Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr 44005] In het onderhavige bestemmingsplan is dit bouwvlak als zodanig overgenomen, de ligging van het bouwvlak op de ontwikkelingslocaties correspondeert met de ligging van het bouwvlak op naastgelegen percelen. Conclusie De zienswijze is ongegrond. 49. J.l. de Groot en C. Walder Samenvatting a. Reclamanten zijn het niet eens met de gehanteerde afstand van minimaal 3 meter tot de zijdelingse perceel. In het bestemmingsplan 'Nieuw Wolfslaar' diende die afstand minimaal 7 meter te bedragen. Het terugbrengen van deze afstand is van negatieve invloed op de kenmerkende structuur van de wijk, namelijk het landelijk wonen in stijl". Met deze vermindering van de aan te houden afstand tot de zijdelingse perceelgrenzen ontstaat een nauw lint van bebouwing; b. Vermindering van de aan te houden afstand tot de zijdelingse perceelgrenzen en verhoging van de maximale goot- en bouwhoogte van 6 en 10 meter naar 7 en 12 meter leidt tot een onevenwichtige beeldkwaliteit. Reclamanten verzoeken de toegestane goot- en bouwhoogte terug te brengen naar 6 en 10 meter. c. Door de combinatie van de vermindering van de aan te houden afstand tot de zijdelingse perceelgrenzen en verhoging van de maximale goot- en bouwhoogte kan een kolossale bebouwingsdichtheid ontstaan die zich niet verhoud tot de ruimtelijke structuur en het uitgangspunt "landelijk wonen in stijl" van Nieuw Wolfslaar. Beoordeling a. Wij verwijzen hiervoor naar hetgeen is opgenomen onder de beoordeling van zienswijzen 47, onderdeel d. Hierin wordt toegelicht dat het nieuwe bestemmingsplan een gelijke regeling kent voor de aan te houden afstand tot de zijdelingse perceelsgrenzen indien het gaat om bouwpercelen van 1.000 m2. Voor bouwpercelen die kleiner zijn van 1.000 m2 mag de afstand van het hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelgrensen kleiner zijn, tot minimaal 3 meter. De herverkaveling kan leiden tot een intensievere bebouwing en gebruik van de locaties 2 en 3, echter niet in zodanige mate dat er sprake is van een onaanvaardbare aantasting van het (stedelijke) woon- en leefklimaat. Hierbij wordt onder meer in overweging genomen dat er nog steeds sprake moet zijn van vrijstaande woningen, het aantal woningen is gemaximaliseerd, er een minimale afstand tot de zijdelingse perceelgrenzen van 3 meter moet worden aangehouden en de toegestane bouwhoogte ongewijzigd blijft ten opzichte van het voorgaande bestemmingsplan 'Nieuw Wolfslaar b. De stelling van reclamanten is onjuist. In het bestemmingsplan 'Nieuw Wolfslaar' mag de goothoogte van vrijstaande woningen maximaal 7 meter bedragen. De bouwhoogte van vrijstaande woningen maximaal 12 meter bedragen. Deze maatvoeringseisen zijn overgenomen in het nieuwe bestemmingsplan 'Nieuw Wolfslaar, 3 locaties'. c. Zie hetgeen opgenomen onder a Conclusie De zienswijze is ongegrond 50. P.J.M. Hoorneman namens P. IVIarijmissen, J. Brouwers, B. Slaghekke, A. Hoogers, C. Heijlïgers, H. Kiijberg en J. van Omme Samenvatting De Prinses van Polenstraat wordt onevenredig zwaar belast als locatie 1 via die straat ontsloten wordt. Reclamanten doen het voorstel om tevens een aansluiting op de Gravin van Sulzbachstraat aan te brengen waardoor de verkeersstromen beter verdeeld worden. Beoordeling Voor de beoordeling van de zienswijze wordt verwezen naar hetgeen opgenomen bij de beoordeling van zienswijzen 1 tot en met 42, 'g. Bezwaren ten aanzien van verkeer en parkeren' en 'd. Herontwikkeling locatie 1 tast het woon- en leefklimaat van huidige bewoners aan'. In aanvulling hierop: De woningen ter plaatse van locatie 1 worden verdeeld over twee bestemmingsvlakken 'Woongebied', met daarin twee bouwvlakken. -24-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2016 | | pagina 26