Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 44225] Beoordeling Ad 11.13 Zie ons oordeel bij o.a. 11.12; de wijzigingsbevoegdheid is niet meer opgenomen in dit bestemmingsplan. Samenvatting 11.14 Artikel 5.5.g: de natuurbeschermingswet gaat over meer dan alleen de flora en fauna. Beoordeling ad 11.14 Artikel 5.5 g: het is juist dat de Natuurbeschermingswet meer omvat dan alleen flora- en fauna, dat neemt niet weg dat een flora- en faunaonderzoek moet aantonen of aan de uitgangspunten wordt voldaan. Zie voorts het gestelde bij o.a. 11.12. Samenvatting 11.15. Artikel 10, Algemene afwijkingsregels: Artikel 10.2.d sub d maakt een afwijking van de bouwhoogte mogelijk tot 1,25 maal de maximum (bouw)hoogte. Reclamant geeft aan dat bij een goothoogte van 11.5 meter (en het dak) dit ruim 3 meter extra is. Verzoekt dit aan te passen tot maximaal 1,1 maal de maximum bouwhoogte. Beoordeling Ad 11.15. In artikel 10, lid 2 sub a geeft inderdaad de mogelijkheid om extra hoogte te realiseren, maar dit is alleen beperkt voor plaatselijke verhogingen zoals luchtkokers, liftkokers en lichtkappen en dan ook nog tot een maximum oppervlakte van 20 m2. Een totale verhoging van de gehele bouwhoogte is dus niet mogelijk. Samenvatting 11.16. Artikel 13, Overige regels: Dit artikel zegt niets over het aantal parkeerplaatsen. Reclamant verzoekt aan te geven wat het gemeentelijk beleid betekent voor dit plan. Beoordeling Ad 11.16. In het gemeentelijk parkeerbeleid wordt uitgegaan van het parkeren op eigen terrein. Indien dit niet mogelijk is, wordt bekeken of er in het openbaar gebied geparkeerd worden en ook als dat niet mogelijk is, bestaat er nog de mogelijkheid tot het afkopen van de verplichte hoeveelheid parkeerplaatsen. In het beleid echter wordt wel verschil gemaakt tussen de binnenstad en de ligging buiten de binnenstad omdat er in de binnenstad geen mogelijkheid is om te parkeren op eigen terrein en naarmate de locaties verder van de stad liggen, deze ruimte er in principe wel is. Tenslotte wordt ook nog onderscheid gemaakt in de functies waarvoor parkeergelegenheid noodzakelijk is. Voor een woning geldt een andere norm dan bijvoorbeeld voor een kantoor of een school. in het beleid, waar artikel 13 naar verwijst, zijn de normen vastgesteld naar de functie en de ligging in de stad. Voor het onderhavige plan is dus van belang de ligging ten opzichte van de binnenstad en de functie, in dit geval wonen. Voor dit plangebied geldt er op deze wijze een norm van 1,9 parkeerplaats/per woning. Samenvatting 11.17. Opmerkingen over de toelichting Hoofdstuk 4, paragraaf 4.2: a. Beschreven staat dat de erftoegangswegen een maximumsnelheid hebben van 30 km/u. De straten zijn echter niet als zodanig ingericht, en dit geldt met name voor de Burg. Sutoriusstraat. b. De kruising Burg. Sutoriusstraat/Mastbosstraat, wat erftoegangswegen zijn, vormgegeven met een VRI (verkeersregelinstallatie) en dit is niet ideaal terwijl er bovendien niet gehandhaafd wordt. c. Bij het onderdeel 'verkeersgeneratie en verkeersafwikkeling' wordt uitgegaan van 5,0 mvt/etmaal, ten/vijl het gemiddelde volgens reclamant ligt op 6.1 mvt/etmaal. Bij het bezit van 2 auto's ligt dit nog weer -19-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2016 | | pagina 55