Gemeente Breda
Raadsvoorstel Registratienr: 44145]
Deze verwijtbare gedraging is niet aan de orde voor zover het gaat om het niet naar vermogen proberen
te verkrijgen van algemeen geaccepteerde arbeid als dit het gevolg is van een gedraging zoals bedoeld in
artikel 18, vierde lid, van de Participatiewet. De derde categorie van de verordening (onder a) kan
bijvoorbeeld van toepassing zijn als een belanghebbende onvoldoende heeft gesolliciteerd en hiermee
afwijkt van gemaakte afspraken.
Daarnaast wordt toegevoegd (onder b) dat wanneer een belanghebbende een re-integratietraject volgt en
niet verschijnt op een oproep in het kader van arbeidsbemiddeling of sociale activering, er een verlaging
in de derde categorie kan plaatsvinden.
Er is in de tweede en derde categorie een onderscheid gemaakt tussen belanghebbenden die nog geen
en belanghebbenden die al wel een re-integratietraject volgen. Reden hiervoor is dat voor een
belanghebbende die al een traject volgt een zwaarder regime geldt omdat deze belanghebbende nog
nadrukkelijker geïnformeerd is over de regels. We doelen hier op gedragingen van incidentele aard'. Het
gaat dus om het incidenteel niet verschijnen op een oproep Een belanghebbende wordt na twee keer niet
verschijnen geïnformeerd dat bij een volgende keer de geüniformeerde gedraging van toepassing wordt,
zoals bedoeld in artikel 18, vierde lid, onder h van de Participatiewet.
Afspraken in het kader van de arbeidsinschakeling hebben meestal een terugkerend karakter. Deze
frequentie is niet van toepassing op de Taaltoets. Het gaat hier namelijk om op zichzelf staande
momenten (waarop het taalniveau van de klant wordt getoetst). Wanneer een klant niet verschijnt op dit
afgesproken, en op zichzelf staande, moment betekent dit dus automatisch dat sprake is van een
'incidenteel' niet verschijnen. Als gevolg hiervan is er voor gekozen om het woord 'incidenteel' niet
specifiek in de tekst toe te voegen. Deze keuze impliceert dus een uniforme aanpak en nadrukkelijk niet
dat deze categorie van 'niet verschijnen' relatief strenger zal worden beoordeeld.
In onderstaande overzicht zijn de voorgestelde wijzigingen met daarbij de reden van de wijziging
opgenomen.
-3-
Artikel 9 Afstemmingsverordening Participatiewet
Bestaande verordening
Wijzigingsverordening
Reden wijziging
2. tweede categorie:
2. tweede categorie:
a.
het niet of onvoldoende gebruik
maken van een aangeboden
voorziening waaronder begrepen:
sociale activering gericht op
arbeidsinschakeling;
onderzoek naar de
mogelijkheden tot
arbeidsinschakeling;
meewerken aan het opstellen,
uitvoeren en evalueren van een
plan van aanpak als bedoeld in
artikel 44a van de
Participatiewet door personen
van 18 jaar of ouder, doch
jonger dan 27 jaar.
a.
het niet of onvoldoende meewerken
aan het opstellen, uitvoeren en
evalueren van een plan van aanpak
als bedoeld in artikel 44a van de
Participatiewet door personen van
18 jaar of ouder, doch jonger dan 27
jaar
Praktijkervaring: met betrekking tot
de eerste en de tweede bullet
bestond een overlap met de
Participatiewet artikel 18, lid 4 onder
h. Hierdoor waren er
onduidelijkheden over de toepassing
van maatregelen met betrekking tot
de geüniformeerde gedragingen in
de wet en de niet-geüniformeerde
gedragingen in de
afstemmingsverordening.
c.
het incidenteel niet dan wel niet tijdig
voldoen aan een oproep om op een
aangegeven plaats en tijd te
verschijnen in verband met
arbeidsinschakeling of sociale
activering voor zover de oproep
geen betrekking heeft op een
lopende voorziening op grond van
artikel 9, eerste lid, sub b
Participatiewet.
Praktijkervaring: hier wordt ten
opzichte van categorie 2a een
duidelijker onderscheid gemaakt met
de geüniformeerde gedragingen in
artikel 18, lid 4 Participatiewet.