Gemeente Breda
Raadsvoorstel Registratlenr: 44145]
gedurende één of twee maanden, afhankelijk van de aard van de gedraging. In de wijzigingsverordening
artikel 9 betreft het 'de niet-geüniformeerde gedragingen'. Hier geldt een lichter regime, waarbij de tweede
categorie een verlaging van 20% van de bijstandsuitkering gedurende één maand en de derde categorie
een verlaging van 50% gedurende één maand betreft.
Praktijkervaringen
In de praktijk bleek dat bij het opleggen van maatregelen er vaak onduidelijkheid was over de grondslag.
Doordat de verordening en Participatiewet doublures bevatten, was het mogelijk dat de ene keer een
zware maatregel en de andere keer een lichte maatregel werd opgelegd voor dezelfde gedraging. Ook bij
de behandeling van bezwaarschriften is dit geconstateerd door de Commissie sociaal domein en is
geadviseerd dit aan te passen. De uitvoerende klantmanagers hebben tevens aangegeven dat zij met
artikel 9 van de verordening in relatie tot artikel 18 van de Participatiewet niet uit de voeten konden.
Wet Taaleis
In de Participatiewet artikel 18b, lid 2 is het volgende opgenomen: "Het college neemt een toets bij de
belanghebbende af, indien belanghebbende:
a. niet gedurende acht jaar Nederlandstalig onderwijs heeft gevolgd;
b. geen diploma inburgering als bedoeld in artikel 7, tweede lid, onderdeel a, van de Wet inburgering
kan overleggen; en
c. geen ander document kan overleggen waaruit blijkt dat hij de vaardigheden in de Nederlandse taal
beheerst.
Indien de omstandigheden, bedoeld in de eerste zin, onderdelen a, b en c aanwezig zijn ten tijde van de
aanvraag van bijstand, wordt na ontvangst van die aanvraag een toets afgenomen binnen een door het
college te bepalen termijn die ten hoogste acht weken bedraagt.
De Participatiewet schrijft hiermee voor dat het college in bepaalde omstandigheden een taaltoets moet
afnemen. De wet regelt echter niet dat het college een maatregel kan opleggen wanneer iemand niet
verschijnt op de taaltoets. Dit wordt geregeld met de wijziging van de afstemmingsverordening. Wanneer
een uitkeringsontvanger niet verschijnt op een gesprek in het kader van zijn re-integratie kan er volgens
de bestaande afstemmingsverordening een maatregel volgen. Met de toevoeging van het lid 'niet
verschijnen bij taaltoets' aan de afstemmingsverordening gaat hier hetzelfde gelden. Dit maakt een
uniforme aanpak mogelijk.
Uitvoering van het besluit
Na vaststelling van de wijzigingsverordening treedt deze na publicatie in het Gemeenteblad per 1 januari
2016 in werking. Besluiten die per 1 januari 2016 genomen worden, vallen onder de
wijzigingsverordening De inwerkingtreding is geregeld in artikel II van de wijzigingsverordening.
Argumenten
De wijzigingen betreffen artikel 9 van de verordening, op onderdelen in de tweede en derde categorie
Tweede categorie
In de tweede categorie zijn enkel de gedragingen opgenomen die geen overlap hebben met de
geüniformeerde gedragingen in artikell 8, vierde lid van de Participatiewet.
Daarnaast wordt toegevoegd (onder c) dat wanneer een belanghebbende nog geen re-integratietraject
volgt en niet verschijnt op een oproep in het kader van arbeidsbemiddeling of sociale activering, er een
verlaging in de tweede categorie kan plaatsvinden.
Ook wordt toegevoegd (onder d) dat wanneer een belanghebbende niet verschijnt op een oproep in het
kader een taaltoets (in het kader van de Wet Taaleis, als bedoeld in artikel 18b van de Participatiewet), er
een verlaging in de tweede categorie kan plaatsvinden
Derde categorie
In de derde categorie zijn enkel de gedragingen opgenomen die geen overlap hebben met de
geüniformeerde gedragingen in artikell8, vierde lid van de Participatiewet
Het niet naar vermogen proberen algemeen geaccepteerde arbeid te verkrijgen (onder a.