan het werk gaat kan via een
verkorte procedure weer een uitkering aanvragen. Dit was een belangrijke drempel voor
uitkeringsgerechtigden om tijdelijk werk te aanvaarden.
Met de uitzendbureaus zijn gesprekken gevoerd om succesvolle projecten uit te voeren De reguliere
samenwerking met de uitzendbranche is in 2015 versterkt ten opzichte van 2014 Door het plaatsen van
mensen bij grotere bedrijven en het opzetten van proeflijnen bij bedrijven krijgen de uitzendbureaus, de
bedrijven zelf en de gemeente een beter beeld van wat werkzoekenden kunnen. De verwachting is dat
door dit inzicht meer mensen doorstromen naar werk.
In 2015 hebben er tot nu toe 128 mensen deeltijd gewerkt (gemiddeld 20 uur) De verwachting is dat we
in 2015 uitgaan komen op ongeveer 150 mensen. Voor 2016 is de verwachting dat deze stijgende lijn zich
doorzet maar niet zodanig dat de geprognotiseerde opbrengst van 1.3 miljoen (tw 100 uitkeringen minder)
volledig wordt gehaald.
C. Social Return
Social Return (SR) is staand beleid, de gemeente doet hier al veel aan.
Een percentage van de aanneemsom van aanbestede werken, diensten en leveringen wordt door de
opdrachtnemer besteed aan het in dienst nemen van personen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt.
In 2016 wil de gemeente maatregelen nemen waardoor SR nog meer maar vooral beter en slimmer kan
worden ingezet. Gedacht wordt aan:
1Ook bij de eigen gemeentelijke organisatie worden afspraken gemaakt over de inzet van
doelgroepen. Bijvoorbeeld door iedere vacature eerst voor te leggen aan Atea groep
2. In de subsidie uitvraag wordt opgenomen dat een aanvrager moet aangeven in het beleidsplan hoe
invulling gegeven wordt aan SR. Ook zal hierop daadwerkelijk worden gestuurd en afgerekend
3. Verruiming van de implementatie van social return bij aanbestedingen door:
a. Social return uit te breiden naar alle inkoopgebieden van de organisatie
b Een creatievere invulling van de verplichting mogelijk te maken
4 Onderzoek naar de kansen van social return bij drie-offerte procedures bij opdrachten tussen
€50.000,-en €200 000,-
De werkgroep SR zal de uitvoering hiervan ter hand nemen.
Het is nu nog niet in te schatten wat de financiële opbrengsten van deze maatregelen afzonderlijk of
opgeteld zullen zijn. Bij de volgende aanpassing van het meerjarenperspectief is hier naar verwachting
meer duidelijkheid over.
