Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 44005]
Voor de samenvatting van de bijlage met daarin de zienswijze welke gelijk is aan die van reclamanten 1
tot en met 42 wordt verwezen naar de samenvatting van zienswijze 1 tot en met. 42.
Beoordeling
a. In de toelichting bij het ontwerpbestemmingsplan is ruim aandacht geweest voor de 'ladder van
duurzame verstedelijking'. Allereerst dient bij een nieuwe stedelijke ontwikkeling de vraag beantwoord
te worden of er een regionale behoefte is (trede 1Zo ja, dan dient bekeken te worden of deze
behoefte op te vangen is binnen het bestaand stedelijk gebied (trede 2). Zo ja, dan is de
beantwoording klaar. Zo nee, dan dient een locatie gezocht te worden die multimodaal ontsloten is of
kan worden voor de resterende regionale behoefte (trede 3).
De gemeenten maken in regionaal verband en met de provincie afspraken over de verdeling van het
verstedelijkingsprogramma in de regionale overleggen. Zorgvuldig ruimtegebruik en toepassing van
de ladder voor duurzame ontwikkeling zijn voorwaarden bij het maken van regionale afspraken. Breda
heeft wat betreft de vraag naar verschillende functies, zoals wonen, bedrijven en detailhandel,
afspraken gemaakt met de regio (regionaal ruimtelijk overleg}. In het regionaal ruimtelijk overleg
wordt, onder andere op basis van demografische gegevens, voor elke gemeente de behoefte aan de
diverse functies vastgelegd. Breda heeft deze afspraken verankerd in eigen beleidsstukken. Voor wat
betreft de stedelijke programmering voor wonen heeft de gemeente Breda de koers geformuleerd in
de Structuurvisie Breda 2030 (SV2030). Het regionaal afgestemde woningbouwprogramma voor
Breda betreft 8.115 woningen voor de periode 2014 - 2023. Dit betekent dat de gemeente keuzes
dient te maken in de te realiseren bouwplannen.
Onderhavig plan ligt in stedelijk gebied. Het vigerende bestemmingsplan kent een plancapaciteit van
45 zelfstandige woningen. Het nieuwe bestemmingsplan voorziet in maximaal 38 woningen, hetgeen
een afname betekent van in ieder geval 7 woningen. Deze woningen komen beschikbaar voor andere
projecten in Breda.
De voorgenomen ontwikkeling volgt derhalve de lijn van de ladder voor duurzame verstedelijking.
b. Hiervoor wordt verwezen naar hetgeen is opgenomen bij de behandeling van de zienswijzen 1 tot en
met 42 'g. Bezwaren ten aanzien van verkeer en parkeren', onder 4.
c. In de bestemming Groen is inderdaad de mogelijkheid opgenomen om verhardingen aan te brengen.
Het moet dan gaan om verharding ten dienste van de bestemming en/of in ondergeschikte vorm, denk
aan wandelpaden of fietspaden en wellicht een parkeerplaats. Het is altijd denkbaar dat het wenselijk
is om in openbaar groen verharding aan te kunnen brengen zonder dat daarvoor weer een aparte
procedure gevolgd moet worden. Dit past bij de wens om deregulering en vereenvoudiging van
regelgeving. Reclamanten vrezen voor grootschalige verhardingen in een groenbestemming, dit is
echter niet toegestaan. De regels worden op dit punt verduidelijkt door op te nemen dat verhardingen
enkel in ondergeschikte vorm aanwezig mogen zijn binnen de bestemming Groen en dat
verhardingen in de vorm van parkeervoorzieningen niet zijn toegestaan.
d. Het parkeren en het aanleggen van wegen en paden ten behoeve van een walgebouw met
wooneenheden en maatschappelijke voorzieningen kon overal op de gronden met de bestemming
Gemengde doeleinden plaatsvinden. Dit betekent dat ook in de huidige planologie
verkeersbewegingen en parkeren op (relatief) korte afstand van de bestaande woningen kan
plaatsvinden. In het nieuwe bestemmingsplan mogen de collectieve parkeervoorzieningen (zgn.
parkeerkoffers) ten behoeve van maximaal 24 woningen worden aangelegd op gronden met de
bestemming Woongebied en de bestemming Verkeer. Binnen deze beide bestemmingen is, naar
aanleiding van deze zienswijze, op diverse plaatsen een aanduiding opgenomen. Het aanleggen van
een parkeerkoffer is niet mogelijk op de gronden met deze aanduiding. Tevens is de bestemming
Groen aangepast teneinde verharding in de vorm van parkeervoorzieningen uit te sluiten. Het is
onwenselijk om verkeer in het geheel uit te sluiten voor de bestemming Woongebied omdat voor de
gronden ter plaatse van locatie 1 flexibiliteit juist gewenst is. In het nieuwe bestemmingsplan zijn de
planologische mogelijkheden om te parkeren dan ook beperkter dan in het huidige bestemmingsplan.
e. De bestemming Woongebied wordt veelal toegekend als globalere bestemming voor gebieden waar
nog onduidelijkheid bestaat over de uiteindelijke inrichting van de (toekomstige) particuliere gronden
en het openbaar gebied, in dit opzicht verschilt de bestemming Woongebied dan ook van de
bestemming Wonen. Zoals onder de beoordeling van zienswijze 1 tot en met 42 "c.
-16-