Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratïenr: 44005]
Bezwaren tegen woningen voor starters op locatie 1niet ruimtelijk inpasbaar" reeds is toegelicht
sturen de regels wel op het maximaal aantal te bouwen woningen (24), de positionering van de
nieuwe woningen en het te bouwen woningtype (aansluitend bij de bouwhoogtes en hoofdvorm van
de bestaande woningen van het noordelijke wooncluster). Met deze voorwaarden in het
bestemmingsplan wordt geborgd dat nieuwe woningen ter plaatse van locatie 1 zich goed verhouden
tot de, te behouden, ruimtelijke hoofdstructuur van het noordelijk deel van Nieuw Wolfslaar. De regels
in combinatie met de aanduidingen op de verbeelding maken voldoende inzichtelijk welke bouw- en
gebruiksregeling op de desbetreffende gronden van toepassing is, voor omwonenden is voldoende
duidelijk wat de uiteindelijke maximale invulling van de bestemming kan zijn. Gelet op het voorgaande
is met de invulling van de bestemming 'Woongebied' geen reden om aan te nemen dat het
rechtszekerheidsbeginsel van omwonenden wordt geschaad.
f. Verwezen wordt naar hetgeen opgenomen onder de behandeling van zienswijze 1 tot en met 42 'b.
Bezwaren tegen woningen voor starters op locatie 1behoefte onvoldoende aangetoond' en hetgeen
hierboven is opgenomen met betrekking tot het voldoen aan de 'Ladder voor duurzame
verstedelijking'. De ontwikkeling van 24 woningen wordt passend geacht op locatie i en in
overeenstemming met de doelstelling in de SV203Q. In deze structuurvisie is de focus op
herprogrammering en het ombuigen van bestaande plannen benadrukt. Concreet betekent dit dat er
vraaggericht ontwikkeld gaat worden. Met het aanbieden van kleinere kavels wordt beter aangesloten
bij de vraag vanuit de markt. Tevens wordt gehoor gegeven aan de aangenomen motie die in het
kader van de SV2030 het College opdraagt meer kleinere kavels aan te bieden.
g. Hiervoor wordt verwezen naar hetgeen is opgenomen bij de behandeling van de zienswijze 1 tot en
met 42 'h. Bezwaren ten aanzien van de geluidswal onder 1Gelet op de bestemmingsplanregels in
combinatie met de aanduidingen op de verbeelding en het besluit tot het vaststellen van een hogere
waarde voor de ten hoogte toelaatbare geluidbelasting maken is geen reden om aan te nemen dat de
aanleg van geluidwerende voorzieningen te vrijblijvend is en daardoor het rechtszekerheidsbeginsel
van omwonenden wordt geschaad.
h. Ter plaatse van locatie 1 wijzigt de planologie van de bestemming Gemengd doeleinden naar
Woongebied. Binnen de bestemming Gemengde doeleinden is het op de begane grond mogelijk om
maatschappelijke voorzieningen op te richten, denk hierbij aan educatieve, (sociaal)medische,
(sociaal)culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van sport en
sportieve recreatie en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook
kinderdagverblijven, peuterspeelzalen en buitenschoolse opvang. Daarnaast zijn de gronden bestemd
voor wonen. De hoogte van deze bebouwing mag 15 meter bedragen.
Binnen de bestemming Woongebied zijn de gronden, als gezegd onder stedenbouwkundige
randvoorwaarden, bestemd voor maximaal 24 woningen. Gelet hierop is het niet de verwachting dat
er met het nieuwe bestemmingsplan 'Nieuw Wolfslaar, 3 locaties' een dusdanige planologische
verslechtering ten opzichte van het bestemmingsplan 'Nieuw Wolfslaar' optreedt dat er planschade
ontstaat die voor vergoeding in aanmerking komt. Desondanks zijn reclamanten uiteraard vrij om na
onherroepelijk worden van het bestemmingsplan 'Nieuw Wolfslaar, 3 locaties' een verzoek om
tegemoetkoming in planschade in te dienen.
i. Voorafgaande aan het bestemmingsplan is geen planschaderisicoanalyse verricht omdat uit de
globale inschatting al is gebleken dat het risico op planschade die voor vergoeding in aanmerking
komt uitermate beperkt is, zie eveneens hetgeen opgenomen onder h.
Als bijlage bij de zienswijzen hebben reclamanten de zienswijze gevoegd zoals deze tevens is ingediend
door reclamanten 1 tot en met 42. Voor de behandeling van deze bijlage wordt verwezen naar de
beoordeling van zienswijze 1 tot en met 42.
Conclusie
De zienswijze is gegrond voor wat betreft de positionering van de collectieve parkeervoorzieningen.
Middels het opnemen van een aanduiding op de verbeelding en een doorvertaling hiervan in de regels
wordt geborgd dat ter plaatse van deze aanduiding geen collectieve parkeervoorzieningen in de vorm van
haaks parkeren mogen worden aangelegd. Tevens is de bestemming Groen aangepast waardoor het niet
meer mogelijk is parkeervoorzieningen aan te leggen op gronden met deze bestemming. Voor het overige
is de zienswijze ongegrond.
-17-